Haagse stikstofplannen leiden tot onbegrip

Een tsunami van onbegrip golfde vrijdag 10 juni door de agrarische sector. De stikstofplannen van het kabinet met reducties van minimaal 12 tot maar liefst 95 procent in natuurgebieden stuiten op ongeloof. Er ontbreekt perspectief: is innovatie nog een optie of wordt het keiharde krimp?

Haagse+stikstofplannen+leiden+tot+onbegrip
© Vidiphoto

De mogelijkheden van innovatie, financiële onderbouwing, uitwerking van het flankerende beleid en inbreng van de sectoren missen in de startnotitie Nationaal Plan Landelijk Gebied.

'Wat mij het meeste raakt is dat er in de stikstofplannen en perspectiefbrief weinig terugkomt van alle energie, tijd en geld die we de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd. De Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) heeft geprobeerd op basis van goede argumenten te sturen, maar dat zien we niet terug', reageert POV-voorzitter Linda Verriet.

Voorzitter Kees de Jong van de vakgroep pluimveehouderij LTO/NOP: 'Er leven bij onze achterban veel vragen over de betekenis van de stikstofplannen voor hun bedrijf. Er is nog zoveel onduidelijk. Boeren zijn woedend en dat slaat om in: ik laat me niet wegpesten. Andere pluimveehouders zijn er nu wel klaar mee. Ze slaan aan het rekenen wat er gebeurt als ze in een uitkoopregeling stappen. Zijn er nog restkosten of blijft er nog wat over?'

Wat betekenen de stikstofopgaves voor de keten ervoor en erna?

Kees de Jong, voorzitter vakgroep pluimveehouderij LTO/NOP

In de melkveehouderij radicaliseren sommige melkveehouders, terwijl anderen gelaten reageren. 'De emmer aan regels die over de sector heen wordt gestort is zo groot', vindt voorzitter Erwin Wunnekink van LTO Melkveehouderij. Ook hij constateert dat er nog veel onduidelijkheid is over wat het betekent voor een bedrijf. 'Dat geeft veel onrust.'


Overleg met provincies

Er moet volgens Wunnekink overleg komen met provincies over de uitwerking van het beleid. 'Maar dit is zonering van bovenaf. In 2032 al grondgebonden zijn, is in veedichte gebieden lastig. Zelfs wanneer mag worden gewerkt met regionale afzetmogelijkheden. En financieel is het zeker voor gezinsbedrijven op zo'n korte termijn niet realiseerbaar. Die worden keihard geraakt.'

Verriets achterban is tegenslagen gewend, stelt ze. 'Maar het is en blijft een oneerlijke strijd.' De varkenshouderij heeft een eigen actieprogramma en heeft al 80 procent ammoniakreductie geleverd. 'Varkenshouders werken achter de schermen gestaag door, maar ze zitten er neergeslagen in.'

Van varkenshouders in de buurt van depositiegevoelige gebieden hoort Verriet dat de psychologische druk via omwegen wordt opgevoerd. 'Houd desondanks het hoofd koel en oren en ogen open. Zorg dat je in beeld hebt of je met je bedrijf op een goede plek zit. Zo niet en krijg je de kans om te verplaatsen, pak die dan', luidt haar advies.


Grote opgaves qua stikstof liggen er rond de Veluwe, De Peel en kleinere natuurgebieden. Wunnekink: 'We moeten tijd kopen om tegengas te geven. Perspectief wordt nauwelijks geboden.'

Naast wat het voor individuele gezinsbedrijven betekent, is De Jong ook bezorgd over het feit dat pluimveebedrijven de 'goedkopere' stikstof hebben en in gebieden zitten die een forse reductieopgave meekrijgen. 'Hoeveel van de sector blijft over en wat betekent het voor de keten ervoor en erna?'


Rol van innovatie

Wat de pluimveevoorzitter vooral mist is de rol van innovatie. 'Nederland is daar sterk in. Kijk eens wat bedrijven als Lely en Vencomatic voor technieken hebben. Daar kan de politiek toch geen oogkleppen voor op hebben. Hopelijk komt het gezond verstand terug zodat er levensvatbare sectoren overblijven. We kunnen zoveel meer bereiken met innovatie, waardoor we ook de banenmotor achter de sector in de benen houden.'

Boeren trekken bedrijven aan, zegt Wunnekink. 'Melkfabrieken komen op plaatsen waar veel vee is. Zo ontstaat een enorm agrocomplex. Ook voor die schakels in de keten hebben de voorstellen enorme gevolgen. En er wordt met twee maten gemeten. Elektrificatie in de wegenbouw mag wel, bij ons wordt alles onder een vergrootglas gelegd.'


Best practices

De Regeling Ammoniak en Veehouderij moet volgens Wunnekink blijven, anders staan de ontwikkelingen stil. 'Best practices moeten het uitgangspunt zijn. Vakmanschap en management worden nu nergens beloond. Ook innovaties als kunstmestvervangers verdienen veel meer aandacht.'

Verriet noemt het ontbreken van de sociale en economische impact van de maatregelen opvallend. 'De ministers gaven herhaaldelijk aan een kosten-batenanalyse te zullen maken, maar er is nog steeds geen zicht op wat de plannen gaan opleveren en of dat opweegt tegen de kosten die moeten worden gemaakt. De impact is enorm en dat allemaal op basis van onhaalbare doelen en foute rekenmodellen.'

De plannen zijn volgens De Jong te veel een dictaat dat vanachter de tekentafel is bedacht. 'Als het nodig is, moet het kabinet de wet aanpassen zodat we niet meer hoeven te kijken naar bepaalde waardes qua depositie die je moet behalen.'



Arjan Prinsen, melkveehouder in Haarlo
Arjan Prinsen, melkveehouder in Haarlo © Jan van den Brink

‘Het is belangrijk dat we reductie kunnen aantonen’


Melkveehouder Arjan Prinsen uit Haarlo vindt het belangrijk dat de overheid oog heeft voor innovaties. Ook op die manier is reductie mogelijk. Als deelnemer aan het project ‘Stikstofmonitoring Achterhoek’ wil hij de daadwerkelijke stalemissie laten zien. Zodat hij ook erkenning krijgt als hij de stalemissies verlaagt door bijvoorbeeld aanpassingen in het management.

‘De druk in de regio wordt heel groot. Voor mijn bedrijf betekent dit moment nog niet zoveel. Wel is het belangrijk wat ik heb gedaan, wat ik ga doen en wat de overheid wil. Als we aan kunnen tonen dat we veel kunnen reduceren, moet daar ook ruimte voor zijn’, geeft de Gelderse melkveehouder aan.

Het bedrijf van Prinsen ligt aan de rivier de Berkel. Dit betekent dat het moet voldoen aan de Nitraatrichtlijn. Het Natura 2000-gebied Stelkamps Veld ligt wat verder weg. ‘Maar de sector heeft ook te maken met bijvoorbeeld methaan. Er komen veel zaken op ons pad die ons vestigingsklimaat enorm beïnvloeden.’

De ondernemer speelt hierop in door te focussen op het sluiten van de kringlooplandbouw. Zo wordt stikstofstripping toegepast om de uitstoot te reduceren. ‘Maar het is de vraag of dit wordt erkend. De groeimogelijkheden worden met dit beleid wel erg beperkt.’ Dat is voor hem reden om in het kader van ‘Stikstofmonitoring Achterhoek’ met negentien andere bedrijven te meten wat de daadwerkelijke stikstofemissie in de stal is.

‘Het is belangrijk dat een veehouder die heeft geïnvesteerd in bijvoorbeeld een emissiearme vloer hiervoor wordt beloond. Daarom moeten dergelijke systemen worden erkend’, stelt Prinsen.

Het belang is groot, weet Prinsen. ‘Wanneer ik kan aantonen dat de emissie geen 13 maar 8 kilo is, heb ik een behoorlijk deel van die reductie te pakken. Dat die lagere emissie niet wordt meegenomen, is extra frustrerend in gebieden rond Natura 2000-gebieden waar een extremere reductie moet worden doorgevoerd’, besluit de veehouder.



Joris van Lierop, pluimveehouder in Asten-Heusden
Joris van Lierop, pluimveehouder in Asten-Heusden © Eigen Foto

‘Ik weet nog niet wat ik ervan moet denken’


‘Ons bedrijf valt net buiten de 1 kilometerzone van Natura 2000-gebied De Peel’, zegt pluimveehouder en bestuurder Joris van Lierop van de kring Leg van LTO/NOP. ‘Maar we vallen wel in het gebied met 47 procent reductie.’

Dat is dus een zware opgave. Maar op een andere kaart in de Startnotitie Nationaal Programma Landelijk staat het bedrijf ingetekend in het ‘Gebied met potentie voor grote stikstofreductie voor heel Nederland’. Van Lierop: ‘Betekent dit dat we op de nominatie staan om opgekocht te worden of moeten we toch veel stikstof reduceren? En hoe komen ze aan onze gegevens?’

Het is voor Van Lierop, die samen met zijn ouders Pieter en Malou een bedrijf runt met 130.000 scharrelhennen en zo’n 40.000 vrije-uitloophennen in het Brabantse Asten-Heusden, de grote vraag. Het is wel duidelijk dat hij het beleid belachelijk vindt.

‘In het NOS-Journaal van 9 juni zagen we wat er zou moeten gebeuren om de doelstellingen van de uitstoot op De Peel te halen. Zelfs als je alle bedrijven in een straal van 10 kilometer of nog verder rond De Peel weghaalt, kom je er niet.

Wat een enorme kaalslag zou dat zijn in alle opzichten, stelt Van Lierop. ‘En onze lokale economie zal hier een enorme klap van krijgen. Datzelfde geldt voor de Gelderse Vallei. Het is dus niet haalbaar en het moet anders. Zeker wanneer je je bedenkt dat in Nederland meer dan 80 procent van de natuur stabiel of positief wordt gelabeld.’

Van Lierop is niet van plan te stoppen of verkassen. ‘We hebben al veel gedaan om de uitstoot te verlagen. De mestbanden in de volière draaien we twee keer per week af. En we hebben geïnvesteerd in warmtewisselaars. Ook in de winter droogt de mest heel snel en daarmee daalt de ammoniakuitstoot fors.’

Het klimaat voor de hennen is ook verbeterd. Van Lierop: ‘Ik weet niet wat we nog meer kunnen doen. We staan er wel voor open om ons bedrijf verder te verbeteren, maar niet om te vertrekken.’



Jaco Geurts, varkenshouder in Scherpenzeel
Jaco Geurts, varkenshouder in Scherpenzeel © Frans Kanters

‘Ik houd er rekening mee dat er nog meer komt’


‘We hebben het nu over stikstof, maar er komt nog meer’, zegt varkenshouder Jaco Geurts uit het Gelderse Scherpenzeel. Geurts doelt op de discussies over fijnstof en water die ook nog moeten worden gevoerd.

Het bedrijf van Geurts ligt in de Gelderse Vallei. Hemelsbreed best ver van het Natura 2000-gebied de Veluwe. Toch kleurt de omgeving van Scherpenzeel op de kaart van stikstofminister Christianne van der Wal rood. ‘Stel dat ik een kwart of de helft van mijn bedrijf moet inleveren, dan is mijn bestaansrecht weg.’

Geurts houdt rekening met een generieke korting of extra eisen voor stalaanpassingen. ‘Vastomlijnde plannen heb ik nog niet. Daarvoor is het ook allemaal nog veel te vers.’

Op de vraag of hij er zenuwachtig van wordt, klinkt een volmondig ‘nee’. ‘We moeten ons de kop ook niet gek laten maken. Toen landbouwminister Jozias van Aartsen in 1998 de varkensrechten een kwart wilde korten, gaf dat ook een groot gevoel van onrecht. Dat hebben we toen ook doorstaan. Ik heb altijd gezegd dat ik tot mijn 70ste boer wilde blijven, maar onder de huidige omstandigheden ben ik daar niet zo zeker meer van.’

Wat Geurts stoort is dat de overheid 25 miljard euro publiek geld uittrekt om de landbouw te herstructureren, lees: verkleinen. Van der Wal en landbouwminister Henk Staghouwer gooien met hun schrijfsels ‘gewoon wat over de schutting’, stelt hij. ‘De onzekerheid is voor ons alleen maar groter geworden.’ Wat Geurts daarvan merkt? ‘Iedereen heeft het erover. Er wordt nergens anders over gepraat.’

De teneur bij de landelijke politiek is dat de agrarische sector in de Gelderse Vallei moet wijken voor andere bestemmingen. Maar het gebied telt ook een heleboel aanverwante bedrijven die voor hun inkomen afhankelijk zijn van de agrosector. Aan de impact van de voorstellen voor die bedrijven, wordt in Geurts optiek wel erg gemakkelijk voorbijgegaan. ‘We moeten daarom met elkaar zoeken naar mogelijkheden om de plannen om te buigen.’

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    10° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
Meer weer