Chemiearme lelieteelt lijkt realistisch, maar zorg burgers blijft
In driejarig onderzoek in het kader van het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe is een reductie van 75 procent op het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen gerealiseerd. Vanuit het programma is ook de dialoog tussen de bloembollensector en de bezorgde burgers op gang gebracht. Maar dat heeft nog niet geleid tot het oplossen van alle knelpunten tussen beide partijen.

‘De grote winst van dit programma is dat telers laten zien dat chemiearme lelieteelt mogelijk is’, vindt HLB-directeur Janny Peltjes. ‘We merken dat de houding van de sector is omgekeerd, er is meer bewustwording van de noodzaak om de milieubelasting terug te dringen. De lelieteelt kan het beste meisje van de klas worden, maar er moet wel economisch perspectief blijven.’
Peltjes gaf gisteren een toelichting op de resultaten van het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe tijdens een drukbezochte slotbijeenkomst bij Hilbrands Laboratorium (HLB) in Wijster. Dit programma is opgezet om te komen tot een lelieteelt met minimale milieu-impact. De initiatiefnemers hiervoor zijn de Drentse lelietelers, de KAVB, de gemeente Westerveld, de provincie Drenthe, Waterschap Drents Overijsselse Delta, Agrifirm, CAV Agrotheek en WPA Robertus.
HLB heeft in het programma het onderzoek uitgevoerd en daarbij in eerste instantie de focus gelegd op het verlagen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de bestrijding van schimmels, virussen en onkruiden. Bij de bestrijding van vuur in lelies zijn de onderzoekers erin geslaagd om in drie jaar tijd een reductie op de milieubelasting te realiseren van 83 procent.
Minder gevoelige variëteiten
Peltjes legt uit dat dit vooral bereikt is door de teelt van minder gevoelige variëteiten en gebruik van fungiciden met een lage milieubelasting. In het virusonderzoek is de milieubelasting met 63 procent teruggebracht ook vooral door sterkere variëteiten te telen en door inzet op plantweerbaarheid met minerale olie zonder insectendodende middelen. Bij virussen is het vooral zaak om de bladluizen die de ziektes verspreiden uit het gewas te houden.
Vanuit het onderzoek is voor de onkruidbestrijding een strategie ontwikkeld op basis van Integrated Crop Management (ICM). Hierbij is veel gewerkt met wiedeggen vroeg in het seizoen in combinatie met alternatieve herbiciden die niet in lelies maar wel in enkele akkerbouwgewassen zijn toegelaten. Het op tijd en regelmatig toepassen van mechanische onkruidbestrijding is behoorlijk arbeidsintensief, vertelt Peltjes. Maar daarmee is wel een reductie op de milieubelasting behaald van 71 procent.

Naast de combinatie van verschillende teeltmaatregelen met chemie is in praktijkproeven ook een compleet chemievrije lelieteelt getest. Dit kan niet als volledig biologisch worden aangemerkt omdat de teelt niet plaatsvond op omgeschakelde percelen en omdat geen biologisch uitgangsmateriaal is gebruikt. Toch blijkt het ook zonder chemie mogelijk om lelies te telen. Aandachtspunt volgens Peltjes is wel de bolgezondheid en vitaliteit van de bollen over een langere termijn.
Het onderzoek van HLB is uitgevoerd op acht praktijkbedrijven. De deelnemende telers hebben vanwege hun ervaringen met de proeven ook de bestrijdingsstrategie op hun eigen bedrijven aangepast. Daarmee is het hen gelukt om in drie jaar tijd de milieubelasting met 58 procent terug te dringen. Bollenteler Gert Seubring in Beilen bevestigt dat de opgedane kennis vanuit het programma hem gemotiveerd heeft om ook op zijn praktijkpercelen het middelengebruik waar mogelijk te beperken.
Opbrengstderving accepteren
Seubring benadrukt dat de teelt van variëteiten die minder gevoelig zijn voor vuur en virussen een belangrijke stap is om het middelengebruik terug te dringen. Verder maakt hij bewustere keuzes voor middelen met een lagere milieubelasting als hij toch moet spuiten. Overigens erkent de Drentse bollenteler dat hij in de chemiearme teelt wel enige opbrengstderving moet accepteren.
‘In mijn berekening oogsten we 8 tot 10 procent minder kilo’s, er is dus wel financiële impact. Als het op dit niveau blijft is dat voor mij wel te overzien, omdat de maatschappelijke situatie er nu eenmaal om vraagt en wij bereid zijn om concessies te doen. Belangrijk is wel dat er vanuit de handel en de consument compensatie komt, de lelies zullen dus duurder worden. Als keten moeten we dit samen opvangen’, vindt Seubring.
Prominent spoor in het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe is de communicatie met de omwonenden. Daarvoor zijn diverse themabijeenkomsten en ook veldbijeenkomsten georganiseerd. Uit onderzoek van Trendbureau Drenthe blijkt dat vooral mensen die dicht in de buurt van bollenpercelen wonen zich zorgen maken over de impact op hun gezondheid.
In zijn reactie op de resultaten van het programma zegt gedeputeerde Gert-Jan Schuinder van de provincie Drenthe dat het belangrijk is om het dialoog van de sector met de omwonenden op gang te houden. ‘We moeten ons bewust zijn van de maatschappelijke druk, maar ook het perspectief van de lelieteelt in Drenthe blijven benadrukken. Veel weerstand is gebaseerd op aannames. Telers moeten nog transparanter zijn, uitleggen wat ze doen en welke middelen er in hun spuitmachines zitten.’
Zorgen serieus nemen
Dirk Strijker, voormalig hoogleraar Plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen was lid van de stuurgroep van het programma en gevraagd om in Wijster iets te vertellen over het bewonersperspectief. Hij stelt dat de weerstand van omwonenden vooral gericht op de volksgezondheid en in gradaties te verdelen is. ‘Maar de weerstand komt niet van een kleine groep, er is in Drenthe en zeker in een gemeente als Westerveld een brede betrokkenheid en de zorgen moeten serieus genomen worden.’
Vanuit de gemeente Westerveld erkent wethouder Renate den Hollander dat de zorgen van de bevolking onverminderd groot blijven en dat het belangrijk is om de dialoog tussen de sector en de burgers op gang te houden. ‘Het is mooi dat dit programma goede resultaten en kennis oplevert. Maar dit is wel een onderwerp die onze gemeenschap opdeelt in twee groepen die tegenover elkaar staan. Wij gaan in onze gemeente aan de slag met gedegen regionaal beleid om richting te geven aan de sierteelt.’

Vooral positief is Nicole Koks, lid van het dagelijks bestuur van Waterschap Drents Overijsselse Delta. Zij stelt dat de positieve resultaten van het programma om te komen tot een duurzame bollenteelt nu al terug te zien zijn in de waterkwaliteit. In het teeltgebied van de lelies in Drenthe zijn volgens haar geen normoverschrijdingen meer vastgesteld. ‘Wij zijn daar trots op en kunnen alleen maar tegen bollentelers zeggen dat ze zo moeten doorgaan.’
Aan het eind van de bijeenkomst kreeg Susanne Sütterlin als vertegenwoordiger van het ministerie van LVVN, samen met gedeputeerde Schuinder het rapport van het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe 2022-2025 uitgereikt. De hoge ambtenaar wijst erop dat het programma is uitgevoerd als pilotproject van het Uitvoeringsprogramma Gewasbescherming 2030. ‘Het grote doel is het uitfaseren van chemie. Dit programma laat zien dat we flinke stappen zetten, maar we zijn er nog niet.’
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners


Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Fendt 308LS Econ
1995, P.O.A.
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X147R (HG) #692965
Gebruikt, € 4.999
-
Walker MT25I-32
2018, P.O.A.
-
John Deere Tractor 6150R (BV) #57088
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Campagne Marketeer
LTO Bedrijven - Wageningen, Nederland
Toezichthouder Stikstof
Recruitment Marketeers - NL
Weer
-
Zondag15° / 10°70 %
-
Maandag19° / 9°50 %
-
Dinsdag18° / 12°20 %