Overbodige schapenwol wordt vernieuwende bemester en groeimedium

Wat ooit begon met vier schapen in de achtertuin, is uitgegroeid tot een innovatief product. De Haarlemse Natalie Bogtman werkte aanvankelijk in de modewereld, maar werd door haar passie voor schapen per toeval wolverwerker.

Overbodige+schapenwol+wordt+vernieuwende+bemester+en+groeimedium
© Bert Hartman

Na verloop van tijd ontwikkelde Bogtman ORO wolkorrel: een duurzame plantenvoeding gemaakt van schapenwol. 'Het restmateriaal wol blijkt een serieuze vervanger voor turf en kunstmest', vat ze het product samen in haar boogloods op het terrein van MAAK.

De transportband en heftruck in de loods op het bedrijvencomplex voor circulaire ondernemers in Haarlem herinneren nog aan de periode dat de wol ter plekke werd verwerkt tot voedingsstof. Tot de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op bezoek kwam en de productie stil legde.

Maar eerst terug naar het begin. De liefde voor wol begon klein. 'Ik had een paar schapen in de achtertuin staan voor het gras. Toen ze werden geschoren, dacht ik: wat doe je eigenlijk met wol?' De ondernemer begon workshops te volgen over vachtvilten en merkte hoe weinig mensen weten van dit materiaal. 'Ik zag dat je met alleen wol, water en zeep een stevige structuur kunt vilten. Dat is magisch.'

Uiteindelijk lukte het met een oude pelletpers van een kippenmestbedrijf

Natalie Bogtman, ontwikkelaar van ORO wolkorrel

Lang bleef het niet bij workshops. Het enthousiasme groeide, net als het aantal schapen. 'Ik had op een gegeven moment vijftig stuks en verwerkte wel 3.000 kilo wol per jaar voor mijn cursussen en producten', vertelt Bogtman. Maar dat was slechts een druppel op de gloeiende plaat: in Nederland komen jaarlijks miljoenen kilo's schapenwol vrij, waarvan het grootste deel als afval verdwijnt. 'Dat voelde zo zonde.'


Brainstormsessie in Rotterdam

Tijdens een brainstormsessie over circulair gebruik van restmaterialen georganiseerd door provincie Zuid-Holland en Blue City in Rotterdam, kwam de suggestie op tafel dat wol mogelijk als meststof kon dienen. 'De vonk sloeg gelijk over.'

De Haarlemse stuitte op een Amerikaans voorbeeld van planten die zichtbaar beter groeiden in potgrond met wolkorrels. 'Op foto's zag je wortels die veel sterker ontwikkeld waren dan bij turf. Dat gaf het zetje. Ik dacht: dit kunnen wij in Nederland ook.'

Dat wol bruikbare voedingsstoffen bevat, was al bekend. Het zit vol organisch stikstof, kalium en zwavel; allemaal waardevol voor planten. Maar hoe verwerk je die lange vezel tot iets dat geschikt is voor in potgrond? 'We hebben van alles geprobeerd. Uiteindelijk lukte het met een oude pelletpers van een kippenmestbedrijf. Geen toevoegingen, alleen fijngehakte wol en een goede vochtbalans.'


Knipoog naar Spanje

Het resultaat was een korrel die langzaam afbreekt en voeding afgeeft aan de bodem. Ze noemden het ORO wolkorrel: Overige Reststromen Opwaarderen. Het is ook een knipoog naar het Spaanse woord goud, want Natalie Bogtman en haar partner Maarten willen ooit een stuk grond in Spanje kopen en daar de verwoestijning vergroenen.


De korrels houden ook vocht vast, waardoor planten beter bestand zijn tegen droogte en natte periodes. In proeven met aardbeien en tuinkers bleken planten met wolkorrels sterker en weerbaarder, zelfs bij extreme regenval. 'Ze gingen niet rotten, in tegenstelling tot de controleplanten. Dat was een verrassende bijvangst', licht Bogtman toe.

Ondertussen speelde ook de maatschappelijke discussie over turf. Jaarlijks importeert Nederland miljoenen kubieke meters turf uit de Baltische staten voor potgrond. Ontginning daarvan leidt tot grote CO2-uitstoot en verwoesting van kwetsbare veenlandschappen. Bogtman: 'Dat turf de nieuwe palmolie zou worden, had ik al eerder gehoord. Toen toenmalig landbouwminister Carola Schouten het turfgebruik wilde verminderen, wist ik: dit is het moment om door te pakken.'


Niet zonder hobbels

Toch verliep het pad naar professionalisering niet zonder hobbels. Nadat Bogtman haar eigen kleine 'wolkorrellfabriek' had geopend, greep de NVWA in. Zelf produceren mocht niet zonder specifieke certificering. 'Ze stonden opeens op de stoep. Ik mocht niet langer doorgaan. Dat kwam keihard aan. Ik had alles opgebouwd, geïnvesteerd, en voelde me ineens illegaal bezig met iets wat goed is voor de aarde.'

De oplossing kwam via het netwerk van de Haarlemse Innovatieprijs, die ze datzelfde jaar won. Een jurylid bracht haar in contact met een producent die wel was gecertificeerd en ervaring had met organische meststoffen. 'Ze bood me haar netwerk aan en dat zorgde voor een doorbraak. Nu kunnen we opschalen zonder gedoe. En ik hoef niet meer elke dag honderden kilo's wol te sjouwen', lacht Bogtman.

Met deze stap nam ook de impact toe. Tuincentra en biologische plantenwinkels toonden interesse, klanten keerden terug voor een nieuwe voorraad en gemeenten dachten mee over toepassing in openbaar groen. 'De korrel past in het verhaal van minder kunstmest, beter bodemleven en circulaire teelt. Je kunt ook niet overbemesten, het is mild en vriendelijk voor het ecosysteem.'

Door de ingreep van de NVWA is de herkomst van de wol niet langer traceerbaar. 'Dat is een nadeel van de opschaling. Voorheen wist ik zelf vaak waar de wol vandaan kwam. Maar we kunnen nu wel meer impact maken.'


Afgedankte grondstof krijgt tweede leven als wolkorrel

In Nederland produceren schapenhouders jaarlijks zo'n 2 miljoen kilo wol. Een groot deel van deze wol is ongeschikt voor kledingproductie. 'De meeste Nederlandse verwerkingsbedrijven voor textielwol zijn in de afgelopen decennia sowieso uit Nederland verdwenen. Boeren moeten soms zelfs betalen om er vanaf te komen; bizar als je bedenkt hoeveel tijd, zorg en energie in het scheren van de dieren zit', legt Nicole Bogtman uit. Toch ziet ze de laatste jaren verandering. 'Boeren kunnen wol op meerdere plekken in Nederland inleveren bij de reguliere handelaren en wolfederaties. Daar wordt het ingezameld, zorgvuldig gesorteerd en beoordeeld op kwaliteit. De fijnere, zachtere wol belandt alsnog in kleding of interieurtoepassingen, bijvoorbeeld via het Hollands Wol Collectief. De grovere, stugge varianten krijgen een andere bestemming, zoals isolatiemateriaal, in vilten producten en als plantenvoeding.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    26° / 12°
    10 %
  • Woensdag
    24° / 13°
    20 %
  • Donderdag
    19° / 12°
    30 %
Meer weer