Podcast: Ook bij jongeren zijn coöperaties populair

Coöperatieve bedrijven weten agrarische jongeren aan zich te binden, maar moeten daar wel steeds meer moeite voor doen. De nieuwe generatie boeren en tuinders is, anders dan hun ouders, niet automatisch lid van een collectief. Dat blijkt uit een rondgang onder agrarische jongeren, belangenbehartigers en experts.

Ruim zevenhonderd agrarische jongeren woonden op 18 januari de Agrarische Jongerendag bij in Apeldoorn. De dag was georganiseerd door tien coöperaties. Het was voor het eerst dat zij de handen ineensloegen om gezamenlijk jongeren naar zich toe te trekken.

Het is niet voor niets dat de coöperaties zich storten op de nieuwe generatie boeren en tuinders. De invloed van jongeren binnen de collectieven neemt toe.

Hoofddocent Jan Bijman van Wageningen University & Research is gespecialiseerd in coöperatieve organisaties. 'De positie van jongeren is vooral bij de grote coöperaties de afgelopen jaren enorm verbeterd. Ze luisteren veel meer naar de toekomstige boeren en tuinders. Jongeren zijn vaker dan voorheen vertegenwoordigd in besturen. Dat is een bewuste keuze geweest', zegt hij.

Ze luisteren veel meer naar de toekomstige boeren en tuinders

Jan Bijman, hoofddocent Wageningen University & Research

Volgens Bijman zijn coöperaties populair onder jongeren ondanks dat het steeds meer ieder voor zich is en de verschillen tussen bedrijven toenemen. 'De nieuwe generatie boeren en tuinders snapt goed wat de waarde is van coöperatief werken.' Maar hij ziet dat coöperaties steeds meer moeite moeten doen om hun leden betrokken te houden.

Dialoogsessies

Als voorbeeld noemt Bijman de aanpak van Royal FloraHolland. Enkele jaren geleden begon het coöperatiebestuur van de bloemenveiling dialoogsessies om de ledenbetrokkenheid te vergroten.

'Die hebben enorm geholpen. Coöperaties moeten er hard aan trekken om de leden zich onderdeel te laten voelen van het bedrijf en de strategie. Dat geldt zeker voor de jongeren die niet automatisch lid zijn.' Toch nuanceert Bijman mogelijke onvrede onder leden. 'Die is van alle tijden.'

Fanatieke jongerenraden

NAJK-voorzitter Roy Meijer bevestigt dat de nieuwe generatie boeren en tuinders belangrijker wordt voor bestuurders. 'Zo'n 80 tot 90 procent van het agrarisch bedrijfsleven is georganiseerd in coöperaties. Zij hebben fanatieke jongerenraden die zich druk maken over hun toekomst en die van het collectief.'

Hamvragen zijn volgens Meijer hoe coöperaties in de toekomst geld blijven verdienen voor boeren en tuinders en zich staande weten te houden in het internationale bedrijfsleven. 'Het is cruciaal om aangesloten te zijn bij de nieuwe generatie. Coöperaties doen er goed aan om de dialoog met jongeren aan te gaan over wat zij nodig hebben om door te kunnen met hun bedrijf. Anders raken ze elkaar kwijt.'

Met stamppot, bier, goodiebags en een gevarieerd programma werden agrarische jongeren getrokken naar het Orpheus-theater in Apeldoorn. Ruim zevenhonderd jonge boeren en tuinders kwamen donderdag 18 januari naar de voor hen georganiseerde bijeenkomst. Slim, energiek, geïnteresseerd in elkaar en op zoek naar inhoud.

De coöperatieve organisaties en bedrijven hadden voor het eerst de handen ineengeslagen om gezamenlijk de jonge agrariërs te bereiken. Centraal stond kennisdeling, netwerken en vermaak.

Invloed neemt toe

In tegenstelling tot hun ouders zijn jongeren niet automatisch lid van een collectief. Dat maakt dat de coöperaties de nieuwe generatie boeren en tuinders meer en meer centraal stellen binnen hun vereniging. Stan Steeghs, senior coöperatieadviseur bij de Nationale Coöperatieve Raad (NCR) – de koepel van coöperaties met 130 voornamelijk agrarische leden – stelt dat de invloed van jongeren in de coöperatieve besturen toeneemt.

'Waar jongeren voorheen meer apart stonden van de besturen met eigen bijeenkomsten, vooral gericht op vermaak, worden ze nu actief gevraagd advies te geven over de koers en strategie van de coöperatie. Ze worden er meer inhoudelijk bij betrokken en geven zelf ook ongevraagd advies', zegt Steeghs.

Gepassioneerd

Het valt de adviseur op dat jongeren zich fris en gepassioneerd willen inzetten voor hun bedrijf en club. 'Ze zijn bereid tijd en energie te steken in de doorontwikkeling van hun vereniging als dat aan hen wordt gevraagd. Ze willen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en te ondernemen. Voor het voortbestaan van coöperaties is het belangrijk dat zij de jongeren daarin de ruimte geven.'

Toch is de betrokkenheid van jongeren niet vanzelfsprekend. De grootste worsteling van coöperaties is hoe de leden – en zeker ook de jongere leden – betrokken te houden. Vooral jongeren willen de toegevoegde waarde van hun lidmaatschap ervaren.

Werken in coöperaties is populair en de animo hiervoor groeit, blijkt uit cijfers van NCR. Tussen 2016 en 2023 ging het aantal agrarische clubs met 175 coöperaties omhoog naar 236. Ook het aantal gebiedscoöperaties en energiecollectieven neemt een vlucht.

Jeugd is zakelijker

Steeghs ziet bij de nieuwe generatie boeren en tuinders een verschuiving in motivatie om lid te blijven, ten opzichte van de huidige. 'Jongeren zijn vaak beter geïnformeerd, weten wat er in de wereld gaande is en zijn zakelijker ingesteld. Ze zijn minder vaak dan hun ouders automatisch lid. Daarnaast moeten ze een goed gevoel hebben bij de club. Betrouwbaarheid en gemak zijn belangrijk. Ze willen actief geadviseerd worden vanuit de coöperatie over bedrijfsvoering en afzetstrategie.'

Melkveehouder Susan Dijkshoorn is voorzitter van het dagelijks bestuur jongerenwerk bij Royal FrieslandCampina. Zij beaamt dat jongeren in toenemende mate een adviesrol hebben binnen de verenigingen. Sinds een halfjaar vertegenwoordigt ze ook de jongerenstem in het algemeen bestuur van LTO Noord.

'Ik voel me echt als een van de bestuursleden. En volgens mij wordt mijn mening op een hoog niveau meegenomen.' Dijkshoorn werkt mee aan manieren om jongeren te betrekken bij de vereniging. 'Dit blijft een lastige opgave', merkt ze. 'In een tijd van krimp is het juist belangrijk dat we blijven samenwerken. Niet iedereen ziet dat.'

Diversiteit neemt toe

Zelf gelooft Dijkshoorn in de coöperaties. Ze vindt dat er niet één boerengeluid is, de diversiteit in de sector neemt toe. 'Coöperaties kunnen daar hun voordeel mee doen door te luisteren naar die verschillende meningen. Hierdoor kunnen ontwikkelingen wel langzamer gaan, maar het zijn de leden die vooruit willen en daar ook voor willen gaan.'

Hoofddocent Jan Bijman van Wageningen University & Research: 'Alleen ga je wellicht sneller, maar samen kom je verder. Dat is de kern van samenwerking en het belang van een coöperatie.' Hij benadrukt wel dat dit om meer inspanning en investering vraagt van de besturen, zeker in transitietijd.

'We bewegen met elkaar naar een nieuw model voor de land- en tuinbouw, producties staan onder druk en de samenleving is kritischer. Coöperaties zullen met middelen en advies hun leden actief moeten ondersteunen en helpen. Zeker de jongere leden hebben dat keihard nodig', zegt Bijman.



Andre van der Valk
Andre van der Valk © Royal FloraHolland

'De waarde wordt vaak benadrukt'


Andre van der Valk is potplantenkweker en bestuurslid bij bloemenveiling Royal FloraHolland. De coöperatieve gedachte heeft hij met de paplepel ingegoten gekregen.

'Er wordt weleens tegen de coöperatieve gedachte aan geschopt. Dat komt doordat de voorlopers vinden dat de achterblijvers sneller moeten, en de achterblijvers vinden dat de voorlopers te hard van stapel lopen.' Volgens Van der Valk wordt de waarde van een coöperatie te pas en te onpas benadrukt. 'Dit omdat de regelgeving ons overstijgt en we elkaar erbij proberen te blijven betrekken.'

Toch valt het Van der Valk tegen om jongeren te motiveren voor een coöperatie. 'Ze zijn alleen gericht op hun eigen bedrijf, alles wat daarbuiten valt telt niet mee. In de glastuinbouw vinden sommigen de afzetstrategie nog te individueel en gaan als collectief met een merk de markt op.'

Van der Valk heeft zelf een potplantenkwekerij, Patioplant in Naaldwijk, en is lid van belangenorganisatie Glastuinbouw Nederland. Alles wat het bedrijf kweekt, wordt met pot en al verhandeld. Hij doet het wel anders dan zijn ouders. 'Je maakt jezelf als ondernemer vaak ondergeschikt aan het personeel. Op het moment dat ik wil bijspringen, is er een collega die mij laat weten wat ik precies moet doen. In de teelt laten we ons bijstaan door de jongens die daar elke dag actief zijn, zodat ik mij als bedrijfseigenaar op de achtergrond kan houden en randzaken kan regelen.'



Sander Boer
Sander Boer © Harrie van Leeuwen

'De drempel is te hoog'


Sander Boer is melkveehouder en bestuurslid bij Young CRV. Binnen de coöperatie wordt nagedacht over hoe ze deze voor jongeren aantrekkelijker kunnen maken.

Boer zegt dat Young CRV laagdrempelig is, maar dat het voor veel jongeren alsnog een te hoge drempel is om zich daadwerkelijk aan te sluiten bij een coöperatie. Young CRV zoekt jongeren die actief willen zijn binnen de coöperatie en heeft diverse vacatures open staan. Maar om die op te vullen, moeten de bestuursleden goed zoeken. Boer vertelt dat er veel jonge raadsleden zijn die meerdere functies hebben, omdat er weinig jongeren lid zijn. 'Je ziet veel dezelfde gezichten.'

Concurrentie tussen verschillende coöperaties ziet hij niet. Volgens Boer heb je elkaar juist nodig en moet je elkaar op een dag als de Agrarische Jongerendag ondersteunen. 'Binnen een bedrijf ben je constant aan het verbeteren. Je wil stappen zetten. Samen kun je dat simpelweg gemakkelijker en sneller.'

Hij vindt dat het oorspronkelijke gedachtegoed van coöperaties naar de achtergrond verschuift. 'Als je teruggaat naar de waarde van een coöperatie, dan is het merendeel van de bedrijven begonnen met gezamenlijk inkopen om een betere prijs op de markt te kunnen zetten. In de huidige markt is al veel marktwerking. Met een niet concurrerende prijs doe je eigenlijk niet meer mee.' Dit zorgt er volgens Boer voor dat jongeren zich minder snel bij een coöperatie willen aansluiten.



Juul van Nieuwenhoven
Juul van Nieuwenhoven © Agrifirm

'Ik kan het verschil maken'


Juul van Nieuwenhoven is melkveehouder in het Limburgse Roggel en voorzitter van de Agrifirm Jongerenraad. Hij ziet de verbinding tussen jongeren versterken door coöperaties.

Van Nieuwenhoven vindt lid zijn van een coöperatie een goede manier om te verbinden en een marktpositie in te nemen. 'Dat heb je in deze tijd nog altijd nodig. Zeker op een dag als de Agrarische Jongerendag zoeken jongeren elkaar op, ook van verschillende coöperaties.'

Volgens de voorzitter moet je wel samen verbinden. Hoe groter de coöperatie, hoe makkelijker je marktposities kunt innemen. Volgens Van Nieuwenhoven gaat dit gemakkelijker bij een coöperatie dan bij bijvoorbeeld een beursgerelateerd bedrijf. Wat hij het leukste vindt aan de Agrifirm Jongerenraad is dat hij zelf aan zet is. 'Door mijn stem te laten horen, kan ik een verschil maken. Zowel in de coöperatie als in mijn bedrijf.'

Korte lijntjes

Daarnaast zijn de korte lijntjes met adviseurs en het eenvoudig kunnen schakelen tussen partijen voor hem voordelen van een coöperatie. Hij vindt het jammer dat sommige jongeren dit niet zien. Hierdoor is het lastiger om ze lid te krijgen van een coöperatie.

Van Nieuwenhoven doet het in zijn bedrijf anders dan zijn ouders. 'Als je het niet anders doet dan de vorige generatie, dan zal het schip een keer stranden. Maar ondanks dat je het anders doet, is het in mijn ogen wel belangrijk om goed aangesloten te blijven bij een coöperatie.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer