CoViVa vraagt om openen verduurzamingsregeling

De afspraak met het ministerie van LNV was om half april de regeling te openen. Die datum is door het ministerie afgeblazen. Op dit moment is bij CoViVa, waaraan onder meer de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) deelneemt, niet bekend wanneer de regeling wel wordt opengesteld.

Er staan volgens CoViVa meerdere ondernemers in de startblokken om zich in te schrijven voor de innovatieregeling Brongerichte verduurzaming stallen. CoViVa heeft deze ondernemers al vanaf najaar 2019 in beeld na een oproep om zich te melden. Ondernemers hebben hier gehoor aan gegeven.

Met het oog op openstelling eerste kwartaal 2020 heeft een deel van deze ondernemers al investeringen ingepland. Zij willen zo snel mogelijk aan de slag om in stallen emissies brongericht aan te pakken en het stalklimaat te verbeteren met het oog op verbetering van leefomgeving, klimaat en dierenwelzijn.

Innovatiespoor varkenshouderij

'Als ondernemers pas na de zomer duidelijkheid over een bijdrage vanuit de Sbv krijgen, is het risico groot dat hun plannen op losse schroeven komen te staan', zegt voorzitter René Coppens van CoViVa. 'In veel gevallen kunnen zij geplande investeringen niet verder uitstellen. We lopen dan met elkaar een groot risico. De coalitie wil voorkomen dat er een valse start wordt gemaakt met het innovatiespoor varkenshouderij en de subsidieregeling om innovaties te ondersteunen.'

CoViVa stelt voor de regeling op korte termijn te publiceren en de inschrijving uiterlijk 1 mei voor een eerste termijn van acht weken open te stellen. 'De ondernemers zijn in beeld en staan klaar om van de regeling gebruik te maken. Ook als CoViVa zijn wij voorbereid om hen te ondersteunen.'

Saneren en innoveren

De Subsidieregeling brongerichte verduurzaming stallen (Sbv) is onderdeel van het Programma Vitale Varkenshouderij. Evenals de saneringsregeling varkenshouderij (Srv) die in januari 2020 is opengesteld. De coalitie kiest voor een gerichte aanpak van saneren en innoveren.

Met de juiste balans tussen saneren en innoveren wordt de Nederlandse varkenshouderij kleiner en behoudt deze voldoende omvang en vernieuwend vermogen om internationaal toonaangevend te zijn. Het blijft een belangrijke werkgever en met de productiewaarde van ruim 6 miljard euro een belangrijke schakel in de Nederlandse economie.