De stille revolutie in gewasbescherming
Hoe kunnen boeren en telers gewassen veilig beschermen tegen ziekten, plagen en onkruid? De discussie daarover wordt steeds feller, maar gaat niet altijd over feiten. Boeren, telers en tuinders houden hun gewas slimmer gezond dan veel mensen denken. En ze zijn elke dag bezig met de verduurzaming van overmorgen.
De land- en tuinbouw staat voor twee grote uitdagingen. De behoefte aan voedsel groeit, terwijl er nauwelijks ruimte is voor meer agrarische grond. Tegelijkertijd willen telers hun impact op het milieu drastisch verminderen.
Er moet dus meer voedsel worden geproduceerd op evenveel land met minder belasting van het milieu. Dat vraagstuk vereist een doordachte aanpak.
'Wij helpen telers hun gewas te beschermen tegen ziekten, plagen en onkruid', vertelt Christy van Beek, duurzaamheidsmanager bij Bayer Crop Science. 'Ik ben van oorsprong bodemkundige en verdiep me dagelijks in wat groenten, fruit en aardappelen nodig hebben om gezond te groeien. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de bodem, wanneer je wat zaait, hoe weerbaar je planten zijn en hoe je de groei in de gaten houdt.'
Een verloren oogst is het minst duurzame resultaat
En het gaat ook over gewasbeschermingsmiddelen. 'Als ik de discussies daarover hoor, merk ik dat we niet goed genoeg hebben uitgelegd waarom deze middelen soms nodig zijn', geeft Van Beek aan.
Telers moeten volgens de duurzaamheidsmanager enerzijds voldoen aan de constante vraag naar groenten, fruit en aardappelen van een constant hoge kwaliteit. Aan de andere kant heeft juist deze sector te maken met een grote factor die niet constant is: het weer.
Van Beek: 'In Nederland wisselen hitte, koude, droogte en wateroverlast elkaar af. Daar moeten telers hun gewassen goed tegen beschermen. Net als tegen allerlei plantziekten, plagen zoals luizen en rupsen en onkruid dat licht, water en voedingsstoffen wegkaapt. Doen ze dat niet, dan zijn misoogsten het gevolg. Een verloren oogst is het minst duurzame resultaat dat je kunt krijgen.'
In het voordeel van biologisch
De spreekwoordelijke gereedschapskist die telers hebben om hun gewas gezond te houden, ziet er heel anders uit dan pakweg vijftien jaar geleden. Middelen die gewassen beschermen, zijn er grofweg te verdelen in twee soorten: synthetische en biologische. Waar de land- en tuinbouw vroeger vooral met synthetische middelen werkte, is dat inmiddels andersom.
'De verhouding was ongeveer 70-30 procent, maar die is nu al vaak omgedraaid in het voordeel van biologische gewasbescherming. Daarin zit een enorme winst voor het milieu', zegt Dorus Rijkers, ontwikkelaar van integrale oplossingen bij Bayer Crop Science.
De verduurzaming van gewasbescherming is een optelsom van verschillende veranderingen in de teeltaanpak. Als voorbeeld neemt Rijkers de teelt van kool. 'Kool is ontzettend gevoelig voor de rupsen van motten. Als je die hun gang laat gaan, houd je geen kool over. Bestrijd je ze wanneer ze nog heel klein zijn, dan hoef je veel minder te spuiten.'
Samen met telers ontwikkelt Bayer Crop Science innovatieve methoden. 'Bijvoorbeeld met infraroodcamera's en valletjes die met AI parende motten herkennen', licht Rijkers toe. 'We voorkomen dan eerst met biologische feromonen dat mannetjes en vrouwtjes elkaar vinden. Pas als er toch rupsjes uit de eitjes kruipen, zetten we gericht en minimaal een steviger middel in.'
Een legere gereedschapskist
De verwachting is dat het aandeel biologische gewasbeschermingsmiddelen verder toeneemt. Toch mag daaruit niet de verwachting ontstaan dat het gezond houden van gewas volledig biologisch kan. Rijkers: 'We doen er alles aan om het aandeel biologische middelen te vergroten. Ons motto: biologisch waar het kan en synthetisch waar het moet.'
Het lukt volgens Rijkers niet om synthetische stoffen helemaal naar nul te krijgen, omdat elk jaar andere teeltuitdagingen kent door het weer. 'Hardnekkige schimmels die anders de bulk van onze uien- en aardappelaanplant aantasten bijvoorbeeld.'
In het leegmaken van de gereedschapskist die telers gebruiken voor gezond gewas, schuilt een gevaar, meent Van Beek. 'Je weet als teler nooit wat je voor een volgende goede oogst nodig hebt. Of voor de oogst daarna. Het weer wordt onvoorspelbaarder, er ontstaan nieuwe plantenziekten en we zien invasieve exoten die een plaag kunnen vormen', stelt de duurzaamheidsmanager.
'Als teler wil je goed voorbereid zijn om te voldoen aan de vraag naar groenten en fruit. Weet wel: er is geen boer die zomaar gaat spuiten. Die doet dat als het niet anders kan en alleen met middelen die in Europa zijn toegestaan. Die gereedschapskist blijft heel vaak dicht', benadrukt Van Beek.
De teelt als geheel
Om te bekijken hoe de land- en tuinbouw verder is te verduurzamen, doet Bayer Crop Science veldonderzoek. Wetenschappers binnen de organisatie testen op meer dan twintig proeflocaties zo'n 150 manieren om te komen tot een gezonde oogst met minder chemie. 'Over wat we daar testen, zijn we niet geheimzinnig. Integendeel, we nodigen graag boeren, studenten, buitenlandse brancheorganisaties en andere belangstellenden uit om met ons op die velden te kijken wat werkt. Van samenwerking worden we slimmer', aldus Rijkers.
Dat juist samenwerken belangrijk is voor de verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw, beaamt zijn collega Van Beek: 'Met gepolariseerde discussies schiet niemand wat op. Laten we in plaats daarvan samen realistisch naar oplossingen zoeken, waarbij we naar de teelt als geheel kijken. En waarbij we zorgen voor de beste bodem, de sterkte plantensoorten en de slimste teeltmethoden. Daarna zetten we pas de duurzaamste gewasbescherming in, met een hoofdrol voor biologische middelen. Laten we vooral daarover het gesprek voeren.'
Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Bayer Crop Science
Bayer Crop Science
Bayer is wereldwijd marktleider in gewasbeschermingsmiddelen en zaden. Door biologie, chemie en digitale tools slim te combineren versnellen we innovatie in de...
Lees verder »
















