Melkveehouder De Wit: 'Voor goede bodemgezondheid is wel vakmanschap nodig'

De Wit riep vroeger altijd al dat hij boer wilde worden. 'Daarom ben ik ook naar de HAS green academy in Den Bosch gegaan en heb ik stage gelopen bij agrarisch adviesbureau Dirksen Management Support in Beusichem. Daar ben ik mij ook meer gaan verdiepen in het bodemleven, omdat dit onderwerp mij erg aanspreekt. En deze kennis kan ik ook toepassen in ons eigen bedrijf.'

Enthousiast vertelt De Wit over de geschiedenis van het bedrijf van zijn ouders. 'Na het hoog water in 1995 is dit gebied opnieuw ingericht. Enerzijds is de dijk langs de Bergsche Maas verlaagd, zodat het water bij hoogwater door de polder kan stromen. Verder zijn acht terpen aangelegd waarop nieuwe boerderijen gebouwd konden worden. Zo konden de vruchtbare akkers behouden blijven. Wij zijn in 2013 verhuisd naar deze locatie, waar wij konden groeien in het aantal koeien en grond.'

Om ook in de toekomst boer te kunnen zijn, vindt De Wit het belangrijk om toe te werken naar een duurzaam, toekomstbestendig bedrijf. 'In mijn ogen houdt dat in dat een hoge productie per hectare wordt gehaald, maar wel met een steeds lagere input van krachtvoer, kunstmest en energie. En vanzelfsprekend dus ook minder emissies in de vorm van ammoniak, nitraat en broeikasgassen. Een gezonde bodem vormt hier een sleutelrol in. Daarom zie ik kansen in het toepassen van onderdelen uit de regeneratieve landbouw.'

Maar dat is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd, vervolgt de melkveehouder. 'Vier jaar geleden zijn we gestart met het zaaien van kruidenrijk grasland. Een van de pijlers van een gezond bodemleven is diversiteit. Kruidenrijk grasland is een manier om de bodem te verbeteren, want een ecosysteem versterkt naarmate de diversiteit aan wortels in de bodem groter wordt.'

Geen kunstmest

Daarnaast binden de klavers stikstof, zodat na de eerste snede geen kunstmest meer nodig is. De Wit: 'Dat ging toen goed, de groei bleef er aardig in. Bij de tweede snede groeide de cichorei goed en bij de derde snede de klaver. Zo hadden we iedere keer iets dat het goed deed.'

De melkveehouder legt uit dat er ook wel eens een mindere periode bij zit. 'We hebben afgelopen najaar weer 15 bunder kruidenrijk grasland ingezaaid. Daarbij zijn we misschien iets te zuinig geweest met bemesten', geeft hij toe. 'De kruiden bloeiden wel mooi, maar we misten opbrengst. Het is dus zaak om een goede balans te vinden tussen een goede opbrengst en biodiversiteit onder en boven de grond.'

Ook beweiden is een belangrijke pijler in de ogen van De Wit. 'Ik vind het erg belangrijk om het gras zoveel mogelijk vers te benutten, omdat zo minder aankoop van krachtvoer nodig is', legt hij uit. 'En door de koeien veel te laten grazen, hoeft minder gras te worden geoogst en minder mest te worden gereden met zware machines. Dit is weer positief voor de bodemstructuur en bespaart daarnaast veel dieselverbruik.'

Toch is het voor hem nog wel eens een uitdaging en kost het veel tijd om de koeien buiten te krijgen, bijvoorbeeld als het gras in de zomer minder smakelijk is. De Wit: 'Daarom zijn we nu bezig om de kalveren en het jongvee meer te weiden, zodat ze het beter kennen als ze met de melkkoeien meegaan.'

Groenbemesters

Volgens De Wit is voor gangbare boeren het telen van groenbemesters een interessante optie. 'Het bodemleven wordt hierdoor gevoed en mineralen worden vastgehouden. Op zandgrond is het al een verplichting, maar als je het ziet als maatregel die voor je werkt, kun je hier echt je voordeel mee doen.' Hij geeft aan dat iedere agrarisch ondernemer aan de slag kan om zijn bodem gezonder te maken.

'Maar voor een goede bodemgezondheid is wel vakmanschap nodig. Verbeteringen gaan stap voor stap. Je kunt niet in één keer van de kelder naar de zolder springen. Het beste is om te kijken wat bij je bedrijf past en vervolgens hoe je dit kunt integreren en toepassen binnen je bedrijf.'