Innovatie en veredeling houden Nederlands pootgoed aan de wereldtop

Ruim 800 miljoen mensen eten aardappelen die hun oorsprong vinden in Nederlands pootgoed. Jaarlijks gaat er zo'n 700.000 tot 800.000 ton de grens over. 'Toch is de sector te bescheiden', vindt aardappelambassadeur Jan van Hoogen. 'In Algerije kent iedereen Emmeloord als World Potato City. Dat zegt genoeg over onze positie.'

Nederland speelt wereldwijd een hoofdrol in de pootaardappelteelt. Dat mag door de sector veel meer worden uitgedragen, werd donderdagavond duidelijk tijdens het webinar 'Pootaardappelen: belangrijk voor de Nederlandse akkerbouw en de wereldwijde voedselzekerheid' van Nieuwe Oogst en Rabobank.

Van Hoogen: 'We moeten onze vruchtbare delta koesteren en dat ook overbrengen richting beleidsmakers. Ook akkerbouwers mogen die boodschap best wat meer benoemen.' De aardappelambassadeur, die 35 jaar werkzaam is geweest bij handel- en veredelingsbedrijf Agrico, stelt dat Nederland voorop kan blijven lopen in pootgoed dankzij kennis, innovatie en rassenveredeling.

'Ons land staat aan de basis van veredeling. Daar moeten we zuinig op zijn. Nieuwe resistente rassen kunnen veel oplossen. Onze goede naam houden we door hoge kwaliteit te blijven leveren. Pootgoedtelers hebben de laatste tien jaar goed verdiend en kunnen daardoor investeren in innovaties als een selectierobot en een optische sorteerder. Als er voldoende ruimte blijft voor onze sector, voorzie ik een gouden toekomst voor de pootgoedteelt.'


Pootgoedvisie

Behalve Van Hoogen schoven ook gedeputeerde Abel Kooistra (BBB) van provincie Fryslân en directeur Cor van Veldhuijsen van het Agrofoodcluster aan. Laatstgenoemde gaf een korte toelichting op de pootgoedvisie, die is opgesteld door bedrijven in het noorden van het land en wordt gedragen door de hele aardappelketen. 'We willen dat Nederland pootgoedland nummer één blijft. Voor consumptietelers moeten we vitaal uitgangsmateriaal blijven leveren, ook nu klimaatomstandigheden en zaken als minder gewasbeschermingsmiddelen dat lastiger maken', zegt Van Veldhuijsen.

Volgens Kooistra is de pootgoedteelt cruciaal voor zijn provincie, maar spelen er wel grote uitdagingen. 'De zoetwaterbeschikbaarheid en milieugebruiksruimte nemen af. Dat raakt de bedrijfsvoering en het verdienmodel van akkerbouwers. Als provincie Fryslân werken we met 'boerdiversiteit' als leidende landbouwvisie voor oplossingen. Daarin werken we nauw samen met de provincies Groningen en Friesland', licht de gedeputeerde toe.


Clusterbuien

Na de tafelwissel in het webinar kwamen drie pootgoedtelers aan het woord. Ze zeggen dat weersextremen dwingt tot aanpassingen. Zware buien, toenemende droogte en verzilting leiden ertoe dat akkerbouwers anders naar hun grond kijken. In Groningen, Friesland en Flevoland werken de ondernemers ieder op hun eigen manier aan een weerbare bodem en toekomstbestendige teelt.

Akkerbouwer Derk Gesink in het Groningse Mensingeweer merkt dat clusterbuien steeds vaker optreden. 'Een optimale bodemstructuur en een goede drainage zijn cruciaal. Met groenbemesters en compost proberen we de bodem vitaal te houden.'

De bodem is ook de basis voor het biologisch-dynamisch akkerbouwbedrijf van Jan Willem Bakker in het Friese Munnekezijl. 'Een klimaatbestendig bedrijf begint bij een levende bodem. Daarbij denken we niet in jaren, maar in decennia', verklaart hij. Volgens hem blijft door het gebruik van vaste mest, groenbemesters, niet-kerende grondbewerking en vaste rijpaden het bodemleven actief. 'Daardoor kunnen gewassen beter tegen droogte en nattigheid.'

Akkerbouwer Matthijs Gebbink in het Flevolandse Espel zoekt de balans tussen een intensiever bouwplan en bodemgezondheid. 'Ruimere rotaties helpen, maar ook binnen intensieve teelten kun je verbeteren. Groenbemesters zijn voor ons bedrijf cruciaal en sinds twee jaar doen we aan bovenover ploegen.'


Verzilting groeiend probleem

Verder vormt verzilting een groeiend probleem. 'Op lage percelen vinden we al op 1,5 meter diepte zout', vertelt Gesink. 'Dit heeft ons verrast. Achteraf gezien hadden we daar al in het droge jaar 2018 last van, toen de uien niet op gang wouden komen.' Ook in de Noordoostpolder wordt het water zouter, weet Gebbink. 'We zijn nu kritischer met beregenen dan tien jaar geleden. Betere, robuustere aardappelrassen zijn een deel van de oplossing.'

De tafelgasten gaan verder in op hoe om te gaan met het krimpende pakket aan gewasbeschermingsmiddelen. Zo strooit Gebbink stro over de aardappelruggen om luizen te verwarren en heeft Gesink goede ervaringen met luizengaas. 'Geen gouden oplossing, maar veel kleine stappen samen maken het verschil.'

Bakker ziet veel mogelijkheden voor plaagbestrijding met natuurlijke vijanden, bijvoorbeeld door effectief kantenbeheer. 'Wij maaien de kanten juist niet voor een goede natuurlijke plaagopbouw', zegt de biologisch-dynamisch akkerbouwer. Daarnaast weet hij de ziektedruk te beperken door een bouwplan van 1 op 7 te hanteren.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    9° / 2°
    40 %
  • Dinsdag
    7° / 3°
    45 %
  • Woensdag
    6° / 2°
    80 %
Meer weer