Jongvee trainen voor weidegang

In die tweehonderd dagen leren ze wat gras vreten is, wat een stroomdraad en sloot zijn en dat ze water halen bij een drinkbak of sloot. Ook bouwen ze zo tegelijk weerstand op tegen maag-, darm- en longwormen, stelt de stichting. Na de eerste snede is er volgens haar volop ruimte om jongvee te weiden. Dat kan dan alvast een lichte besmetting doormaken op land waar al koeien hebben gelopen. Daarna kunnen ze door naar het etgroen.

Kalveren vanaf zes maanden kunnen in de zomer prima buiten lopen, mits ze maar voor 1 september weer worden binnengehaald. Zorg wel voor goed gras en een beetje krachtvoer, zodat ze doorgroeien. Ook voor pinken is het belangrijk dat ze eerst een lichte besmetting doormaken op beweid land, voordat ze verder gaan naar etgroen. Deze dieren kunnen tot ver in het najaar buiten lopen. Zijn ze eerder als eenjarige buiten geweest, dan is weiden achter de koeien aan ook een optie.

Niet preventief ontwormen

Zowel kalveren als pinken hoeven niet preventief te worden ontwormd. Het is voldoende om ze in de gaten te houden en als vinger aan de pols een keer een mestmonster te laten onderzoeken door de dierenarts, geeft de stichting aan. Doe dat vooral ook bij het opstallen. De uitslag maakt duidelijk of behandeling nodig is.

Stichting Weidegang raadt verder aan om het beweiden van jongvee te plannen. Pinken blijven gezond als ze één tot anderhalve week op een perceel staan. Schaar telkens in op een ruime weidesnede: 1.600 tot 2.000 kilo droge stof. De graskwaliteit mag iets minder zijn dan voor de koeien. Reken op 1 hectare voor 25 tot dertig dieren. Die kunnen dan vlot 9 kilo droge stof uit gras opnemen.

Kalveren zijn tweewekelijks om te weiden. Met 25 tot dertig kalveren op een hectare kunnen ze zo'n 4 kilo droge stof uit vers gras opnemen. Schaar ze in bij een lichte weidesnede, oftewel 1.200 tot 1.700 kilo droge stof.