'Bietenlimo' een beetje vreemd, maar wel lekker voor de bodem

Marco van Beem en zijn medewerkers zijn geen onbekenden met de techniek. In 2007 bouwde het bedrijf al een ZA 215 EH-bunkerrooier om tot uienrooier. 'Twee dezelfde basisvoertuigen zijn vanwege de uitwisselbaarheid van onderdelen praktisch', legt de Flevolandse akkerbouwer uit. 'Het rooien van de uien en de suikerbieten overlapt op ons bedrijf niet, waardoor je hem in noodgevallen als donor kunt inzetten.'

Aan het concept ging flink wat denkwerk vooraf. Met tussenpozen is een klein halfjaar gebouwd. Na het testseizoen in 2024 functioneert de machine nu naar behoren. Van Beem tikte de 28 jaar oude Agrifac op de kop en een tweede bunker. 'Helaas was de bunker van onze uienrooiermachine al verkocht', zegt hij.

Kippers in één keer vullen

Van Beem: 'We hebben lang nagedacht hoe we een bunker konden maken die groot genoeg was om onze 20 tons kippers in één keer te vullen. Standaard is de bunker een puntzakmodel en te klein. We besloten beide afvoerbanden te behouden, zodat je een voldoende hoge loscapaciteit hebt. Na het plaatsen van een tweede hydrauliekpomp werkt dat nu naar volle tevredenheid. De kipper vul je voor driekwart met beide elevators, waarna je hem met één kunt afvullen. In een volle bunker past 25 ton bieten.'

Het moment dat de slijptol in het frame ging van de bietenrooier was wel spannend, zo blikken de constructeurs terug. Het frame is in het midden doorgezaagd en 2,82 meter verlengd. Alle las- en constructiewerk is in de eigen werkplaats uitgevoerd. Dat geldt ook voor de hydrauliek en elektra. De medewerkers zijn daar stiekem wel een beetje trots op. Het frame is overbemeten met extra draagbalken om de krachten op te vangen. De motor is een kwartslag gedraaid, zodat de constructie iets compacter werd.

Behoud van bodem

In het land rijdt de machine zoveel mogelijk in hondengang. 'Het land ligt veel vlakker, wat bij het ploegen een groot voordeel is', zegt Van Beem. 'Kippersporen zie je altijd terug, maar waar de 17 ton zware overlaadwagen heeft gereden, zie je dat niet. Daarnaast blijft de weg schoon, want de kippers blijven op het kavelpad. Een trekker en kipper spaar je alleen op lange afstanden uit, maar je hebt geen trekker met waterwagen en borstel nodig. De grootste winst zit 'm in het behoud van de bodem.'

De materiaalkosten schat de akkerbouwer op zo'n 50.000 euro. Dat is inclusief vier nieuwe 1050-banden. 'Gelukkig kon ik van de WBSO-regeling (Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk) gebruikmaken. Die neemt een deel van de kosten op zich.'