Open deur naar boer en burger vervangt praatje over de heg

Akkerbouwer Jaap Dun werkt aan verduurzaming van zijn bedrijf. Hij zoekt daarbij het contact met collega’s, de markt en de consument zelf. Zijn ideaal is een markt die voldoende betaalt om zo te boeren als de maatschappij het graag ziet.

Open+deur+naar+boer+en+burger+vervangt+praatje+over+de+heg
© Jorg Tönjes

Het is een mooiere dag geworden dan de weersvoorspellers zeiden. Dauwdruppels hangen aan de laatste bloemen van de rode zonnehoed. Geen alledaags gewas op een Veenkoloniaal akkerbouwbedrijf, maar Jaap Dun probeert de teelt en afzet ervan uit. In een groepje van zes ondernemers teelt hij kruiden en vermarkt die als coöperatie. Het is een mooi voorbeeld van de wegen die de ondernemer zoekt om als primaire producent sterker te staan met een onderscheidend product.

Dun is ongeveer voor de helft biologisch en de helft gangbaar. ‘Als de biologische marktprijzen het zouden toelaten, dan zou ik dat deel willen vergroten.’ Voorlopig heeft hij door de situatie een gangbaar bouwplan naast een voor de regio ongebruikelijke mix van gewassen op het biologische deel. ‘Bij biologische telers om mij heen zie ik dat ze vaak niet alleen afhankelijk zijn van een biologische akkerbouwtak. Dat is gezond en geeft zekerheid van inkomsten. Biologisch brengt op dit moment meer risico’s en minder inkomsten dan gangbare landbouw.’

Dun is iemand die graag samen met collega-ondernemers werkt. Hij mist het ‘praatje over de heg’, dat door schaalvergroting verdwijnt uit het gebied, en zoekt uitdrukkelijk de verbinding. Dit doet hij onder meer via gezamenlijke boereninitiatieven zoals de kruidencoöperatie en de samenwerking met boekweittelers en baktarwe voor Het Graanschap.

‘Onwetende burger beziet agrarische sector vaak met wantrouwen’

Jaap Dun, akkerbouwer in Musselkanaal

Burgers op bedrijf

Op 23 september ontving hij burgers op zijn bedrijf. De drukke oogstperiode maakte deelname aan de Landelijke Demodag Duurzame Landbouw voor vakgenoten op 9 oktober niet mogelijk. ‘Ik zou dat met Leks Bolderdijk van ABdrone en Hendrik Luth van Loon- en Akkerbouwbedrijf Weddermarke doen. We wilden nieuwe technieken laten zien, zoals spotsprayen met een robot en met een drone.’ Op een ander moment is Dun weer van de partij.

Duurzaamheid blijkt op het bedrijf onder meer uit de mechanisatie. Tegen onkruid zet Dun een wiedeg en een wiedbed op zonnepanelen in op het biologische bedrijfsgedeelte. Hij heeft een cameragestuurde schoffel die zeer nauwkeurig mechanisch wieden mogelijk maakt. ‘Wat voor gangbare telers de spuit is, is eggen en schoffelen voor biologisch.’

Eerder deed Dun al schoffeldemonstraties voor vakgenoten en bijvoorbeeld de sociale werkplaats Wedeka. Daar hebben de medewerkers in de groenvoorziening punten voor hun spuitlicentie nodig en leerden ze wat mechanisch en door te branden allemaal mogelijk is. Met daarnaast af en toe klassen op bezoek van AOC Terra Groningen en Emmen en stagiairs van die opleidingen haalt de akkerbouwer nog meer mensen en kennisuitwisseling op het erf.


De Groningse akkerbouwer maakt de schuur vrij zodat de uien erin kunnen.
De Groningse akkerbouwer maakt de schuur vrij zodat de uien erin kunnen. © Jorg Tönjes

Met de openheid hoopt Dun begrip voor de sector te kweken. ‘De burger vraagt zich vaak af of spuiten nodig is. Waarom doet die boer dat ‘s avonds laat? Als je uitlegt dat de omstandigheden dan beter zijn en dat het niet is om stiekem te doen, begrijpt iedereen het beter. Ik denk dat wantrouwen vaak voortkomt uit de onwetendheid van de burger.’


Anders aanpakken

Beter bodembeheer is voor Dun een strategie. ‘We houden het land liefst bedekt in de winter. Dat beschermt de grond tegen weersinvloeden. Verder heb je minder plassen, stuift het niet en blijft de grond beter los door de levende wortels in de bouwvoor. Na de oogst trekken we de grond los en zaaien we waar mogelijk een groenbemester. Je ziet het terug. De hechting van gronddeeltjes is beter, je loogt de grond minder uit en het komt het bodemleven ten goede. In de eerste jaren biologisch zag je het terug in de grond, nog niet in het gewas.’

Op het gangbare deel is het bouwplan voor aardappelen de afgelopen jaren verruimd van 1 op 2 naar 1 op 3. Ook daar wordt geprobeerd met de juiste groenbemesters een weerbaarder systeem op te zetten. Biologisch telen op een grondsoort met een hoge onkruiddruk is een uitdaging, erkent Dun.

De wiedkosten liggen hoger dan op kleigrond, zoals in de Flevopolder. ‘Dit terwijl we qua tonnen lager uitkomen. Met inzet van de juiste machines en technieken denk ik dat we de komende jaren veel kunnen verbeteren. Mechanische onkruidbestrijding krijgt meer aandacht, ook noodgedwongen door het wegvallen van middelen.’

Dun vindt dat de afzetprijzen in het biologische op het moment te laag zijn om een goed rendement te halen. ‘Dat zie ik graag anders. Ik verwacht dat dit de komende jaren beter wordt. Maar daar zal de consument voor moeten betalen.’


Akkerbouwer Jaap Dun uit Musselkanaal.
Akkerbouwer Jaap Dun uit Musselkanaal. © Jorg Tönjes


Bedrijfsgegevens

Jaap Dun is akkerbouwer in het Groningse Musselkanaal. Zetmeelaardappelen, suikerbieten en graan worden op 55 hectare gangbaar geteeld. Op het sinds 2018 biologische gedeelte van het bedrijf van 42 hectare bestaat het bouwplan uit grasklaver, voederbieten, snijmais, sperzieboontjes, waspeen, boekweit, zomertarwe en kruiden. Verder is Dun actief voor LTO Noord en startte hij met een groepje telers een coöperatie voor kruiden, zoals valeriaan en rode zonnehoed.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    18° / 5°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    45 %
  • Woensdag
    23° / 11°
    60 %
Meer weer