Zuidelijke teler bemest niet optimaal

Dit blijkt uit onderzoek door het Amsterdamse onderzoeksbureau Ferro Explore in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Onderzocht is wat op de zuidelijk zand- en lössgrond bepalend is als het gaat om de bemesting.

Van december 2017 tot en met februari 2018 zijn veertien gesprekken gevoerd met akkerbouwers en vollegrondsgroententelers, en vier gesprekken met experts rondom deze doelgroep. De onderzoekers wijzen er op dat er regelmatig grond wordt gehuurd bij veehouders.

Weinig invloed

In een interview wordt door een expert erop gewezen dat naar zijn schatting in Zuidoost-Nederland 80 procent van de akkerbouwgrond gehuurd wordt van veehouders. Akkerbouwers hebben op dergelijke percelen weinig invloed op de bemesting.

Ten aanzien van de bemesting lopen de belangen van akkerbouwers en vollegrondsgroententelers niet parallel aan die van veehouders. Het bemestingsplan en de mestadministratie ligt in handen van de verhurende veehouder die graag veel mest op deze grond wil plaatsen.

Mestoverschot

Veehouders beschouwen mest als een afvalproduct en akkerbouwers als belangrijk bedrijfsinstrument, waarop ze nu veel te weinig vat op hebben. In de ogen van de akkerbouwers zijn zij de dupe van het mestoverschot van de veehouders.

Deze groep akkerbouwers en vollegrondsgroenteletes zijn ongelukkig met die positie omdat hun belangen bij de bemesting van gewassen niet parallel lopen aan die van de veehouder.