Nederland krijgt 810 miljoen euro om klap brexit op te vangen

Het geld kan onder meer ingezet worden voor hulp voor bedrijven die getroffen worden door de brexit, lokale gemeenschappen, het creëren van banen en steun aan EU-burgers bij herintegratie. Het geld gaat naar landen in de Europese Unie die relatief hard geraakt worden door de brexit.

De grootste ontvanger is Ierland, dat ongeveer 1 miljard euro krijgt vanwege het vertrek van de Britten. Nederland volgt als tweede land. Andere landen die geld uit het Europese fonds krijgen, zijn Frankrijk (circa 670 miljoen euro), Duitsland (590 miljoen euro) België (350 miljoen euro) en Denemarken (250 miljoen euro).

Geldsteun

Het geld zal onder meer in de landbouw terechtkomen. Met name de Nederlandse visserijsector zal profiteren van het fonds. Bedrijven die handeldrijven met het Verenigd Koninkrijk kunnen in aanmerking komen voor geldsteun uit het fonds. Het Europarlement bepaalde dat de looptijd langer mag duren dan in het oorspronkelijke plan van de Europese Commissie; tot en met 31 december 2023.

Er zijn drie belangrijke criteria die bepalen hoeveel steun een land kan krijgen. Er wordt gekeken naar het belang van handel met de Britten, de mate van visserijactiviteiten in de exclusieve economische zone van het Verenigd Koninklijk en het aantal burgers dat woont in de kustregio's die dichtbij het voormalige EU-land liggen.

Hoe zwaarder deze drie factoren wegen, des te meer geldsteun een lidstaat kan ontvangen. Nog dit jaar ontvangen de lidstaten samen 1,6 miljard euro uit het fonds. De overige 3,4 miljard euro wordt tot 2025 in verschillende tranches uitbetaald.