Residu door drift vaakst gemeten bij biologische akkerbouwers en fruittelers

Skal heeft in de genoemde periode 602 monsternames uitgevoerd op biologische producten. Bij 84 procent werd geen residu aangetroffen. Naast deze metingen hebben biologische bedrijven zelf ook melding gemaakt van residuen van verboden middelen. Bij 11 van de 86 meldingen kon dit gelinkt worden aan drift.

Groentetelers hadden tussen 2020 en juli 2025 veertien keer te maken met residu van gewasbeschermingsmiddelen door drift. Akkerbouwers zagen dit vier keer. Propamocarb werd het meest aangetroffen: 29 keer. Daarna volgen cyprodinil met 18 keer en captan met 12 keer.

Niet gelijk afwaardering

Residuvondsten als gevolg van drift leiden niet automatisch tot verlies van de biologische status. Als de ondernemer zich aan de regels heeft gehouden en de juiste risicobeheersmaatregelen heeft getroffen, kan het bedrijf de biologische status behouden.

Wanneer resten van een verboden stof worden aangetroffen in een biologisch product start Skal met een onderzoek. Het product wordt geblokkeerd totdat twijfel over de staat van het product is weggenomen. Als aangetoond kan worden dat een boer zelf verboden middelen heeft gebruikt, wordt het product de biologische status ontnomen.

Datzelfde geldt voor het perceel waarop het gewas is geproduceerd. Al gebeurt dit bijna nooit, geeft de organisatie aan. 'De laatste keer dat we om deze reden een biologische perceel gedecertificeerd hebben, was in 2020.'