Hoe fokken we de koe van de toekomst?

Wat voor soort koe wordt in de toekomst gevraagd en hoe kan de fokkerij daaraan een bijdrage leveren? Willem van Laarhoven, lid van de stichting Fokken voor Levensduur en Joost Klein Herenbrink van CRV noemen het belang van oudere koeien, persistentie, voerefficiëntie en een lage methaanuitstoot. Het goede nieuws volgens Klein Herenbrink: een lage methaanuitstoot en hoge voerefficiëntie gaan hand in hand.

Hoe+fokken+we+de+koe+van+de+toekomst%3F
© Landpixel

'Wij verwachten echt dat de komende jaren wereldwijd veel meer aandacht komt voor het fokken op een hoge voerefficiëntie en een lage methaanuitstoot. Het goede nieuws is dat voerefficiëntie en een lage methaanuitstoot sterk aan elkaar zijn gerelateerd. Dat biedt kansen voor de fokkerij', zegt Joost Klein Herenbrink van CRV.

Klein Herenbrink werkt op de afdeling Global Product Management genetische producten. Deze richt zich op het herkennen van trends voor de komende jaren in de rundveefokkerij wereldwijd. Om die vervolgens te vertalen in fokwaarden voor de praktijk. 'De helft van het sperma dat CRV verkoopt, gaat naar boeren in Nederland en Vlaanderen. De andere helft gaat naar landen over de hele wereld.'


Grote verschillen tussen landen

De thema's voerefficiëntie en klimaat spelen overal, maar er zijn ook grote verschillen, gaat Klein Herenbrink verder. 'Zo speelt weidegang bij ons sterk en in landen als het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland nog sterker. Maar in grote delen van de Verenigde Staten juist helemaal niet. Waar je je op de richt om de 'beste koe van de toekomst' te fokken, hangt op onderdelen dus sterk af van waar in de wereld je actief bent.'

Levensduur wil nog niet echt stijgen op veel bedrijven

Willem van Laarhoven, lid van de stichting Fokken voor Levensduur

Levensduur is een ander thema dat wereldwijd, maar zeker ook in Nederland, veel aandacht geniet vanuit de fokkerij. Mede onder invloed van maatschappelijke discussies neemt dat naar verwachting alleen maar toe.


Honderdtonners

Klein Herenbrink licht toe dat je voor een gerichte fokkerij veel kunt leren door te kijken naar koeien die de 100.000 litergrens passeerden. Nog altijd een mijlpaal en een symbool van levensduur. 'Gemiddeld scoren deze dieren als vaars een duidelijk bovengemiddelde lactatiewaarde. Dat betekent dus dat de best presterende dieren, qua levensduur en levensproductie, als vaars al goed van start gaan.'


Een verschil dat de komende jaren volgens Klein Herenbrink zichtbaarder wordt, is dat steeds meer melkveehouders zelf hun kalveren merkeren op genomics en op basis daarvan keuzes maken. 'Voorheen fokte een boer met bijvoorbeeld een stier als Altantic die goed scoort op klauwgezondheid. Omdat de melkveehouder daar veel waarde aan hecht, fokt hij bewust met nakomelingen van deze stier door. Nu merkert hij al het jongvee en selecteert hij op basis daarvan met welke dieren wordt doorgefokt.

Of de melkveehouder met deze werkwijze aan betrouwbaarheid inboet? 'Nee, het merkeren van vrouwelijk jongvee kun je op dat vlak vergelijken met een derdekalfskoe', antwoordt Klein Herenbrink.


Een jaar aan levensduur winnen

Willem van Laarhoven is verbonden aan de stichting Fokken voor Levensduur. Deze organisatie probeert via fokkerij te stimuleren dat ook wordt gewerkt aan een hogere levensduur bij melkvee. 'Voeding en management zijn belangrijk, maar fokkerij weegt wel degelijk mee', stelt Van Laarhoven.

'Genetisch gezien kan op het gros van de Nederlandse bedrijven nog zeker een jaar aan levensduur worden gewonnen bij de melkveestapel. Dat bewijzen de aanhoudingscijfers van dochters van stieren die jaarlijks worden gepresenteerd. Het aantal dochters dat op 5 jaar na de eerste keer kalven nog in productie is, kan tussen stieren wel 25 procent verschillen', legt Van Laarhoven uit.


Het is volgens Van Laarhoven vooral de houding van veel melkveehouders die maakt dat levensduur nog steeds niet echt wil stijgen op veel bedrijven. 'De laatste jaren is bijvoorbeeld vroeg afkalven erg in zwang. Dat lijkt interessant, maar daarbij moet je het volgende niet vergeten: voorheen behaalde een vaars gemiddeld 75 procent van haar topproductie als volwassen melkkoe. In de afgelopen decennia is dat verschoven naar gemiddeld 83 procent. Dat lijkt positief, maar is het niet altijd. Vroegrijpheid heeft namelijk een sterke negatieve correlatie met levensduur.'

Van Laarhoven merkt vanuit de projecten in het veld dat veel jonge boeren zijn gefocust op levensproductie. 'Ze willen die bereiken via een hoge melkproductie. Vaarzen 'moeten' 30 liter of meer geven. Nou, ik kan je zeggen, dan slijten ze op veel bedrijven te hard.'


Langer doormelken

Een oudere koe aanhouden kan vaak en lang uit, zegt Van Laarhoven. 'Zolang je denkt dat de koe nog een lactatie mee kan, moet je daar altijd voor gaan en erop inzetten dat je haar blijft melken.' De adviseur rekent voor dat een voorbeeldvaars 8.000 kilo melk op jaarbasis produceert. Als dat 80 procent van haar top is, betekent het dat ze 10.000 kilo als volwassen koe produceert.

'Met fokkerij win je hooguit 100 kilo per jaar gemiddeld aan melkproductie. Vijf jaar fokken levert je dan gemiddeld 500 kilo melk meer op. Maar volwassenheid op vijf lactaties levert je 2.000 kilo op. Een nieuwe vaars met vijf jaar gericht fokken die 8.500 kilo produceert, is dus niet snel interessanter dan een oudere koe die 10.000 kilo produceert. En voor die oudere koe heb je al opfokkosten betaald. Voor elke nieuwe vaars moet dat opnieuw', adviseert Van Laarhoven.


Om tot betere resultaten te komen, pleit de stichting Fokken voor Levensduur ervoor om de fokkerij meer en beter af te stemmen op ruwvoerverwerking en weidegang.

'We kennen bedrijven die veel mais voeren, bedrijven die veel kuilgras en vers gras verwerken en bedrijven die vol inzetten op weidegang. Het mooiste zou zijn als we in de toekomst een totaalindex voor deze bedrijfssystemen kunnen presenteren', oppert Van Laarhoven. 'Daarbij moet je krachtvoer en ruwvoer wel scheiden in efficiëntie. Want wanneer is een koe efficiënt? TMR en ruwvoerefficiëntie zijn verschillende zaken.'


Zaak van lange adem

Van Laarhoven benadrukt dat het kunnen presenteren van volledige stierenkaarten voor verschillende bedrijfssystemen op basis van ruwvoerefficiëntie een zaak van lange adem is. 'Het is niet iets wat je in een achternamiddag even uittekent en regelt. Maar de tijd is rijp om er wel meer en beter naar te kijken.'

Klein Herenbrink beaamt dat onderzoek naar voerefficiëntie tijdrovend is. En duur. Toch investeert CRV er al langer in. 'Op vijf praktijkbedrijven testen wij de voerefficiëntie. Eerlijk gezegd voeren die gemiddeld gezien redelijk wat mais. Desalniettemin kunnen we krachtvoer- en ruwvoeropname goed separaat meten. Het lijkt erop dat er een sterke correlatie is tussen die twee.'


Onderzoek soms lastig

De CRV-man ziet graag meer onderzoek, maar naast de kwesties tijd en geld is het op sommige onderdelen lastig uitvoerbaar. 'Je kunt bijvoorbeeld wel de graastijd meten, maar daarmee meet je nog niet de exacte opname.'

Maar de ontwikkeling van sensoren en bijbehorende formules en modellen gaat door. 'Op die manier kunnen we steeds meer en beter voorspellen', geeft Klein Herenbrink aan. 'Ik kan me voorstellen dat we over vijf tot tien jaar per stier kunnen aangeven of zijn verervingspatroon goed past bij een boer met een bepaald bedrijfstype.'


CRV: 'Persistentie zal aan belang winnen in de fokkerij'

CRV schreef eind vorig jaar een enquête uit onder de leden om aan te geven welke richting het fokdoel de komende vijf jaar op moet. De uitkomsten zijn bekend, maar de fokkerijorganisatie werkt nog aan de analyse en wil de resultaten later dit jaar met de leden delen. Joost Klein Herenbrink is benieuwd naar de uitkomsten. Hij verwacht dat het kenmerk vruchtbaarheid de komende jaren op bedrijfsniveau verandert. 'Aan het kenmerk tussenkalftijd (TKT) wordt mogelijk minder waarde gehecht. Sturen op een langere TKT in combinatie met een goede persistentie past wellicht ook beter bij kringlooplandbouw. Persistentie zal daarmee aan belang winnen in de fokkerij. Bij vruchtbaarheid zal het vooral gaan om zo weinig mogelijk inseminaties per dracht.' Wereldwijd ziet Klein Herenbrink een toename in populariteit van hoge gehalten. 'Wij hopen dat we van onze voorsprong op dit gebied kunnen profiteren.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer