Aantal landbouwbedrijven daalt tot onder de 50.000
Het aantal land- en tuinbouwbedrijven in Nederland is in 2024 gedaald tot 49.900, een afname van ruim 700 bedrijven (1,4 procent) ten opzichte van 2023. Dat meldt Wageningen Wageningen Social & Economic Research in het rapport de Staat van Landbouw, Visserij, Voedsel en Natuur 2025.
Deze publicatie is samengesteld met hulp van het Centraal Bureau voor de Statistiek en biedt een breed overzicht van actuele ontwikkelingen in de Nederlandse agrosector in het afgelopen jaar. Sinds 2010 is het aantal land- en tuinbouwbedrijven met bijna een derde teruggelopen. Vergeleken met 2000 zelfs gehalveerd. De grootste krimp doet zich voor bij de melkveehouderij en bij intensieve veehouderijbedrijven met varkens, pluimvee en vleeskalveren. Die daling hangt samen met natuurlijk verloop, strengere milieuregels en vrijwillige beëindigingsregelingen.
Het areaal cultuurgrond in gebruik bij geregistreerde land- en tuinbouwbedrijven daalde in 2024 met 4.500 hectare (-0,2 procent) tot 1,799 miljoen hectare. Daarmee zet de dalende trend zich voort, zij het iets langzamer dan het langjarig gemiddelde van -0,5 procent per jaar in de periode 2000-2015. Toen nam het areaal cultuurgrond sneller af dan in de afgelopen jaren.
Van het totale areaal cultuurgrond was in 2024 53,5 procent in gebruik als grasland (blijvend, tijdelijk en natuurlijk grasland), 11,3 procent voor voedergewassen, 29,5 procent voor akkerbouw, 5,1 procent voor vollegrondstuinbouw en 0,6 procent voor glastuinbouw.
Veestapel krimpt ook
Het totale aantal runderen in Nederland is in 2024 gedaald tot 3,78 miljoen stuks, een afname van 1,9 procent vergeleken met 2023. Deze daling volgt op een beperkte toename in 2023 en hangt vooral samen met de afbouw van de derogatie en de hogere mestafzetkosten die dit met zich meebrengt.
Naast runderen laten ook andere sectoren een daling zien. De varkensstapel kromp in 2024 met 3,1 procent tot 10,5 miljoen dieren. In de periode 2019-2024 is de totale varkensstapel met ruim 15 procent gekrompen.
Dit hangt nauw samen met de uitkoop via de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv), provinciale regelingen en de aanhoudende druk van stijgende voerkosten en tegenvallende marktprijzen. In de pluimveesector nam het totaal aantal kippen af tot 89,2 miljoen stuks, een daling van 4,1 procent ten opzichte van 2023.
Sector staat nog stevig
De Nederlandse landbouwsector staat desondanks nog altijd stevig in de schoenen, met een toegevoegde waarde van 77 miljard euro. De export van landbouwgoederen groeide bovendien met 4,8 procent. Tegelijkertijd verandert het landschap: het aantal kleine land- en tuinbouwbedrijven daalt, terwijl de grote en zeer grote bedrijven juist in aantal toenemen.
Opvallend is dat het aantal zeer grote bedrijven juist groeit. In 2024 behoorde 17 procent van de bedrijven tot de categorie 'klein' en 27 procent tot 'groot'. In 2010 was dat nog respectievelijk 30 procent en 17 procent. De zeer grote bedrijven nemen inmiddels 62 procent van de toegevoegde waarde van het Nederlandse agrocomplex voor hun rekening.
Binnen de melkveehouderij behoort 78 procent van de bedrijven tot de middelgrote en grote categorieën. In de glastuinbouw ligt het zwaartepunt bij de zeer grote bedrijven, in 2024 valt 66 procent in deze categorie. Het overgrote deel (77 procent in 2024) van de akkerbouwbedrijven behoort tot de groepen zeer kleine en kleine bedrijven.
'De cijfers laten zien dat de Nederlandse landbouw zich blijft aanpassen aan veranderende omstandigheden', zegt Allard Jellema, projectleider bij Wageningen Social & Economic Research. 'We zien een verdere schaalvergroting, maar ook een toenemende aandacht voor duurzaamheid en innovatie. De 'Staat' helpt om die trends zichtbaar te maken, zodat beleid en praktijk beter op elkaar kunnen aansluiten.'
Het totale landbouwareaal neemt geleidelijk af, maar het aandeel eigendom blijft opvallend stabiel, meldt Wageningen Social & Economic Research. In 2024 was van de 1,79 miljoen hectare landbouwgrond 1.039.000 hectare in eigendom van de gebruiker. Met 58 procent lag dit aandeel vrijwel gelijk aan de 57 procent in 2008. Het verpachte areaal, exclusief erfpacht, bedraagt zo'n 450.000 hectare. Daarnaast wordt een aanzienlijk deel van de grond gebruikt via overige, vaak informele, exploitatievormen.
Minder reguliere pacht
Binnen de pachtvormen zijn duidelijke verschuivingen zichtbaar. Het reguliere pachtareaal is sterk teruggelopen. De daling hangt samen met het aflopen van bestaande contracten, bijvoorbeeld bij bedrijfsbeëindiging, terwijl er nauwelijks nieuwe reguliere contracten worden afgesloten.
Voor verpachters is deze vorm minder aantrekkelijk geworden vanwege de sterke bescherming van de pachter, de automatische verlenging van contracten en de regulering van de pachtprijzen. Tussen 2023 en 2024 daalde het areaal reguliere pacht met 3,2 procent, in lijn met de gemiddelde daling sinds 2008.
Sterke groei geliberaliseerde pacht
Tegenover de terugloop van reguliere pacht staat de sterke groei van geliberaliseerde pacht. Deze pachtvorm werd in 2007 ingevoerd ter vervanging van de eenmalige pacht en heeft zich sindsdien ontwikkeld tot de belangrijkste alternatieve pachtvorm.
Het areaal geliberaliseerde pacht groeide van 21.200 hectare in 2008 tot 194.000 hectare in 2024. Tussen 2023 en 2024 nam het areaal kortlopende geliberaliseerde pacht toe met 2 procent, terwijl de langlopende variant slechts met 0,5 procent toenam.
Het areaal in erfpacht neemt gestaag toe: in 2008 bedroeg dit nog 1,8 procent van het landbouwareaal, terwijl het in 2024 is gestegen tot 3 procent, oftewel ongeveer 47.000 hectare. Ondanks de duidelijke groei de afgelopen jaren – het areaal erfpacht groeide tussen 2023 en 2024 met 2 procent – blijft deze vorm nog altijd een relatief kleine categorie binnen het totale grondgebruik.
Arbeid en kapitaal
In 2024 bedroeg het totale arbeidsvolume in de land- en tuinbouw ruim 163.000 arbeidsjaareenheden (aje), een daling van 1 procent ten opzichte van 2023 (164.700 aje). Daarmee komt de lichte groei van de afgelopen jaren tot stilstand. Sinds 2017 nam de arbeidsinzet gestaag toe, na een langdurige afname in de periode 2000-2017. De recente afname hangt samen met een verdere terugloop van gezinsarbeid, die niet volledig kon worden gecompenseerd door de inzet van personeel van buiten het gezin.
Bij het gemiddelde land- en tuinbouwbedrijf stond eind 2023 ruim 4,4 miljoen euro op de balans. Dat betekende een toename van 0,9 miljoen euro sinds 2019. Op varkensbedrijven was de waardestijging relatief het grootst. Een belangrijk deel van de toegenomen waarde van land- en tuinbouwbedrijven wordt veroorzaakt door de hogere waarde van grond. Zowel de hoeveelheid grond in eigendom nam toe (+2,5 hectare) als de waarde van grond per hectare (ongeveer 25 procent).
In 2023 bestond 25 procent van de totale investeringen van primaire land- en tuinbouwbedrijven en de visserij uit duurzame investeringen (investeringen in duurzame productiesystemen waarvoor subsidie of fiscale aftrek is aangevraagd). Dit aandeel ligt 4 procentpunt lager dan in 2022, maar 4 procentpunt hoger dan het gemiddelde over de periode 2018-2022.
Afzet landbouwgoederen vrijwel gelijk
De totale afzet van landbouwproducten bedroeg in 2024 in Nederland 78,4 miljard euro, waarvan 45,3 miljard euro via export en 33,1 miljard euro via de binnenlandse markt werd gerealiseerd. Het aandeel van de export in de totale afzet was daarmee 57,8 procent, vrijwel gelijk aan de voorgaande jaren; 58,1 procent in 2021 en 58 procent in zowel 2022 als 2023.
In 2023 leverde het Nederlandse agrocomplex – het geheel van directe en indirecte activiteiten rond de agrarische sector – een toegevoegde waarde van ongeveer 77 miljard euro. De werkgelegenheid binnen het agrocomplex groeide tot 621.000 arbeidsjaren in 2023, wat neerkomt op 7,5 procent van de werkgelegenheid van Nederland.
Akkerbouwcomplex grootste onderdeel
Binnen het agrocomplex is het akkerbouwcomplex, waaronder bijvoorbeeld de teelt en verwerking van gewassen, het grootste onderdeel. In 2023 zorgde dit deel van het agrocomplex voor een toegevoegde waarde van bijna 39 miljard euro. Een groot deel daarvan komt voort uit de verwerking van buitenlandse landbouwproducten, zoals koffie, thee, cacao en plantaardige oliën en vetten.
Nederland is voor akkerbouwproducten zoals tarwe en gerst niet zelfvoorzienend, onder andere vanwege het lage eiwitgehalte van binnenlandse zachte tarwe en de beperkte productie van harde tarwe. Voor aardappelen en suiker is Nederland ruim zelfvoorzienend, met productie boven de binnenlandse vraag. Voor dierlijke producten is Nederland sterk zelfvoorzienend voor varkensvlees, pluimveevlees, schapenvlees, zuivelproducten en eieren, terwijl rundvlees deels afhankelijk is van import.
Na een beperkte toename van de exportwaarde van landbouwgoederen in 2023 (+1,6 procent) steeg deze in 2024 sterker, met 4,8 procent, tot 128,9 miljard euro. Na een daling van 3,3 procent in 2023 nam de importwaarde in 2024 met bijna hetzelfde percentage toe, namelijk 3,2 procent, tot 86,1 miljard. euro. Het in- en uitvoervolume nam in 2024 licht toe, maar de prijsstijgingen waren groter, vooral bij de export, waardoor de exportwaarde iets sterker toenam dan de importwaarde.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-

Walker MT25I-32
2018, P.O.A.
-

John Deere 7R290 Auto Power
2024, P.O.A.
-

Gebruikt, P.O.A.
-

Pottinger Novacat 302 ED
2024, P.O.A.
Vacatures
Beleidsmedewerker Boomkwekerij
Royal Anthos - Hillegom
Weer
-
Dinsdag13° / 11°75 %
-
Woensdag12° / 11°20 %
-
Donderdag10° / 7°10 %
















