Kom van dat dak af, ik waarschuw niet meer!

Asbestdaken worden niet per 2025 verboden en evenmin per eind 2028. In principe – eventueel nieuw beleid afwachtende – kan asbest blijven liggen en kunnen bedrijven sanering van dakplaten meenemen in de reguliere investeringscyclus van gebouwen.

Met het afketsen van het asbestverbod krijgen we de situatie dat overheid, experts, saneerders en betrokkenen nog 1.001 keer waarschuwen dat asbest toch echt van het dak moet. Verouderde asbestdaken zijn namelijk niet opeens minder kankerverwekkend.

De 400.000 eigenaren van daken met asbest, waarvan 100.000 woningen, zijn echter niets verplicht. 'Neh, neh, neh, neh, neh, neh, van dat dak af.' Het zal nog vaak geroepen worden, maar zonder verbod zijn het oproepen van tandeloze tijgers.

Het wegvallen van alle prikkels – positieve in de vorm van saneringssubsidie en negatieve in de vorm van sancties bij een verbod – is meteen de reden waarom het irreëel is dat het qua beleid hierbij blijft. De overheid heeft een zorgplicht en kijkt op de lange duur niet weg van kankerverwekkende stoffen.

Ondertussen is LTO tevreden met de uitkomst in de Eerste Kamer. Vooral omdat, door de onhaalbare einddatum en de wetenschap dat nog 60 procent van de daken gesaneerd diende te worden voor eind 2024, het saneren gillend duur is geworden.

Die overspannen markt zal nu waarschijnlijk afkoelen. Een andere steen des aanstoots zijn de soms overtrokken veiligheidsmaatregelen. Daaraan verandert met het afketsen van de wet vooralsnog niets, waardoor saneren een enorme kostenpost blijft.

Maar saneren moet, ook volgens LTO. Als de asbestdaken 'op' zijn, wit uitslaan, verpulveren en afbrokkelen, moeten de platen van het dak. Die waarschuwing zullen eigenaren tot vervelends toe moeten aanhoren: 'Kom van dat dak af, dat was niet de laatste keer!'