Natuurherstel Stelkampsveld heeft bijna twintig jaar geduurd

Deze zomer werd het herstel van het Gelderse Natura 2000-gebied Stelkampsveld afgerond. Samen met het gebiedsproces dat eraan voorafging duurde dat twintig jaar. Hoe kijken betrokkenen erop terug en wat zijn de lessen voor de gebiedsgerichte aanpak die stikstofminister Christianne van der Wal voor ogen heeft?

Natuurherstel+Stelkampsveld+heeft+bijna+twintig+jaar+geduurd
© Jan van Ruland

'Het gebiedsproces rond Stelkampsveld heeft te lang geduurd. Dat was voor alle partijen slecht', zegt landschapsecoloog Robert Ketelaar van Natuurmonumenten. Als lid van de ambtelijke begeleidingsgroep is hij een van de weinigen die langdurig bij het proces betrokken was. Vijftien van de twintig jaar om precies te zijn.

'Vanuit het perspectief van Natuurmonumenten is het natuurherstel veel later in gang gezet dan we gewild en gehoopt hadden. En voor de betrokken boeren en andere grondeigenaren heeft het voor jarenlange onzekerheid gezorgd. Als je niet weet of er voor jou nog toekomst in het gebied is, wordt het moeilijk ondernemen', stelt Ketelaar.

Maar te snel opereren in een gebiedsproces kan volgens de landschapsecoloog ook niet. 'Het kost tijd om mensen goed te informeren en om het plan te laten landen. Het gaat om een zorgvuldige balans.'

Wat helpt bij een goede gebiedsgerichte aanpak is een gezamenlijk belang

Robert Ketelaar, landschapsecoloog bij Natuurmonumenten

Ketelaar krijgt bijval van Agnes Gunnewijk. Zij zat van 2008 tot 2015 in de bestuurlijke begeleidingsgroep. Ze vertegenwoordigde LTO Noord, waaronder de afdelingen Berkelland en Lochem.

'Als het zo lang duurt, komen er steeds meer vraagtekens bij betrokkenen. Maar je hebt ook tijd nodig om mensen mee te nemen en tot compromissen te komen waar het gebied verder mee kan. Als zoiets zorgvuldig wordt voorbereid, met de juiste mensen, zou het sneller moeten kunnen', zegt Gunnewijk.

Aan zorgvuldige voorbereiding heeft het volgens Gerrie te Winkel rond Stelkampsveld ontbroken. Ze heeft met haar man en zoon een melkveebedrijf tegen de begrenzing van het Natura 2000-gebied. Het bedrijf heeft, net als zo'n honderd andere grondeigenaren in de regio, te maken met de gevolgen van de vernatting van het natuurgebied. Als betrokken bewoner zat ze in het bestuur van de lokale belangengroep. 'We konden eerst niet meepraten. De structuur was zo opgezet dat er over ons werd beslist.'

Wantrouwen

Omdat het wantrouwen in het gebied zorgde voor een patstelling, werd besloten dat vertegenwoordigers van de belangengroep een plek kregen in zowel de ambtelijke als de bestuurlijke begeleidingsgroep.

'We hebben er veel energie in gestoken, maar bleven een vreemde eend in de bijt. Onze ervaring is dat de plannen al waren voorgekookt. Ook de landbouwagenda die we als belangengroep hadden opgesteld, is aan de kant geschoven. Het was verbazingwekkend om te ervaren met welk gemak er over andermans eigendom wordt gepraat', zegt Te Winkel.

Uiteindelijk stapten de vertegenwoordigers van de groep ook weer uit beide overleggroepen. 'Het schuurde. We hadden het gevoel dat wij door het gebied medeverantwoordelijk zouden worden gemaakt voor een plan waar we zelf niet voor de volle 100 procent achter stonden.' Toch vindt Te Winkel dat er in gebiedsprocessen moet worden gezocht naar mogelijkheden om het gebied mee te laten praten en beslissen. Maar hoe, dat is de vraag.

Menselijke maat

Gunnewijk deelt die mening ook: 'Door de constructie bij Stelkampsveld werd het proces niet makkelijker, maar we wisten wel wat er leefde in het gebied. Er is beter gekeken naar de emoties die in het gebied leven. Naar de menselijke maat, maar wel zonder de zonder de doelen uit het oog te verliezen.'

Volgens Ketelaar is het belangrijk dat er niet wordt getornd aan die doelen. 'Doelen zijn via een democratisch proces tot stand gekomen. Als je daaraan morrelt, leidt dat tot vertragingen en nog meer onzekerheid. Dat gebeurde bij Stelkampsveld en dat zie je nu ook bij de landelijke stikstofaanpak.'

Wat volgens Ketelaar en Gunnewijk helpt bij een goede gebiedsgerichte aanpak, is een gezamenlijk belang. Ketelaar: 'Dat kan straks wellicht ook, want de doelstelling is breder en integraler dan bij Stelkampsveld waar het vooral om natuurherstel ging.'

Verdroging en klimaat

Dat gezamenlijke belang ligt volgens Gunnewijk misschien wel bij verdroging en klimaat. 'Problemen waar zowel de agrarische sector als de natuur mee te maken krijgen. Daar zou je elkaar kunnen vinden. En niet onbelangrijk, zorg voor perspectief.'

Te Winkel denkt dat het in ook in Stelkampsveld anders had kunnen lopen als er meer boeren waren uitgekocht. 'Als je nou zes in plaats van vier boeren had verplaatst. Nu is alle verworven grond natuur geworden.' Met meer verplaatsers kon het gebied volgens haar worden verkaveld. 'Dan hadden we de bedrijfsstructuur kunnen verbeteren en extensiveren. Dan was er een win-winsituatie geweest en had je elkaar beter kunnen vinden.'

De uitvoering van het daadwerkelijke natuurherstel in Stelkampsveld begon pas in 2019. Maar ook die fase kende problemen. Zo trokken boeren en burgers in 2019 met trekkers naar een stuk bos waar door Staatsbosbeheer bomen werden gekapt, voorafgaand aan de werkzaamheden door het waterschap. De bomen moesten plaatsmaken voor andere natuur en daar was niet iedereen het mee eens.

Kap stilgelegd

'Toen hebben we de kap stilgelegd en opnieuw meer tijd genomen', zegt uitvoerend projectleider Carlo Egging van waterschap Rijn en IJssel. Hij is trekker van de planuitwerking en -uitvoering van het proces. 'We hebben er uiteindelijk voor gekozen om dit grote project te draaien met een klein team. Dan ben je herkenbaar in het gebied. Maar ook kwetsbaar. Pas een derde omgevingsmanager kon de klus klaren. Die heeft bij ruim honderd grondbezitters aan de keukentafel gezeten om overeenkomsten af te sluiten.'

In de praktijk betekende het dat de eigenaren zes tot zeven keer zijn bezocht. Ook dat kostte tijd. Maar dat is volgens Egging nodig, net zoals begrip voor de ontstane situatie voor de eigenaren die een dergelijk project met zich meebrengt. En net zoals het schriftelijk vastleggen van alle gesprekken, het nakomen van afspraken en het afgeven van een betrouwbare planning. 'Zeggen wat je doet en doen wat je zegt.'

Volgens Egging is de klus nog niet geklaard. Zo moet uit monitoring blijken of de natuur zich de komende jaren herstelt. Ook boeren verdienen nazorg. Is er sprake van onvoorziene natschade, houden de mestkelders het? Daarom wordt binnen vijf jaar met de individuele grondeigenaren geëvalueerd.

Stikstofconcentratie te hoog

Ondertussen is de concentratie van stikstof in Stelkampsveld volgens de provincie nog steeds te hoog. De schadelijke effecten van de verdroging zijn deels weggenomen door de watermaatregelen en de natuur kan iets beter tegen de hoge concentratie van stikstof. Maar het is niet genoeg. Daarvoor worden op dit moment maatregelen uitgewerkt via het programma Gelderse Maatregelen Stikstof.

Een nieuw gebiedsproces dus. Te Winkel wil weer meepraten als de gelegenheid zich voordoet. 'Je moet altijd meedoen. Hoe beroerd dit proces voor ons ook is uitgepakt. Als je niets doet, weet je zeker dat er over je heen wordt gewalst.'

Stelkampsveld in het kort

• Stelkampsveld is een Natura 2000-gebied van 102 hectare van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en particulieren en ligt in de gemeenten Lochem en Berkelland.


• Het gaat om een gebied met essen, graslanden, houtwallen, bosjes en heiden met vennen. In 1990 werd Stelkampsveld aangewezen als habitatrichtlijngebied, in 2013 als Natura 2000-gebied. Toen werd ook gestart met plannen voor natuurherstel en een beheerplan.

• Provincie Gelderland was verantwoordelijk, waterschap Rijn en IJssel trok de planuitwerking en -uitvoering. Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, LTO Noord, Rijn en IJssel, provincie en gemeenten werkten samen via een bestuurlijke begeleidingsgroep. Ook was er een ambtelijke projectgroep. Bewoners en boeren vormden de belangengroep Beekvliet-Stelkampsveld.

• In de voorkeursvariant werden werden reguliere landbouwactiviteiten in het gebied beëindigd, uitgezonderd extensieve vormen van agrarisch medegebruik. Daarnaast werd 450 hectare in en om de begrenzing van Stelkampsveld vernat.

• Met circa honderd eigenaren van huizen en bedrijven die schade ondervinden, zijn afspraken gemaakt over schaderegelingen. En er is natschade gemitigeerd.• Om het project te kunnen realiseren, zijn vier boeren uitgekocht. Er kwam geen ruilverkaveling.

Melkveehouder Anton Baks en zijn vriendin Diana van Engelenhoven.
Melkveehouder Anton Baks en zijn vriendin Diana van Engelenhoven. © Jan Van Den Brink Fotografie

Bedrijfsverplaatsing familie Baks ging langzaam, moeizaam en stroperig

Anton Baks heeft bijna tien jaar een boerenbedrijf in Doetinchem. Daarvoor woonde en boerde de melkveehouder op een prachtige plek, midden in het Stelkampsveld.

Maar de plek was dermate mooi, dat de vennetjes die hij vanuit het raam kon zien ervoor zorgden dat hij zijn veestapel niet kon uitbreiden. Hij was een van de vier boeren die werden verplaatst voor de vernatting en andere natuurherstelwerkzaamheden in het Natura 2000-gebied Stelkampsveld.

Baks boerde in Barchem op een pachtbedrijf. Dit maakte verplaatsing een stuk lastiger omdat hij minder eigen vermogen kon inbrengen. Eigendomsbedrijven vielen af. Uiteindelijk kwam Baks in Doetinchem terecht, met naast een deel eigendom opnieuw pacht van Staatsbosbeheer.

Honderd melkkoeien

De ondernemer heeft de afgelopen tien jaar de bedrijfsomvang van zijn melkveehouderij in Doetinchem verdubbeld tot honderd melkkoeien. ‘Dat was ook in Barchem gebeurd als ik daar verder had kunnen groeien. Dat kon niet vanwege de beperkingen. Hier kreeg ik de kans wel. Maar uiteindelijk moet je het natuurlijk wel zelf doen.’

De verplaatsing is al tien jaar geleden en de details en emoties zijn gelukkig weggezakt. Toch weet Baks wel dat het proces buitengewoon moeizaam en stroperig verliep. ‘Vanaf het eerste gesprek duurde het uiteindelijk tien jaar voordat we op een nieuwe plek verder konden’, zegt hij.

Stress en frustratie

‘Je denkt dat je dicht bij een akkoord bent en vervolgens is er geen geld meer of er wordt iets anders beloofd wat niet doorgaat’, vervolgt Baks. ‘Dit soort processen zou sneller moeten verlopen, want het levert enorm veel stress en frustratie op bij de betrokkenen. En dat jarenlang.’

Volgens de melkveehouder moeten ondernemers die hiermee te maken krijgen goed voor ogen houden wat ze uiteindelijk willen. ‘En je moet goede adviseurs hebben die het oog op de bal houden en rationeel blijven denken. Zelf lukt je dat door de emoties minder.’

Baks ziet zich nu opnieuw voor een uitdaging geplaatst. ‘We vallen weer binnen de cirkel van een natuurgebied, dat destijds niet veel voorstelde. Maar nu zijn er plannen voor uitbreiding en vernatting. Geen Natura 2000 maar een natuurgebied dat onder het Gelders Natuurnetwerk valt. Eerlijk gezegd heb ik geen trek in weer zo’n proces.’

Het wordt voor uitplaatsers volgens Baks in de toekomst lastig een plaats te vinden waar nog volop kan worden geboerd. ‘Die plekken worden steeds schaarser in Nederland. Dat maakt het allemaal nog gecompliceerder.’


© Jan van Ruland

Meepraten in gebiedsproces bezorgde Marian Ruesink slapeloze nachten

Marian Ruesink heeft met haar man Marcel Harbers een melkveebedrijf in Borculo, aan de rand van het Stelkampsveld. Hun bedrijf heeft te maken met de gevolgen van de vernatting van het Natura 2000-gebied.

‘Het grondwater moet worden vastgehouden, daarom zijn sloten in het natuurgebied ondieper gemaakt en gedempt’, stelt Ruesink. Maar ook daarbuiten zijn landbouwpercelen opgehoogd om vernatting op boerenpercelen te voorkomen.

Bij Ruesink en Harbers zouden de mestkelders ondieper moeten worden, zodat er geen schade zou ontstaan bij een hoge grondwaterwaterstand. ‘Maar dat kan alleen als er geen mest in de kelder zit. Onmogelijk. Ook al lopen ze buiten, koeien produceren mest als ze in de stal zijn om gemolken te worden. Die onkunde, ook over andere zaken, daar heb ik me aan geërgerd’, zegt Ruesink.

Stikken of slikken

De mestkelders werden dus niet aangepast. Het was een van de vele frustraties die het stel ondervond tijdens de onderhandelingen over de afhandeling van de natschade. ‘Je hebt te weinig keuze, het is stikken of slikken, anders verzand je in een juridisch moeras. Zienswijzen worden gebundeld, er gaat een nietje door met een toelichting en dat is dan dat. En als je toch een punt denkt te hebben, wordt een nieuw en duurbetaald bureau ingeschakeld dat het tegendeel bewijst’, verzucht Ruesink.

Nog meer impact had het gebiedsproces dat vooraf ging aan de uitvoering van de maatregelen in en rond Stelkampsveld, waar de melkveehouder direct bij was betrokken. Ze werd als lid van de lokale belangengroep toegevoegd aan de bestuurlijke overleggroep. ‘Ze vonden dat het gebied niet werd gehoord en daarom kreeg ik de kans om deel te nemen aan de besluitvorming’, vertelt ze.

Hoewel de melkveehouder met frisse moed aan deze klus begon, werd dit het begin van een frustrerende periode met slapeloze nachten. ‘Je praat met bestuurders die na afloop van de vergadering weer naar een andere vergadering gaan om over een volgend gebied te praten.’

Geen betrokkenheid

Bovendien wisselde de samenstelling van de groep steeds. ‘Dan komt er geen betrokkenheid, is er geen idee wat de impact is. Niemand voelt zich echt verantwoordelijk, uitzonderingen daargelaten’, legt Ruesink uit. ‘Maar als je de gevolgen van de plannen aan den lijve ondervindt, sta je ermee op en ga je ermee naar bed.’

De ondernemer is naar eigen zeggen sceptisch geworden door het hele proces. ‘Er is echt iets geknakt. Er werd niet serieus naar ons geluisterd.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer