Vooral bollentelers hebben last van juridische onduidelijkheid

Bollentelers weten vaak niet meer aan welke regels zij moeten voldoen bij hun gewasbescherming. Vanwege maatschappelijke druk komen provincies en gemeenten vaker met beperkingen en aanvullende eisen. Daarbovenop bepaalde de Raad van State onlangs dat niet is aan te tonen dat bespuitingen nabij Natura 2000-gebieden geen schade doen aan de flora en fauna.

Vooral+bollentelers+hebben+last+van+juridische+onduidelijkheid
© Joost de la Court

Wat het onduidelijk en willekeurig maakt, is volgens advocaat Charles van Mierlo de interpretatie van het voorzorgsbeginsel. 'De uitspraak van de Raad van State maakt duidelijk dat het toelatingsbeleid van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) onvoldoende waarborg biedt om te stellen dat bespuitingen geen significant effect hebben op de natuur.'

Van Mierlo zegt dat de EU-wetgeving overheden verantwoordelijk stelt. 'In rechtszaken tegen provincies die handhavingsverzoeken afwijzen, oordelen rechters wisselend over of de risico's van gewasbescherming aanvaardbaar zijn.'

Het feit dat regionale rechters verschillende uitspraken doen, zorgt er inderdaad voor dat bollentelers afhankelijk van hun teeltgebied met andere regels te maken hebben, stelt KAVB-voorzitter Hester Maij. Als voorbeeld noemt ze de Overijsselse gemeente Hardenberg, waar een convenant is gesloten met meerdere partijen. De afspraken die daarin staan, gaan over een duurzamere teelt en over gewasbescherming.

Feiten en fabels lopen vaak door elkaar. Dat helpt niet om tot een oplossing te komen

Hester Maij, voorzitter KAVB

Zo spuiten de telers niet bij bepaald weer en zijn er afspraken over het informeren van de buurt. De eerste versie van dit convenant is in 2014 ondertekend en telkens drie jaar geldig. Afgelopen maart is het convenant opnieuw verlengd. 'Daarnaast zijn vorig jaar op initiatief van KAVB-leden bollentelers in de Duin- en Bollenstreek gestart met regiocertificering, om de milieubelasting naar beneden te brengen en hierover ook transparant te kunnen zijn', legt Maij uit.

Om in Nederland versnippering in het beleid zoveel mogelijk te voorkomen, wil belangenorganisatie KAVB voor bollentelers snel een biodiversiteitsmonitor introduceren. Voorzitter Hester Maij: 'In de akkerbouw en veehouderij zijn ze al verder. Als bollentelers willen we ook laten zien dat je met kritieke prestatie-indicatoren stappen kunt zetten.' In de Bollenstreek en Drenthe werken telers er al mee. 'We willen een landelijke lijn afspreken.'


Er is in de praktijk steeds meer discussie over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Er is in de praktijk steeds meer discussie over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. © Ron de Haer

De bedoeling is dat de biodiversiteitsmonitor bloembollen nog in 2025 wordt ingevoerd. Verder is het volgens Maij cruciaal dat de sector met de kritische maatschappij in gesprek blijft. 'We moeten transparant zijn en onze ambities laten zien.'

De KAVB-voorzitter ziet ook dat discussies feller worden met weinig begrip voor elkaars standpunten. 'Feiten en fabels lopen vaak door elkaar heen. Dat helpt niet om tot een oplossing te komen', aldus Maij, die pleit voor een 'polderoplossing' in plaats van een 'polarisatieoplossing'.

Dat verregaande polarisatie dreigt, bleek drie weken geleden in het Drentse Diever. Toen de gemeenteraad van Westerveld vergaderde over juridische mogelijkheden om de lelieteelt te beperken, verzamelden zich voor- en tegenstanders op het plein voor het gemeentehuis. Agrariërs kwamen met hun trekkers naar Diever om met een stil protest steun te betuigen aan de plaatselijke lelietelers.


Impact felle discussies

Volgens de Westerveldse wethouder Renate den Hollander (VVD) is er zorg over de impact van de felle discussies over de lelieteelt op de onderlinge verhoudingen tussen bewoners. 'We zien op schoolpleinen en bij sportverenigingen dat dit onderwerp de gemeenschap verscheurt. We zijn bezig met beleid om richting te geven aan de bollenteelt.'

De insteek van de gemeenteraad is waarschijnlijk om de teelt nabij basisscholen en woonwijken te verbieden en een limiet te stellen aan het gebruik van gewasbescherming. Volgens Den Hollander biedt de nieuwe Omgevingswet, die op 1 januari 2024 van kracht ging, hiervoor de ruimte. 'Het is voor ons belangrijk om zorgen over de volksgezondheid weg te nemen en de dialoog tussen telers en omwonenden op gang te houden.'

Drenthe schrijft in een beleidsnota dat ernaar wordt gestreefd het middelengebruik in de lelieteelt te reduceren tot het niveau van gangbare akkerbouwgewassen. Onder meer het project Drentse Lelie moet hieraan bijdragen. In de nota pleit de provincie voor langjarig onderzoek naar de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op natuurgebieden.


Voordat meer duidelijk is over de impact van de lelieteelt op de Natura 2000-gebieden, overweegt Drenthe tijdelijk een moratorium in te stellen. Zo wil de provincie ervoor zorgen dat het huidige areaal niet toeneemt.

Voorzitter Erik Stuurbrink van de LTO-vakgroep Bomen, Vaste Planten en Zomerbloemen ziet ook in zijn sector de regionale beleidsverschillen. Ook hij verwijst naar de Omgevingswet. Gemeenten vernieuwen volgens de bestuurder hun omgevingsvisie en nemen daarin de sierteelt mee.

De uitwerking van deze visie varieert per gemeente, afhankelijk van de politieke kleur en hoe belangrijk landbouw is in een gebied, stelt Stuurbrink vast. 'Door het afschieten van het Nationaal Programma Landelijk Gebied versnippert het beleid en trekken provincies of gemeenten een eigen plan. Ik woon zelf in de Neder-Betuwe, het beleid is hier echt anders dan in de Overbetuwe. Terwijl het beide echte boomteeltregio's zijn.'


Ook nieuw beleid in Overijssel

Net als Drenthe is ook de provincie Overijssel bezig met nieuw beleid voor de bollenteelt. Waarschijnlijk wordt dat eind van dit jaar gepresenteerd. Bij het overleg zitten ook milieuorganisaties aan tafel.

Verder zijn er landelijk diverse gemeenten die beperkingen opleggen aan lelietelers. Voorbeelden zijn het Limburgse Sevenum, waar de rechter vorig jaar de lelieteelt verbood op een perceel nabij een woonwijk. De Friese gemeente De Fryske Marren komt met een voorstel voor spuitvrije zones rond bollenpercelen en wil teeltuitbreiding ontmoedigen.

In Drenthe, Overijssel en Friesland, zijn via omwonendenvereniging Meten=Weten inmiddels voor zo'n 350 percelen handhavingsverzoeken ingediend vanwege het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de buurt van Natura 2000-gebieden. Voorzitter Frans Rooijers vertelt dat de vereniging zo'n tweeduizend leden heeft en vooral actief is in Noord-Nederland.


• Lees ook de column 'Hoe houden we onze gewassen gezond?' van voorzitter Tineke de Vries van LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente

'Maar ook landelijk spreken we overheden aan op hun verantwoordelijkheid om hun eigen wetten voor gewasbescherming na te leven, zodat geen schade wordt toegebracht aan de leefomgeving', aldus Rooijers. De focus ligt daarbij op een gebruiksverbod voor zo'n veertien vluchtige chemische stoffen.

'Deze stoffen verspreiden zich over grote afstanden en wij vinden ze in eigen metingen op behoorlijke schaal terug in Natura 2000-gebieden. Vanwege het gebruik van deze stoffen hebben we formeel handhavingsverzoeken ingediend in alle provincies', legt Rooijers uit.

Meten=Weten richt zich eerst op siergewassen. 'We zien liever dat deze stoffen ook niet in voedingsgewassen worden ingezet, maar vinden voorlopig dat het belang van de voedselproductie zwaarder weegt', verklaart Rooijers.


Gelijk speelveld

Volgens de voorzitter streeft Meten=Weten uiteindelijk naar goed landelijk middelenbeleid met een gelijk speelveld voor gewastelers in alle provincies. Vergunningsplichten opleggen is geen doel voor de vereniging.

'De toetsing of middelen schade veroorzaken aan mens en milieu ligt bij de overheid. Daar spreken wij provincies en gemeenten op aan', geeft Rooijers aan. 'Maar handhavingsverzoeken zijn veelal gekoppeld aan locaties, vandaar dat telers daar via de betreffende percelen vaak bij betrokken zijn.'

Meten=Weten baseert zich vaak op eigen metingen en diverse rechters gaan daar inmiddels in mee, constateert advocaat Charles van Mierlo van De Haan Advocaten en Notarissen. Hij is gespecialiseerd in agrarisch recht en benadrukt dat de overheid eigen onafhankelijk onderzoek zou moeten laten doen naar de milieu-impact van gewasbescherming. Hij juicht het initiatief van provincie Drenthe daarom toe.


• Lees ook het commentaar 'Telers en burgers hebben een gedeeld belang' van hoofdredacteur Esther de Snoo

'Er is behoefte aan wetenschappelijke onderbouwing om te kunnen beoordelen of voldoende invulling wordt gegeven aan het voorzorgsbeginsel', zegt Van Mierlo. 'Het houdt in dat risico's van activiteiten goed in beeld moeten worden gebracht. Op basis daarvan moeten rechters weloverwogen besluiten of wel of niet sprake is van significante effecten.'

Stuurbrink adviseert telers de omgevingsvisies goed door te nemen en scherp te zijn op wat erin staat over gewasbescherming. 'Is het te vaag, praat dan met de gemeente of maak bezwaar.' Hij verwijst naar de 'Leidraad agrarisch gebruik gewasbeschermingsmiddelen voor gemeenten', als handvat om op lokaal niveau het gesprek aan te gaan.

De leidraad is dit voorjaar geïntroduceerd door LTO. De belangenorganisatie besloot deze op te stellen, omdat ze zag dat gemeenten worstelen met de vraag of en hoe middelen binnen de gemeentegrenzen kunnen worden gebruikt.



Wanneer is het risico voor dier en milieu aanvaardbaar?
Wanneer is het risico voor dier en milieu aanvaardbaar? © René Faas Fotografie

Onduidelijkheid over impact op natuur


Europese wetgeving is niet eenduidig in welke mate achteruitgang van natuur is toegestaan door gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dat zorgt voor discussies over het toelatingsbeleid en biedt ruimte voor verschil van interpretatie door rechters.

In haar benadering rond handhavingsverzoeken wijst Meten= Weten op hiaten in de toelatingsprocedure van Ctgb. Volgens de vereniging zijn er aanwijzingen dat middelen schadelijker zijn bij gecombineerd gebruik en moet beter worden getest op permanente blootstelling. Zolang dat niet het geval is, vindt voorzitter Frans Rooijers dat toelatingen eerder moeten worden ingetrokken.

Advocaat Charles van Mierlo zegt over het Ctgb dat de autoriteit haar wettelijke taken uitvoert. Volgens hem worden middelen in het toelatingsproces beoordeeld op schadelijkheid voor het milieu. 'Dat gaat over afzonderlijke middelen. De toelating zegt niks over het effect als tien verschillende middelen worden gespoten.'

Het Ctgb bevestigt dat de Europese toelatingsregels en de wetgeving rond Natura 2000-gebieden en ook de KRW-doelen niet op elkaar aansluiten. Toelatingen worden verstrekt als middelen bij juist gebruik veilig zijn voor de mens en er geen onaanvaardbare risico's zijn voor dieren en milieu.


Onbegonnen werk

Voor de risicobeoordeling op het milieu schrijft de verordening proeven voor met bijvoorbeeld honingbijen, regenwormen en watervlooien. Daarbij geldt dat een populatie tijdelijk mag afnemen, maar ook goed moet kunnen herstellen. Het Ctgb kijkt niet naar alle dieren die in verschillende regio's leven, legt een woordvoerder uit. Dat is volgens hem onbegonnen werk.

Binnen de kaders van de toelatingsverordening is een tijdelijk effect op populaties acceptabel. In recente uitspraken stellen rechters echter dat achteruitgang op basis van de Habitat-richtlijn voor natuurgebieden niet is toegestaan. De Ctgb-woordvoerder wijt de verschillende uitspraken van rechters aan de interpretatieruimte die de Europese wetgeving biedt.


Bekijk ook deze video over een proef met chemievrije lelieteelt in het Drentse Dwingeloo.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    31° / 15°
    0 %
  • Zondag
    28° / 18°
    30 %
  • Maandag
    20° / 17°
    50 %
Meer weer