Zoeken naar optimale lactatielengte per koe

Een aantal melkveehouders past het al toe: duurmelken. Ze weten: de ene koe is geschikter om langer door te melken dan de ander. Het project 'OptiLac' moet een beslismodel opleveren dat voor iedere koe de optimale lactatielengte bepaalt.

Zoeken+naar+optimale+lactatielengte+per+koe
© Pieter Stokkermans

Ariëtte van Knegsel, onderzoeker aan Wageningen University & Research, bezocht enige jaren geleden vier praktijkbedrijven in Denemarken waar onderzoek werd gedaan naar duurmelken. Zowel vaarzen als koeien werden hier bewust langer gemolken met uiteindelijk een gemiddelde tussenkalftijd variërend van zeventien tot negentien maanden per bedrijf.

'Ik was verbaasd over de hoge persistentie bij vooral vaarzen', zegt Van Knegsel. Niet veel later raakte ze betrokken bij een proef rond duurmelken op de Dairy Campus in Leeuwarden. Daar werden 154 koeien in drie groepen verdeeld met een uiteenlopende vrijwillige wachtperiode na afkalven tot eerste inseminatie (VWP): 50, 125 of 200 dagen. De onderzoeker zag in Leeuwarden dat vooral vaarzen verrassend lang een relatief hoge melkproductie wisten vast te houden.


Terughoudend

Duurmelken is in de Nederlandse geitenhouderij al ingeburgerd. Melkveehouders zijn terughoudender. Toch bestaat er een kleine groep die bewust langer wacht met de eerste inseminatie na afkalven.

Ik was verbaasd over de hoge persistentie bij vooral vaarzen

Ariëtte van Knegsel, onderzoeker Wageningen University & Research

Dat zijn niet alleen bedrijven met een hoge productie. Ook biologische bedrijven, bedrijven met een lage melkproductie per koe en bedrijven met Jersey's of MRIJ-koeien passen het toe. Tegelijkertijd blijft voor veel melkveehouders een korte tussenkalftijd (TKT) een belangrijk streven. 'Ik proef in de praktijk soms nog een taboe op een lange TKT', zegt Van Knegsel.

Rekenmodellen waarbij de balans vaak naar een korte TKT doorslaat, hebben volgens de onderzoeker vooral oog voor de hogere opbrengsten (melk, kalveren). 'De hogere kosten komen vaak niet goed in beeld. Arbeidsgemak of arbeidsplezier evenmin.' Volgens Van Knegsel blijft een korte TKT een goed streven. 'Daarmee is niet gezegd dat een verlengde lactatie slecht is.'


Verschillende redenen

Melkveehouders hebben allerlei redenen om te kiezen voor duurmelken. Het betekent minder geboortes per jaar. Voor een koe is de periode rondom de geboorte van een kalf risicovol, met een grotere kans op ziekte.

Ook verwachten veel melkveehouders dat duurmelken leidt tot een langere levensduur van koeien. Koeien verkeren een groter deel in de mid- of eindlactatie, met een bijbehorende lagere krachtvoerbehoefte. Kortom, het systeem zorgt voor minder werk, minder zorgen en minder kosten.

Risico's zijn er ook: koeien met een lange lactatie lopen de kans te vet de droogstand in te gaan. Dat kost niet alleen geld, het kan ook specifieke gezondheidsproblemen opleveren: leververvetting, te zware kalveren, aan de nageboorte blijven staan, melkziekte en slepende melkziekte. Bij duurmelken ligt altijd die ene vraag op tafel: wegen de baten op tegen het mogelijke nadelen?


Tekst gaat verder onder het kader.

Gemiddelde tussenkalftijd is de afgelopen jaren stabiel

De gemiddelde tussenkalftijd (TKT) van de Nederlandse melkkoe lag in 2022 op 408 dagen, blijkt uit de meest recente cijfers van veeverbeteringscoöperatie CRV. Een blik op de statistieken leert dat het kengetal zich sinds 2018 stabiliseert. In 1990 lag de gemiddelde TKT nog op 390 dagen. De piek werd in 2010 bereikt met 418 dagen. Verder blijkt uit cijfers van CRV dat vooral bedrijven met een lage melkproductie per koe een kortere TKT realiseren. De 25 procent bedrijven met de laagste melkproductie per koe noteren een TKT van 386 dagen. Bij de 25 procent bedrijven met de hoogste melkproductie per koe ligt de TKT op 453 dagen. Bedrijven die erin slagen om koeien ieder jaar een kalf te laten krijgen, zijn een zeldzaamheid: 0,84 procent van de melkveebedrijven laat een TKT noteren van 369 dagen of minder. Aan de andere kant: op 1 procent van de bedrijven is de TKT 520 dagen of langer. Juist vaarzen raken na afkalven weer relatief snel drachtig. Bij deze categorie ligt de gemiddelde TKT op 407 dagen. Die loopt vervolgens gestaag op, naar gelang het aantal afkalvingen, tot 419 bij vijfdekalfskoeien.

Wageningen University & Research onderzocht duurmelken in het vierjarige project 'Lactatie op Maat'. Een van de onderdelen was de langdurige proef op de Dairy Campus. Eline Burgers deed na afloop de financiële analyse.

De cijfers leerden dat bij de groep met een VWP van 50 dagen de opbrengsten weliswaar bijna 300 euro per koe per jaar hoger waren (vooral meer melk), maar de groep met een VWP van 200 dagen maakte ruim 200 euro minder kosten (minder krachtvoer, minder ziekte en minder inseminaties).

Het saldo bij een VWP van 50 dagen was 1.304 euro per koe per jaar. Bij de groep met een VWP van 200 lag dat op 1.216 euro. Van Knegsel: 'Weliswaar een verschil, maar statistisch niet significant.'


Ervaringen van praktijkbedrijven

Voor het betrouwbaar blootleggen van de verschillen tussen duurmelken en een reguliere TKT is meer onderzoek nodig. Maar dat is tijdrovend en kostbaar. Cijfers en ervaringen van praktijkbedrijven zijn daarom meer dan welkom.

Dat is precies het doel van het vervolgproject 'OptiLac'. Dat project zoekt melkveehouders die mee willen denken over de optimale lacatatielengte per koe. Van Knegsel: 'Duurmelkers weten al uit ervaring dat niet iedere koe even geschikt is voor een langere lactatie.'

Allerlei factoren spelen een rol. Gaat het om een vaars? In welke conditie verkeert het dier? Wat is de fokwaarde? Hoe vlak was de productiecurve in de vorige lactatie? Ook bedrijfskenmerken spelen een rol zoals het rantsoen door het jaar heen.


Grote interesse

Het project 'OptiLac' geniet grote interesse vanuit de sector gezien de betrokkenheid bij het project van Lely, CRV, ForFarmers, ZuivelNL, het Melkveefonds en het ministerie van LNV. Het vierjarig project moet uiteindelijk een beslismodel opleveren dat per individuele koe de optimale lactatielengte gaat bepalen.

Veehouders met interesse in duurmelken kunnen zich nog aanmelden voor het project 'OptiLac' door een mail te sturen aan eline.burgers@wur.nl.


Alfa Accountants en Adviseurs: TKT heeft geen invloed op saldo

Het was een veelzeggende analyse van Alfa Accountants en Adviseurs: de tussenkalftijd (TKT) heeft vrijwel geen invloed op het saldo. Alfa Accountants en Adviseurs bekeek in 2020 twee groepen melkveebedrijven: de kwart bedrijven met de kortste TKT – 389 dagen gemiddeld – en de kwart bedrijven met de langste TKT: 447 dagen gemiddeld. Het saldo lag bij bedrijven met een korte TKT gemiddeld op 21,47 euro per 100 kilo melk. Op bedrijven met een lange TKT lag dit fractioneel hoger: 22,03 euro. Aan de opbrengstenkant moesten bedrijven met een lange TKT bedrijven met een korte TKT voor laten gaan: 40,16 euro per 100 kilo melk ten opzichte van 40,43 euro per 100 kilo melk. Verklaarbaar, want op bedrijven met een korte TKT worden meer kalveren geboren. Die lagere opbrengsten maakten bedrijven met een lange TKT weer goed aan de kostenkant. Bedrijven met een lange TKT maakten 18,13 euro per 100 kilo melk aan kosten. Op bedrijven met een korte TKT lag dat cijfer op 18,96 euro per 100 kilo melk. Zo waren bedrijven met een lange TKT minder kwijt aan diergezondheid: 1,26 euro per 100 kilo melk ten opzichte van 1,42 euro voor bedrijven met een korte TKT.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer