'Sluitend advies geven over stengelaaltjes kan niet'

Een sluitend advies geven over de bestrijding van stengelaaltjes is niet mogelijk. Dat stellen onderzoekers die betrokken zijn bij het ketenproject Uireka in een toelichting over het nieuwe rapport van een onderzoek naar stengelaaltjes in 2022.

%27Sluitend+advies+geven+over+stengelaaltjes+kan+niet%27
© Job Hiddink

Stengelaaltjes vormen een steeds lastiger probleem in de akkerbouw. De aaltjessoort heeft veel waardplanten en het is lastig te voorspellen wanneer problemen kunnen optreden. Daarnaast bestaan er verschillende rassen die morfologisch niet zijn te onderscheiden en deels verschillende waardplanten kennen.

Het is daarom volgens Uireka-onderzoekers onmogelijk een sluitend advies te geven over welke gewassen veilig kunnen worden geteeld en wat slimme gewasvolgordes zijn, zo valt te lezen in het rapport. Het onderzoek naar stengelaaltjes startte in 2020, met als doel informatie te krijgen over bodemeigenschappen die besmetting met stengelaaltjes bevorderen of in stand houden.

Daarnaast wilden de onderzoekers weten of zonale centrifuge geschikter is voor het extraheren van het ruststadium van stengelaaltjes dan de traditionele methode met de Oostenbrinktrechter. Bij extractie worden stoffen afgezonderd uit een bepaald materiaal overgebracht naar een andere fase. Derde doel was het ontwikkelen en uitvoeren van een pottoets met verschillende stengelaaltjesrassen.


Verschillen in waardplantreeks

Het bestaan van stengelaaltjesrassen die verschillen in waardplantreeks wordt bevestigd. Volgens Uireka zijn de rassen niet morfologisch van elkaar te onderscheiden en dat maakt het opstellen van een bouwplan lastiger. Gerichter teeltadvies is alleen mogelijk als op moleculair niveau onderscheid is gemaakt tussen de rassen.

In het onderzoek zijn 37 populaties uit plantmateriaal verzameld uit verschillende regio's in Nederland, maar ook in het buitenland. De veredeling van de populaties naar herkomst uit verschillende rassen was met onder meer ui (12 populaties) en suikerbiet (11 populaties) onevenwichtig.


Met plantmateriaal konden vrij zuivere populaties worden verkregen, maar de aantallen in het materiaal waren meestal niet hoog genoeg om voor zowel moleculaire karakterisering als een pottoets te kunnen gebruiken. Hiervoor moesten de stengelaaltjes eerst worden vermeerderd door ze te inoculeren op een goede waardplant, zoals de tuinboon. Bij inoculatie worden organismen geënt op een voedingsbodem.

Uit recent onderzoek is gebleken dat vermeerdering nauwelijks invloed heeft op de genetische samenstelling van een populatie. De onderzoekers kozen er daarom voor alleen aaltjes te vermeerderen indien nodig en zo mogelijk de basispopulatie te bewaren.


Zonale centrifugemethode

Doorgaans wordt aangenomen dat stengelaaltjes vaak als een ingedroogde inactieve overlevingsstructuur in de grond voorkomen. In het Uireka-onderzoek is bekeken of ze in grondmonsters kunnen worden aangetoond met de zonale centrifugemethode. Met deze methode kunnen ook inactieve aaltjes worden aangetoond.

Na het onderzoek is volgens Uireka geen uitspraak te doen over of er met de zonale centrifuge meer stengelaaltjes in het ruststadium kunnen worden geëxtraheerd, vergeleken met de Oostenbrinktrechter. Dat is de traditionele methode waarbij alleen actieve aaltjes kunnen worden geëxtraheerd.

Over de mogelijke extra extractie is geen duidelijke conclusie te trekken vanwege het tijdstip van het beweeglijk worden van de aaltjes tijdens het proces. In de methodevergelijking was na drie dagen het merendeel van de aaltjes weer beweeglijk geworden.

Voor de extracties zijn stengelaaltjes gebruikt uit gedroogde narcissenbollen, waarin de aaltjes zich in het ruststadium bevonden. Tijdens de extractie in de mistkast werden ze actief. Daarna werden ze weer onbeweeglijk, maar het is onvoldoende duidelijk of dit daadwerkelijk om het ruststadium ging.


Voldoende materiaal

De vermeerdering van populaties is van belang om voldoende materiaal te verkrijgen voor waardplanttoetsen. In 2022 onderzocht Uireka hoe verscheidene populaties stengelaaltjes uit verschillende akkerbouwgewassen en bloembollen zich vermeerderen in veldbonen en uienbollen.

De onderzoekers concluderen dat het aantal aaltjes dat kan worden verkregen na vermeerdering op tuinboon in de meeste gevallen hoger is dan na vermeerdering op uien. Daarmee lijkt de inoculatie op tuinboon de beste methode voor het vermeerderen van populaties uit akkerbouwgewassen voor waardplanttoetsen. Mogelijk geeft een langere kweekduur op uien wel een hogere vermeerdering, maar dat is binnen dit onderzoek niet getoetst.

Daarbij meldt Uireka dat, gebaseerd op dit experiment, het verkrijgen van een grote hoeveelheid stengelaaltjes van een bloembollenpopulatie een probleem kan vormen. Om te bevestigen dat deze populaties minder goed vermeerderen op tuinboon en ui moeten meer bloembollenpopulaties worden onderzocht.


Groeimedium

Vaak wordt voor bloembollen in de kas als groeimedium een potgrondmengsel met zand gebruikt. Proeven waarin aaltjes aan de grond worden toegediend, worden bij voorkeur uitgevoerd in toetsgrond of zand om de aaltjes na afloop weer te kunnen extraheren. Om de geschiktheid van toetsgrond als groeimedium voor tulp en narcis te bepalen, is de groei vergeleken met de groei in een mengsel van potgrond en zand.

Uit het experiment blijkt dat de groei van narcis en tulp in toetsgrond voldoet en daarmee geen belemmering vormt om proeven uit te voeren met stengelaaltjes. De groei van de wortels is minder goed in het mengsel potgrond/kwartszand dan in de toetsgrond. Uireka denkt dat dit komt door een te vochtig potgrondmengsel.


Bepalen waardplantstatus

Tot slot is binnen het Uireka-onderzoek een methode getoetst om de waardplantstatus voor stengelaaltjes te bepalen, door een reeks van verschillende dichtheden te inoculeren in een toetsgrond en daarna gekiemd zaad te planten. Hierbij zijn de planten onder normale groeiomstandigheden in de kas opgekweekt. De waardplantstatus is de mate waarin een aaltje zich op een bepaald gewas kan vermeerderen.

Met deze methode is een stabiele infectie met stengelaaltjes bereikt. Volgens de onderzoekers beschreven de populatieveranderingen en opbrengstverliesmodellen de gevonden einddichtheden en het effect op de plantengroei goed. De toets moet op een andere locatie worden herhaald om een uitspraak te kunnen doen over de algemene bruikbaarheid van deze methode.


Over Uireka

Uireka is een driejarig ketenproject met als doel de kwaliteit van Nederlandse uien te verbeteren en daarmee de exportpositie te versterken. Om dit doel te behalen, bundelden ketenorganisaties hun krachten. Het project valt onder de Holland Onion Association en wordt mede ondersteund door de Topsector Agrifood.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    25° / 13°
    60 %
  • Donderdag
    23° / 13°
    50 %
  • Vrijdag
    17° / 12°
    40 %
Meer weer