Boerderijwinkel is in Nederland steeds beter lokaal verankerd

Boerderijwinkels worden steeds professioneler. Het assortiment verbreedt, kleine winkels vallen steeds vaker af en de lokale functie van de winkels wordt groter en groter. 'Je bent meer dan een supermarkt. Die toegevoegde waarde moet je laten zien', klinkt het.

Boerderijwinkel+is+in+Nederland+steeds+beter+lokaal+verankerd
© Herbert Wiggerman

Een plek waar aan de boer-burgerrelatie kan worden gewerkt. Zo omschrijft Bart Pijnenburg de boerderijwinkel. De voorzitter van de vakgroep Multifunctionele Landbouw (MFL) van LTO Nederland heeft bij zijn tuinderij in het Brabantse Haaren zelf ook een winkel.

'Het persoonlijk contact is belangrijk. Dat is anders dan bij een supermarkt. Het is een plek waar boeren en boerinnen hun verhaal over de landbouw kunnen vertellen, waar bezoekers na hun winkelbezoek nog even een rondje door de stal, kas of veld lopen om te zien waar hun product vandaan komt. Dat is de toegevoegde waarde ten opzichte van de supermarkt', licht Pijnenburg toe.

Vanuit de LTO-vakgroep MFL spoort de voorzitter ondernemers aan om een verhaal te vertellen en toegevoegde waarde te bieden voor het gebied. 'In gebieden waar de laatste winkel uit het dorp is verdwenen, kan de boerderijwinkel dienen als belangrijke ontmoetingsplek. Dat zie je her en der', constateert Pijnenburg. 'Maar kijk ook wat je als ondernemer kunt bijdragen aan het gebied. Door bijvoorbeeld een winkel te beginnen in een oude stal, houd je een stukje cultuurhistorie in ere.'

Het persoonlijk contact is belangrijk, dat is anders dan bij een supermarkt

Bart Pijnenburg, voorzitter LTO-vakgroep Multifunctionele Landbouw (MFL)

Wessel van Olst erkent de rol van de boerderijwinkel als ontmoetingsplek. Hij heeft er een in het Gelderse Ressen en is voorzitter van Landwinkel, een coöperatie met 88 aangesloten boerderijwinkels. 'Hoe meer je kunt bieden, hoe interessanter. Behalve assortiment is het sociale aspect belangrijk. Vandaar dat je veel ondernemers ziet die hun boerderijwinkel combineren met horeca en zorg. Op deze manier genereer je traffic.'

Dat is nodig, ziet Van Olst. De consument rijdt immers een of meer supermarkten voorbij om bij een boerderijwinkel te komen. Dan moet die winkel wel wat te bieden hebben. 'Dat verwachten mensen ook. Daarom werken we bij Landwinkel samen met Postuma AGF, zodat onze winkels bijvoorbeeld altijd Nederlandse boontjes hebben op het moment dat die beschikbaar zijn. En het is belangrijk dat winkels goed bereikbaar zijn met voldoende parkeergelegenheid en ruime openingstijden.'


Regels belemmeren

Zowel Van Olst als Pijnenburg constateert dat regelgeving soms belemmerend werkt. De vakgroepvoorzitter haalt een recent voorbeeld uit Noord-Holland aan, waar een regionale detailhandelsvisie bepaalde dat boerderijwinkels maximaal 10 procent assortiment van buitenaf mochten halen.

Pijnenburg: 'Dat zou de doodsteek zijn voor vrijwel alle boerderijwinkels. Dan kun je de tent wel sluiten. Vooral buiten het seizoen moet je kunnen inkopen. De consument verwacht een bepaald assortiment.'


• Lees ook het opiniestuk van Bart Pijnenburg: 'Geef ruimte aan plannen voor multifunctionele landbouw'

Volgens Van Olst zit er soms een stuk angst of onwetendheid bij lokale bestuurders. 'Met alleen lokale producten of een klein toegestaan oppervlak kun je geen winkel runnen. Ik denk dat het belangrijk is dat er uniform, landelijk beleid komt dat duidelijk maakt waarmee je op het platteland uit de voeten kunt. Nu doet iedereen het op zijn eigen manier.'


Ruimte voor maatwerk

Pijnenburg erkent dat regelgeving lokaal bepaald is en daardoor voor verschillen zorgt, maar denkt dat landelijke regels juist zorgen voor ongewenste beperkingen. 'Je moet dat niet te ver dichttimmeren. Elk buitengebied is anders. Er moet ruimte zijn voor maatwerk. Zo is er in toeristische gebieden meer ruimte voor winkels', stelt hij.

'Vanuit de vakgroep bepleiten we wel dat winkels wat betreft vierkante meters ruimte moeten hebben, maar de schaalgrootte is afhankelijk van de context', voegt de voorzitter toe. 'Soms zijn grote winkels zonder beperkingen passend, maar je wilt die winkels niet in gebieden waar het minder past. Ik houd de regelgeving liever bij gemeenten om lokaal te kijken wat passend is.'

Pijnenburg ziet boerderijwinkels in de komende jaren nog verder professionaliseren. Op het gebied van winkelinrichting, maar ook met onbemande winkels en automaten. 'Dat is een ander soort winkel, maar je bereikt er ook weer ander publiek mee', zegt hij. Van Olst erkent dat, maar vraagt zich af of dat een groeiende trend is. 'Net als onlineplatforms en webshops. Daar heb ik, vanwege de lage marges, zelf nooit heil in gezien.'


Volgende stap

De samenwerking met Postuma AGF is voor Landwinkel bedoeld om een stap te kunnen zetten wat betreft professionalisering. 'Wij zijn goed in producten van eigen erf, zij hebben een breed agf-assortiment en hebben de logistiek. Op die manier vullen we elkaar goed aan, zodat we meer focus op de formule kunnen hebben', zegt Van Olst.

Met Landwinkel wil de voorzitter groeien. Wat betreft winkelaantal moet de teller naar minimaal honderd winkels. Er vloeien soms wel leden af doordat zij geen opvolging hebben, maar verhoudingsgewijs hebben MFL-bedrijven vaker een opvolger dan elders in de sector. 'Je ziet dat ondernemers die nu beginnen, het meteen goed willen aanpakken. Er komen dus ook steeds weer nieuwe winkels bij. Al zal de groei in deze tak meer kwalitatief zijn dan kwantitatief', voorspelt Van Olst.

Pijnenburg benadrukt dat door de professionalisering het beeld dat het rechtstreeks bij de boer goedkoper is, niet meer klopt. 'Wat betreft prijszetting betaal je juist iets voor de toegevoegde waarde van deze winkels. Verse, onderscheidende producten mogen wat kosten.'


Midden- of hoog inkomen

Daar is Thomas Siahaya van Lekkerder bij de Boer, het online verkoopplatform van honderden boerderijwinkels, het mee eens. 'Het zijn over het algemeen de mensen met een midden- of hoog inkomen die de boer weten te vinden. Toch zijn veel producten niet duurder dan bij de supermarkt.'

Geld is overigens niet de belangrijkste reden om wel of niet bij een boerderijwinkel te shoppen, blijkt uit onderzoek van Lekkerder bij de Boer. Siahaya: 'De belangrijkste reden is het steunen van de lokale economie. Het zijn vaak mensen die in de buurt wonen en die gunnen hun buurman het beste. Ook omdat die boer het landschap onderhoudt en daar heeft de consument uit de buurt direct profijt van.'

Daarnaast is de herkomst van de producten belangrijk volgens hem. 'Supermarkten maken een inhaalslag met foto's van boeren op verpakkingen en zo, maar de boerderijwinkel behoudt altijd een voorsprong. Die authenticiteit moet je koesteren', stelt hij.

'De kneuterigheid moet blijven bestaan. Je moet als klant niet het gevoel hebben dat je in een supermarkt stapt', vindt Siahaya. 'Dus liever handgeschreven aanbiedingen op een A4'tje dan een gelikte levensgrote poster. De professionalisering van de boerderijwinkel moet vooral achter de schermen plaatsvinden.'



Corné van Roessel, De Walhoeve in Goirle
Corné van Roessel, De Walhoeve in Goirle © Foto Van den Oetelaar

'Distributie en afzet van mooie producten optimaliseren'


De Walhoeve in Goirle heeft dit voorjaar de verkiezing Beste Boerderijwinkel van Nederland gewonnen. Ondernemer Corné van Roessel zweert bij samenwerking om de winkel verder te professionaliseren. Bijvoorbeeld via de coöperatie Brabants Streekgoed, waarvan hij bestuurslid is.

‘Brabants Streekgoed is een coöperatie met dertien leden, van wie de meesten een boerderijwinkel of automaat langs de weg hebben. Maar er zitten ook een bakker die samenwerkt met lokale akkerbouwers voor het graan en een varkenshouderij met scharrelvlees bij', legt Van Roessel uit.

Daaromheen hangen zo'n vijftig bedrijven voor een breed en gevarieerd aanbod. 'Van veel producten hebben we een gangbare en een biologische variant. De distributie is centraal geregeld', aldus de ondernemer.



Wat is de meerwaarde van deze samenwerking?

‘Vooral het optimaliseren van de afzet van onze mooie, ambachtelijke producten. Je hoeft het niet alleen te hebben van de winkel of automaat. Zaken als ICT en marketing zijn centraal geregeld.’


Hoe werkt dat in de praktijk?

‘Klanten kunnen tot dinsdagavond online bestellen via verschillende webshops. Op woensdag en donderdag halen drie busjes met koeling de producten op. In Udenhout maken we alles klaar voor verzending. Vanaf donderdagmiddag bezorgen we de eerste bestellingen.’


En leveren jullie alles tot aan de deur?

‘Nee, er zijn veel afhaalpunten waar klanten hun bestelling kunnen ophalen. Denk aan wijkcentra of scholen. Sinds kort kun je onze producten in heel Nederland laten bezorgen. Daarvoor werken we samen met bezorgdienst Trunkrs in Utrecht.’


Zijn er nog plannen voor verdere professionalisering?

‘We gaan een nieuwe coöperatie oprichten, omdat vorig jaar De Smaak van Hier is aangesloten. Dat is een samenwerking van zuivelboeren die ook hun productenstromen optimaliseren. Zij brengen veel zakelijke kennis in.’

‘We hebben sinds ook kort een overeenkomst met stichting Van Gogh Nationaal Park. Daarnaast staan we altijd open voor nieuwe leden met unieke producten. Dat gaat natuurlijk in overleg met de leden van de coöperatie.’



Hogere omzet, maar minder winkels


Een grote boerderijwinkel zet gemiddeld 575.000 euro per jaar om met winkelverkopen. Een middelgrote winkel, waarvan er het meeste zijn in Nederland, levert zo'n 200.000 euro per jaar op.

Dat blijkt uit het rapport ‘Kijk op multifunctionele landbouw’ van Wageningen University & Research uit 2023. Recentere cijfers zijn er volgens voorzitter Bart Pijnenburg van de vakgroep Multifunctionele Landbouw van LTO Nederland niet, maar hij schat in dat de omzetontwikkeling eenzelfde trend volgt als in de jaren daarvoor.

In 2023 waren er 3.860 boerderijwinkels actief, samen goed voor een omzet van 595 miljoen euro uit boerderijverkoop. Daarbij moet worden opgemerkt dat in de laatste editie van het rapport, waarvan elke paar jaar een update komt, voor het eerst ook huisverkoop van siergewassen en boomteelt zijn meegenomen.


Met die ondernemingen erbij bleef het aantal boerderijwinkels in 2023 stabiel ten opzichte van 2020: 3.860 winkels versus 3.870. Zonder de sier- en boomtelers laat het aantal boerderijwinkels in Nederland een daling zien van zo’n 400 stuks tussen 2020 en 2023.

De omzet zonder de aan huis verkopende telers nam in die periode wel fors toe: van 370 miljoen euro naar 460 miljoen euro. Dat onderschrijft de professionalisering die plaatsvindt, stellen de onderzoekers in het rapport.


Grotere volumes

Kleinere boerderijwinkels zijn verdwenen door stijgende inflatie en personeelskosten en een teruggezakte vraag na de coronapandemie. Middelgrote en grote winkels daarentegen groeiden in aantal en in omzet. Deze winkels onderscheiden zich doordat ze grotere volumes aankunnen en een breed assortiment bieden. Dit maakt ze beter bestand tegen de stijgende kosten en marktschommelingen die veel kleinere verkooppunten wel raken.

De punten voor directe verkoop die onderdeel zijn van het onderzoek zijn onderverdeeld in vier categorieën: langs de weg, op de markt, boerderijwinkel en levering aan huis. Veruit de meeste omzet komt uit winkels. Een middelgrote boerderijwinkel (waarvan er 950 werden geteld) noteert een omzet van zo’n 200.000 euro per jaar, bij grote boerderijwinkels (190 stuks) gaat het gemiddeld om 575.000 euro.

Ondernemers met een grote kraam langs de weg met vaak seizoensproducten verdienden daar gemiddeld 135.000 euro mee. Boeren op markten zetten er gemiddeld 170.000 euro mee om.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    19° / 12°
    30 %
  • Zondag
    20° / 9°
    0 %
  • Maandag
    22° / 9°
    10 %
Meer weer