Uitval in vrijloopkraamhok daalt

Nieuws Varkens John Lamers 27 nov 2021 om 08:30uur

De uitval in een vrijloopkraamhok daalt eerder dan die stijgt. Dat is de ervaring van de Deense zeugenhouder Asgar Krogsgaard. Belangrijk hierbij is vooral een goed verwarmd biggennest.

Krogsgaard liet dit weten tijdens het webinar 'Free Farrowing: Alternatives to the farrowing crate', georganiseerd door PigProgress.

Dat het vrijloopkraamhok de toekomst heeft, is duidelijk. Het burgerinitiatief 'End the Cage Age' heeft flinke druk op de Europese Commissie gezet. Wetgeving zal op zijn vroegst in 2027 ingaan.

Verplichting vrijloopkraamhokken

Duitsland verplicht vrijloopkraamhokken per 2026 en Oostenrijk per 2033. In Noorwegen, Zweden en Zwitserland is dat al lange tijd het geval. 'Investeer niet meer in een conventioneel kraamhok', tipte Krogsgaard. 'Je krijgt niet meer genoeg tijd om het af te schrijven.'

De zeugenhouder heeft vier jaar geleden gekozen voor vrijloopkraamhokken omdat zijn zoons het gesloten bedrijf met 2.750 zeugen willen overnemen. Hij is afgestapt van staarten couperen en het antibioticagebruik is laag, net als de emissies. Strogebruik is standaard.

Hok groot genoeg maken

'Een goed vrijloopkraamhok moet zo groot zijn dat de zeug zich gemakkelijk kan omdraaien en er genoeg ruimte is om te werpen', zei wetenschapper Vivi Aarestrup Moustsen van het Deense onderzoeksinstituut Seges tijdens het webinar van PigProgress. 'De biggen moeten heel gemakkelijk bij de uier kunnen, ook als de zeugen de eerste dagen vaststaan.'

Krogsgaard is tevreden met zijn kraamhok van 6,25 vierkante meter. Als hij de Duitse eisen had gekend, zou hij hem 6,5 vierkante meter hebben gemaakt. 'Wil je er een kraamopfokhok van maken, dan moet het mogelijk nog groter', stelt onderzoeker Emma Baxter van het Schotland Rural College, die ook aan het woord kwam tijdens het webinar. 'Houd in ieder geval rekening met het aantal biggen en de speenleeftijd.'

Flink verschil tussen zeugen

Ga er bij de bouw van het kraamhok ook van uit dat zeugen in de toekomst helemaal niet meer vaststaan, voegt Aarestrup Moustsen toe. 'Zeugenhouders merken dat er een flink verschil is tussen de zeugen. De ene zeug heeft niet of nauwelijks uitval bij de biggen, die zul je als eerste helemaal vrij laten. Agressieve zeugen zul je altijd hebben, die moeten wel langer vaststaan.'

Voor goede resultaten is volgens Krogsgaard een goed biggennest onontbeerlijk. Net als goed gekwalificeerd personeel. De uitval bij de biggen is bij de vrijloop 13,3 procent en dat is lager dan de 16,1 procent voorheen. Ook de uitval bij de zeugen is gedaald.