Partridge-project is een succes, maar juist patrijs blijft wat achter

Trots loopt Rens Kolff langs zijn akkers in het Noord-Brabantse Uppel, nabij Almkerk. De vleesveehouder annex akkerbouwer is een van de boeren die deelneemt aan het Partridge-project. Hij zag de afgelopen jaren de biodiversiteit op en rond zijn percelen toenemen. Kolff treedt op als gastheer bij een bijeenkomst waar de resultaten van het project worden gedeeld.

Een keverbank, een wintervoedselrand, kruidenrijk grasland en uitgesteld maaien, het is een flinke lijst maatregelen die Kolff in het kader van het Partridge-project nam. 'Ik vind het leuk, ik doe ook al zes jaar bodemonderzoek voor Brabants Landschap en ploeg al veertien jaar niet. Het is mijn bijdrage aan het doorgeven van een goede aarde en het laten horen van een positief geluid vanuit de sector', legt de boer zijn motivatie uit. 'Op deze manier kunnen we vogels een betere leefomgeving bieden en hun aantal laten toenemen.'

Kolff weet ook dat niet elke boer even positief is over deelname aan dit soort projecten. 'Sommige collega's zijn er faliekant tegen. Mijn buren bijvoorbeeld, die denken dat de onkruiddruk op hun land hoger is door de maatregelen op mijn percelen.'

Vergoeding

Volgens projectleider Frans van Alebeek zijn er na zes jaar Partridge, het Engelse woord voor patrijs, aantoonbare verschillen te zien op de circa duizend hectare akkers van meewerkende boeren in Zeeland en Noord-Brabant. Zij krijgen een vergoeding voor de gederfde inkomsten en het beheer, per hectare tussen de 2.000 en 3.000 euro.

Behalve in Nederland loopt het nu bijna afgeronde project in België, Duitsland, Schotland, Engeland en Denemarken. Hoewel de patrijzenpopulatie nog niet significant is toegenomen, lijkt hun aantal tegen de landelijke trend in wel stabiel gebleven. Wel worden andere vogelsoorten vaker waargenomen.

'Schaalvergroting heeft het landelijk gebied saaier en stiller gemaakt. Wij proberen met boeren samen het systeem te herstellen. Je kunt terugbrengen wat je kwijt bent geraakt, daar ben ik van overtuigd', zegt Van Alebeek. 'Ten opzichte van de controlegebieden zie je echt verschil, maar er is nog meer te halen. Daarom is het mooi dat we hebben afgesproken de maatregelen in stand te houden na afronding van het project.'

Dialoog

Jochem Sloothaak is namens Brabants Landschap betrokken bij het project. Behalve de resultaten in het veld is hij vooral blij met de dialoog die het project heeft gebracht tussen de agrarische sector, jagers en natuurbeschermers. 'Het gaat in zo'n project niet alleen om geld voor boeren, maar ook om hun begeleiding. Met gezamenlijk beheer en verantwoordelijkheid begint het echt te leven.'

Volgens Sloothaak weten agrarisch ondernemers over het algemeen weinig over natuurbeheer op en om hun percelen. 'Het kennisniveau bij de gemiddelde boer is echt nul. Maar dat komt ook doordat ze er op school niks over leren. Wij investeren in de juiste begeleiding. Het is immers ook moeilijker boeren op deze manier.' Sloothaak doelt op het achterblijven van de juiste beloning voor ondernemers die bezig zijn met het vergroten van de biodiversiteit. 'Er is nog veel te halen op het gebied van een betere prijs voor producten.'