'Laat sector zelf bepalen hoe ze de doelen willen behalen'

De kritische depositiewaarde (KDW) is een van de indicatoren om de depositie van stikstof in een natuurgebied vast te stellen. Deze indicator wordt gebruikt bij reductiedoelstellingen en vergunningverlening. Er is veel kritiek op de KDW van boeren en politici die vinden dat de daadwerkelijke staat van de natuur de doorslag moet geven in plaats van een berekening.

%27Laat+sector+zelf+bepalen+hoe+ze+de+doelen+willen+behalen%27
© Dirk Hol

Stikstofprofessor Jan Willem Erisman zocht met collega-wetenschappers Chris Backes en Wim de Vries in opdracht van stikstofminister Christianne van der Wal naar een juridisch houdbaar alternatief voor de KDW. Ze schreven daar een essay over. Hun conclusie luidde dat er geen alternatief is. Tegelijkertijd stelt Erisman dat de KDW wel op een andere manier kan worden gebruikt.

Er is geen generieke visie op de landbouw in Nederland en waar het naartoe gaat

Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid

Waarom is er geen alternatief voor de KDW?

'Er is geen ecologische indicator die de toestand van de natuur zodanig aangeeft dat je er beleid op kunt baseren. Wil je beleid voeren op stikstof om de druk daarvan op de natuur weg te nemen, dan moet je kunnen sturen op emissies.'

Wat maakt het lastig een alternatief voor de KDW te vinden?

'Je hebt een instrument nodig dat iets zegt over de relatie tussen de bijdrage van stikstof aan de gemeten natuurkwaliteit en degene die de stikstofbijdrage levert. Dan kom je toch bij de KDW uit. Er is geen andere ecologische indicator die de toestand zodanig aangeeft dat je er beleid op kunt baseren.

'Je kunt de KDW uit de wet halen en vervangen door een emissieplafond, maar uiteindelijk moet je toch de factoren weghalen die druk leggen op de natuur en een van die drukfactoren is stikstof. Je zal ook andere maatregelen moeten nemen. Je moet iets doen aan het waterpeil, aan exoten en aan beheer. Maar het is én-én. Het is niet zo dat stikstof geen rol meer speelt als je al die andere dingen doet. Stikstof blijft een drukfactor. Wil je beleid voeren op stikstof om die druk weg te nemen, dan moet je kunnen sturen op emissies.'

Verschillende groepen pleiten voor metingen in natuurgebieden. Is dat een alternatieve optie?

'Ik ben niet tegen onderzoek in natuurgebieden. Maar KDW is een richtinggevende indicator. Als je lange tijd ver boven de KDW zit, dan zijn stikstofeffecten zichtbaar in de bodem, in de vegetatie maar ook in de insecten. Dan weet je dat je terug moet in emissie, zolang de belasting veel te hoog is. Alleen weet je niet hoe ver. Pas als je een forse reductie hebt gedaan, wordt het interessant om naar de natuur te kijken. Vervolgens kun je de tweede fase van het beleid bekijken of je verder terug moet in uitstoot of dat het in orde goed is.

'Neem Schiermonnikoog als voorbeeld. Daar is de stikstofemissie van boeren met 40 procent teruggebracht. Ik ben benieuwd of de natuur herstelt en hoe snel dat gaat.'


Koeien in de kwelder van Schiermonnikoog. Boeren op het eiland hebben de veestapel verkleind met het oog op stikstof.
Koeien in de kwelder van Schiermonnikoog. Boeren op het eiland hebben de veestapel verkleind met het oog op stikstof. © Romy Dam

Wat is de belangrijkste aanbeveling uit uw essay?

'Het essay is geredeneerd vanuit wat de boer nodig heeft. Het is niet de verantwoordelijkheid van de boer om de natuurkwaliteit te verbeteren. Dat moet de optelsom van het beleid zijn. Vertaal dat naar het erf zodat de boer daar op kan sturen. Hoe ze doelen kunnen behalen, weten ze zelf wel.

'Een van de belangrijkste punten is dat je elke sector verantwoordelijk maakt voor de eigen overschrijding van de KDW. Zorg dat NOx-sectoren verantwoordelijk worden voor de eigen overschrijding. Zo ook de landbouw en het buitenland. Die vragen alle drie ander beleid.

'Voor verkeer en industrie zit er beleid op vanuit de klimaatplannen. De landbouw moet sturen op emissie. Dat betekent dat de doelen voor de drie sectoren altijd haalbaar zijn. Door ieder verantwoordelijk te maken voor het eigen aandeel, maak je het fair en behapbaar. Je voorkomt uitwisseling tussen sectoren. Vermogende partijen als Schiphol kunnen dan geen boeren uitkopen. Ze moeten zelf hun eigen aandeel aan de reductie leveren.

'Tweede punt is dat je alleen ruimte kunt geven als je een reductie hebt gedaan binnen je eigen sector. Dan kun je een klein deel van die ruimte gebruiken voor de eigen sector. Zo krijg je zelf een beloning voor de prestaties.

'Tot slot, door te sturen op emissiebeleid kun je zonder depositietoets. Dan ben je af van Aerius en KDW voor vergunningverlening omdat je wordt gehouden aan emissieplafonds. Daar wordt op gestuurd als basis van het beleid in plaats van een toets op de depositiebijdrage. Dat moet nog worden uitgewerkt.'

Wat vindt u van de maatschappelijke discussie?

'Ik denk dat we het onszelf juridisch erg moeilijk hebben gemaakt. Het is bijna vier jaar sinds de uitspraak van de Raad van State. De politiek is niet in staat om vanaf het begin leiderschap te tonen en te zeggen we gaan de stikstof zus en zo omlaag brengen. Vanuit rechtvaardigheid met oog voor de landbouw.

'Doordat we het moeilijk maken, worden beslissingen uitgesteld en dan krijg je een opbouw van frustratie en ruimte om te speculeren en zaken ter discussie te stellen. Dat helpt niet, want het leidt af van de basis: de stikstofemissie moet verminderen. Daar is iedereen het over eens.

'Vergelijk het met corona. Toen zei Rutte 'met 50 procent onzekerheid nemen we 100 procent maatregelen. Met stikstof doen ze dat niet. Met 50 procent onzekerheid roepen ze allerlei commissies in het leven en vragen Remkes om advies. Dat is het grote verschil.'

Hoe creëren we ruimte voor vergunningen?

'Je kunt alleen ruimte creëren voor vergunningen, uitbreiding of PAS-melders als je in staat bent om de stikstofdepositie naar beneden te brengen. Dan ontstaat ruimte. Dan kun je een drempelwaarde invoeren en kijken hoe je met vergunningverlening omgaat. Zolang je de ruimte niet creëert, blijven we vastzitten.'

Kunnen stoppersregelingen die onlangs door Europa zijn goedgekeurd ruimte geven?

'Dat kan, maar als er niemand gebruik van maakt omdat het op vrijwillige basis is of omdat de regeling niet aantrekkelijk genoeg is, dan schiet het niet op.

'Zelf ben ik niet zo'n voorstander van opkoopregeling van piekbelasters. Als je er toch voor kiest, is een opkoopregeling pas echt effectief als je gericht gaat opkopen. Waarbij je kijkt welke bedrijven de hoogste bijdrage leveren aan depositie in alle natuurgebieden. Daarmee maak je de grootste winst en kun je ruimte creëren. Met een vrijwillige regeling moet je afwachten of de juiste bedrijven meedoen.'

Wat is het alternatief?

'Ik ben een voorstander van het stellen van doelen en laat de sector zelf bepalen hoe ze die gaan halen. Als ze dan uitgekocht willen worden, dan moet er een regeling zijn, maar niet andersom. Begin niet met zo'n regeling.

'Ik denk dat veel boeren wat willen doen, maar ze weten niet wat en hoe. Met de piekbelastersregeling worden die boeren niet geholpen. Ze worden opgekocht of mogen verplaatsen. In plaats daarvan moet de overheid boeren helpen omschakelen naar een niveau waarbij ze voor lange tijd duidelijkheid hebben. Daar zijn boeren mee geholpen. De opkoopregeling kan daarbij zitten, maar daar zit de behoefte van boeren niet. Die zit op de individuele begeleiding: waar moeten ze aan voldoen, waar kunnen ze op sturen en wat betekent het voor hun bedrijf?'

Hoe moeten we dan beginnen?

'Je moet kijken naar waar we in Nederland naar toe willen met de landbouw en industrie. Zijn er bepaalde sectoren die passen in het Nederland dat we voor ogen hebben of moet je daar langzaam afscheid nemen. Je kunt dan kijken naar uitstoot, maar ook naar rendement voor de maatschappij. Als je hoge milieukosten hebt en de economische voordelen komen niet in Nederland terecht, dan kun je je afvragen of je dat wilt voor Nederland. Kijk naar die sectoren en ga daarmee in gesprek.

'Ik denk dan voor een deel aan de kalverhouderij. De pekingeend is ook zo'n voorbeeld. Ik denk dat daar meer keuzes in te maken zijn. Ik maak die keuzes niet, maar het zou goed zijn om vanuit een visie op de landbouw dit soort keuzes te gaan maken. Het gaat niet alleen om stikstof, maar ook om broeikasgassen, waterkwaliteit, landschap en biodiversiteit.'

Eigenlijk is het dus een gebrek aan visie?

'Ja, dat vind ik wel. Er is geen generieke visie op de landbouw in Nederland en waar het naar toe gaat. Geen visie waarop boeren en de agrarische sector goede keuzes kunnen maken. Ik heb niet het idee dat het Landbouwakkoord die visie gaat opleveren.

'Stikstof is de kanarie in de kolenmijn. Dat is de korte termijn. Hier zit een problematiek van water en klimaat achter die waarschijnlijk meer druk op de landbouw gaat opleveren.

Er is nu geld om de stikstofproblematiek op te lossen, maak dan ook een visie en zorg dat het geld zo effectief mogelijk wordt ingezet. Zorg dat je de landbouw toekomst biedt. Daarom ben ik tegen uitkoop, want dat is geen toekomst garanderen. Dat geeft misschien ruimte voor blijvers, maar dan nog moeten ze straks met klimaat en waterkwaliteit aan de gang.'

Dé stikstofprofessor van Nederland

Jan Willem Erisman (61) is sinds 2020 hoogleraar milieu en duurzaamheid aan de Universiteit Leiden, binnen het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden. Verder is hij sinds 2023 voorzitter van de Wetenschappelijke Klimaatraad. Erisman geldt als de stikstofprofessor van Nederland. Hij werd in 2009 aangesteld als buitengewoon hoogleraar Integrale Stikstofstudies aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ook werkte hij bij de Universiteit Utrecht, het RIVM, ECN en het Louis Bolk Instituut.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 9°
    65 %
Meer weer