Vleesvervangers? Nederlandse teler pikt amper een graantje mee

De verkoop van vlees- en zuivelvervangers groeit jaarlijks met enkele tientallen procenten. De gedeeltelijke switch van dierlijke naar plantaardige eiwitten zou dus goed nieuws kunnen zijn voor akker- en tuinbouwers. In werkelijkheid blijven de arealen van gewassen als soja, veldbonen en erwten erg bescheiden. Hoe kan dat?

Vleesvervangers%3F+Nederlandse+teler+pikt+amper+een+graantje+mee
© Twan Wiermans

Maar weinig andere voedingsmiddelen laten zulke hoge groeicijfers zien als vlees- en zuivelvervangers. Na het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Italië is Nederland het land waar deze producten het meest worden geconsumeerd. In kilo product staan de verkopen van vleesvervangers op 4,9 procent ten opzichte van 'gewoon' vlees. Die van zuivelvervangers staan op 4,5 procent ten opzichte van 'gewone' zuivel. In 2019 was dit voor beide productgroepen nog 3,2 procent.

Als je de opbrengsten verhoogt naar 5 ton, ben je een heel eind

Rob van de Lindeloof, sectordirecteur akkerbouw van Agrifirm

'Kassa' dus voor de Nederlandse akker- en tuinbouwers, zou je denken. Maar dat blijkt toch net wat ingewikkelder te liggen. Het Nederlandse areaal peulvruchten, waaronder gewassen als soja en veldbonen, stelt met 0,8 procent van het totale akkerbouwareaal niet zoveel voor. Het gaat grofweg om 4.100 van het 550.000 hectare tellende akkerbouwareaal in ons land. Het areaal sojabonen, het belangrijkste ingrediënt voor vlees- en zuivelvervangers, is zelfs weer gekrompen.

En dat terwijl zowel de Europese Unie als de Nederlandse overheid inzetten op een stevige eiwittransitie. Daarbij worden zelfs cijfers als 100.000 hectare voor eiwitgewassen in Nederland genoemd.

Volgens Gea Bakker-Smit, sectormanager Food & Agri van Rabobank, gaat de grote areaalgroei voor peulvruchten er in de huidige omstandigheden ook niet komen. 'Dan moet er echt een ander krachtenspel komen', zegt ze. 'Het komt op dit moment niet vanuit de markt. De gehele eiwittransitie staat of valt met financiële haalbaarheid.'

In de ogen van Bakker begint het bij de consument. 'Die moet het belangrijk vinden dat grondstoffen voor vlees- en zuivelvervangers uit de regio komen. Op dit moment bestaat de markt eigenlijk uit twee soorten consumenten. De eerste groep koopt deze producten voornamelijk vanwege dierenwelzijn. De tweede groep denkt vooral aan de ecologische voetafdruk.'

Interesse in grondstoffen uit regio

Bakker denkt dat er wel interesse is bij een groep consumenten voor vlees- en zuivelvervangers van grondstoffen uit de regio. 'Bij biologisch zie je dat die wens bij de consument meer leeft en ook door de coronacrisis is de interesse in gezond en lokaal geproduceerd voedsel gegroeid.'

De Nederlandse Vereniging voor Veganisme denkt ook dat er in hun doelgroep interesse is voor vlees- en zuivelvervangers met grondstoffen 'van dichtbij'. 'Dat producten uit de regio komen vinden vegetarische en veganistische mensen vaak wel belangrijk', zegt communicatiemedewerker Brenda Waldekker van de vereniging. 'Ik denk dat daar ook kansen liggen voor Nederlandse boeren. Maar dan moeten vraag en aanbod wel dichter bij elkaar worden gebracht. Er is een enorme markt voor.'

Voor Rob van de Lindeloof, sectordirecteur akkerbouw van Agrifirm, zit juist de grootste twijfel bij de bereidheid van de consument om producten van Nederlandse komaf te kopen. 'Ik ben bang dat de consument het wel met de mond belijdt, maar in de winkel toch kiest voor het product dat net twee dubbeltjes goedkoper is.'

Toch ziet de Agrifirm-sectordirecteur mogelijkheden voor Nederlandse peulvruchten en soja. 'Daar gelden wel een paar voorwaarden voor. Als eerste moeten ze renderend worden. Ze moeten minstens kunnen concurreren met de hoogsalderende gewassen die nu in het bouwplan van een Nederlandse akkerbouwer zitten. Als tweede moet het gebruik van lokale grondstoffen worden beloond, het moet zijn terug te zien in de prijzen. Als derde moeten innovaties het mogelijk maken deze gewassen beter te laten slagen.'

Veredeling

Van de Lindeloof ziet een belangrijke rol weggelegd voor veredelaars. 'In 2019 moesten we bijvoorbeeld een vijfde van het soja-areaal laten staan door de slechte oogstomstandigheden. Natte omstandigheden in september en oktober zijn funest. Met die ervaringen is de lol er voor Nederlandse akkerbouwers snel van af.'

Via veredeling denkt Van de Lindeloof dat het mogelijk is om het groeiseizoen van soja te verkorten. 'Daarnaast moeten de opbrengsten omhoog om het renderend te maken. Voor soja liggen de opbrengsten nu op 2,5 tot 3 ton per hectare. Als je dat weet te verhogen naar 5 ton, ben je een heel eind.'

De Agrifirm-sectordirecteur ziet verder een belangrijke rol weggelegd voor de producenten van vlees- en zuivelvervangers om producten met Nederlandse grondstoffen beter en herkenbaarder te vermarkten. 'Zoals je bijvoorbeeld bij melk of eieren ziet, waarbij je als consument zelfs kunt zien van welk bedrijf het product afkomstig is. Dat soort voorbeelden zou je hier ook kunnen gebruiken.'

Goedkope soja

Uit navraag bij diverse producenten van vleesvervangers blijkt dat ze wel voorkeur hebben voor Europese grondstoffen. Toch komt het grootste deel van buiten Europa, met name uit Noord-Amerika. 'Als de concurrentie niet meegaat met het inkopen uit de regio, maar gaat voor goedkope soja uit het buitenland, prijs je jezelf uit de markt', stelt marketingmanager Mark van Noorloos van vleesvervangerproducent Schouten.

Schouten is al sinds 1990, als eerste in Nederland, actief in de vleesvervangers. 'Inmiddels is er door het succes veel concurrentie bijgekomen. Dat betekent dat we ook scherp moeten zijn op ons inkoopbeleid. Het liefst halen we onze grondstoffen wel uit Nederland of Noordwest-Europa. Dat hebben we ook opgenomen in onze meerjarenvisie. Soja halen we al meer uit Europa dan eerder het geval was, met name uit Frankrijk en Servië.'

Volgens marketingmanager Karin Löwik van vleesvervangerproducent Vivera is een belangrijke reden dat veel soja uit Noord-Amerika komt de goede infrastructuur die daar aanwezig is voor de verwerking van soja. 'Sojabonen voor onze tofoe komen uit Europa, vooral uit Frankrijk. Maar de texturaten halen we vooral uit Noord-Amerika en China. Het zou mooi zijn als we voor de processing en grondstoffen daar niet meer van afhankelijk zijn.'

Veganisten kritisch op overname Vivera door 'vleesgigant'

De Nederlandse Vereniging voor Veganisme is kritisch op de overname van vleesvervangerproducent Vivera door de Braziliaanse vleesproducent JBS. Deze week werd bekendgemaakt dat het bedrijf uit Holten voor 341 miljoen euro wordt overgenomen door de op een na grootste voedselproducent ter wereld. 'Dat is zorgelijk', stelt woordvoerder Brenda Waldekker van de vereniging. 'Het lijkt hier vooral om het grote geld te gaan en niet om het ideaal om de consument te helpen over te schakelen op meer plantaardig voedsel.' JBS neemt Vivera over vanwege de groei van de verkoop van vleesvervangers in diverse markten. JBS heeft al enkele merken van vleesvervangers in de portefeuille, zoals Seara Incrível, een marktleider in plantaardige hamburgers, en Planterra OZO in de Verenigde Staten. Er zijn meer slachterijketens die investeren in vleesvervangers, zoals Vion met een productielocatie in Leeuwarden.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer