'Melkveehouderij moet uit het verdomhoekje worden gehaald'

Pakweg tien jaar geleden kon de melkveehouderij nog rekenen op breedgedragen maatschappelijke waardering. Inmiddels lijkt diezelfde sector eerder de kop van Jut. Daar wil de LTO-vakgroep Melkveehouderij verandering in brengen. 'We leveren een positieve bijdrage aan de maatschappij.'

%27Melkveehouderij+moet+uit+het+verdomhoekje+worden+gehaald%27
© Tony Tati

Het maatschappelijk debat is gekanteld. Waar de Nederlandse melkveehouderij altijd kon rekenen op veel lof, zowel nationaal als internationaal, is er de laatste jaren veel vaker discussie. De sector moet aan de slag met een hoge uitstoot van ammoniak en methaan, groot beslag op de schaarse ruimte in Nederland en medeverantwoordelijkheid voor de teruggang van de waterkwaliteit en biodiversiteit. Om nog maar te zwijgen over alle discussies rondom dierenwelzijn, zoals het scheiden van moeder en kalf vlak na de geboorte.

Het huidige sentiment zal zich de komende jaren onvermijdelijk vertalen naar wetgeving die voor veel boeren en boerinnen knelt. Neem het Convenant dierwaardige veehouderij en de Wet grondgebondenheid. Of het stapsgewijs vervallen van derogatie, het behalen van de doelen voor de Kaderrichtlijn Water en een forse CO2-reductie in lijn met Nederlandse en Europese wetgeving. En dat allemaal in pakweg 6,5 jaar tot 2030.

De melkveehouderij wil ruilverkaveling, nieuwe financieringsvormen en beleidsinstrumenten voor grondmobiliteit inzetten om voldoende grond onder melkveebedrijven te krijgen of behouden. Naast ruimte voor extensivering hebben ondernemers een robuust verdienmodel nodig en financiële en juridische mogelijkheden om te innoveren. Dat staat in de visie van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. Het document beschrijft de opgaven en ontwikkelingen voor de sector richting 2030. De vakgroep benoemt daarbij zes waarden voor ieder melkveebedrijf.

Je kunt terug gaan duwen, maar deze wetgeving krijgen we niet van tafel

Erwin Wunnekink, voorzitter LTO-vakgroep Melkveehouderij

Naast gezonde koeien en het produceren van hoogwaardige voeding, gaat het om tal van natuur- en milieudoelstellingen. Denk aan een gezonde bodem en schoon water, een rijke natuur en biodiversiteit op en rondom het bedrijf en een directe bijdrage aan het realiseren van klimaatdoelen.

Volgens vakgroepvoorzitter Erwin Wunnekink kunnen veehouders deze waarden zowel binnen een intensieve als extensieve bedrijfsvoering realiseren. 'Ondernemerschap en innovatie vormen het fundament van de omslag die we als sector de komende jaren moeten maken. De doelen die de komende tijd uit de gebiedsgerichte aanpak komen, moeten we met elkaar borgen, meetbaar maken en betaald krijgen.'

Met het stranden van het Landbouwakkoord wint de visie aan urgentie. 'We kunnen niet op onze handen blijven zitten. Melkveehouders zullen worden aangesproken en afgerekend op hun bijdragen aan maatschappelijke doelen', zegt Wunnekink. 'Om de bedrijfsvoering aan te passen aan toekomstige wetgeving, hebben boeren wel voldoende tijd nodig. Alles moet nú en dat knelt.'

Tekst gaat verder onder podcast.

 


Krimp van de sector en beperkingen in de bedrijfsvoering zijn onontkoombaar, sorteert de LTO-bestuurder voor. 'Peilverhoging in veenweidegebieden leidt tot extensiever gebruik van grasland en dat maakt veel eiwit van je land halen lastiger. Maar het kan ook weer nieuwe kansen bieden, zoals een bijdrage leveren aan de natuurontwikkeling of verbreding van het melkveebedrijf.'

'Met al deze opgaven in het vizier staan we als sector echt voor de uitdaging hoe we daar chocola van gaan maken', zegt Erwin Wunnekink, voorzitter van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. 'Je kunt terug gaan duwen of zelfs activistisch zijn, maar deze wetgeving krijgen we niet van tafel. Dus we hebben ons de vraag gesteld welke opgaven er precies liggen, welke oplossingsrichtingen we zien en wat de beleidsmatige en praktische blokkades zijn om tot oplossingen te komen.'

Spinnenweb

Melkveehouders staan in hun bedrijfsvoering voor een steeds complexere puzzel, ziet Wunnekink, zelf melkveehouder in het Gelderse Haarlo. Hij ziet dat als een spinnenweb waarin aandacht voor natuur, bodem, water en klimaat moet wedijveren met diergezondheid, dierenwelzijn en voldoende opbrengsten. 'Als je aan een van de draden van het web trekt, dus bijvoorbeeld sterk gaat sturen op natuurontwikkeling, raakt het geheel uit balans.'

Een terugkerend struikelblok vindt de bestuurder het 'eendimensionale denken vanuit de overheid' en de verschillende ministeries 'die op soms tegengestelde belangen sturen'. Hij heeft daarom zijn hoop gevestigd op de gebiedsgerichte aanpak. 'Dat geeft de mogelijkheid maatwerk te bieden voor ondernemers en recht te doen aan de opgaven die lokaal sterk kunnen verschillen. Dan ontstaat ruimte om persoonlijke keuzes te maken, zoals de bedrijfsvoering aanpassen, het bedrijf verplaatsen of stoppen.'

Gebonden aan wereldmarkt

Het is volgens Wunnekink een utopie om te denken dat via de melkprijs of keten alle aanpassingen in de bedrijfsvoering helemaal kunnen worden bekostigd. 'Met een export van 70 procent ben je gebonden aan een wereldmarkt die niet voor al die Nederlandse opgaven gaat betalen. Dus een nieuwe waardering gaat ook over het geld dat melkveehouders krijgen om maatschappelijke doelen te realiseren.'

De sector kan volgens de LTO-visie 'Naar een nieuwe waardering' op allerlei vlakken ook een positieve bijdrage leveren voor de maatschappij. Dus niet alleen in het reduceren van methaanemissies, maar ook in het opwekken van groen gas of duurzame elektriciteit. Of via de bedrijfsvoering natuurdoelen realiseren, zoals weidevogelbeheer en het zaaien van kruidenrijk grasland.

Tekst gaat verder onder video. (Deze heeft dezelfde inhoud als de eerder getoonde podcast.)


In Netwerk Praktijkbedrijven werken ruim honderd melkveehouders samen aan het reduceren van methaan- en ammoniakemissies. Zo maakt de Overijsselse gangbare melkveehouder Geert Stevens zijn bedrijf met 110 koeien en 43 hectare grond toekomstbestendig. 'Ik vind het belangrijk dat je je als melkveehouder aanpast aan de omstandigheden en die veranderen steeds sneller.'

Bij alle managementmaatregelen die Stevens neemt in het rantsoen, de stal en op het land heeft het verdienmodel de hoogste prioriteit. 'We kunnen best met eiwit minderen en dat is ook goed voor de portemonnee, maar we hebben ook de grens opgezocht en zelfs overschreden. Dat kost melkgeld.'

Balans is key

Kortom, het gaat volgens Stevens om de goede balans. 'We kunnen daarnaast methaanemissies terugbrengen door eerder te maaien en vetten bij te voeren, maar dan leg je weer een beslag op de ruimte elders en loopt de biodiversiteit terug. Het is dus best ingewikkeld.'

Stevens onderschrijft de visie van de LTO-vakgroep Melkveehouderij, maar mist de concrete doelen die de sector de komende jaren gaat realiseren. 'Mijn zorg is ook dat alle inspanningen ten koste gaan van onze concurrentiepositie op de wereldmarkt. Of dat welzijnsmaatregelen zo'n vlucht nemen, dat ze niet meer zijn te vertalen naar een rendabele houderij', zegt de melkveehouder.



Suzanne Ruesink
Suzanne Ruesink © Familie Ruesink

‘Beloon agrarisch ondernemers voor inspanningen’

Breng in kaart wat de verdiensten in de keten zijn en beloon boeren voor de diensten die ze leveren, vindt boerin Suzanne Ruesink. ‘We krijgen nu nul financiële prikkels om verder om te schakelen.’

De familie Ruesink heeft in de Achterhoek een verbreed boerenbedrijf met vleesvarkens, een streekproductenwinkel, restaurant en tal van activiteiten, plus 160 melkkoeien met 1 ster Beter Leven. De koeien krijgen naast comfortmaatregelen in de stal minimaal 120 dagen per jaar weidegang. Verder is er veel aandacht voor landschapsbeheer en biodiversiteit. En het gros van het voer voor de koeien komt uit de nabije omgeving.

‘Samenwerking in de keten levert in ieder geval wederzijds respect op’, zegt de ondernemer. ‘Je kunt ook een gesprek met elkaar hebben over je onkosten. We zouden best een extra ster willen, maar dat kost tijd en we moeten daarvoor wel worden beloond.’ De familie Ruesink was een van de voorlopers met de melk met het keurmerk.

Ruesink vindt dat overheid en ketenpartijen te veel op hun handen blijven zitten. ‘Geef boeren geld voor de maatschappelijke diensten die ze leveren. Nu loont het om zo intensief mogelijk te melken, terwijl we dat als maatschappij geen volhoudbare bedrijfsvoering vinden. We zetten daarom in op verbreding en hopen met streekproducten een goede marge te behouden.’

Eetbare gewassen

Met de klimaatverandering in het achterhoofd werkt de familie verschillende scenario’s voor de toekomst uit. Zoals een biologische bedrijfsvoering en de aanleg van houtsingels met eetbare gewassen om in de korte keten te verkopen.

De Achterhoekse melkveehouder vraagt zich hardop af hoelang beregenen nog maatschappelijk verantwoord is. ‘We zitten op het droogste stukje Nederland met een deel van de gronden in een waterwingebied, dus schaalvergroting is geen optie.’



Klaas Oevering
Klaas Oevering © Tienke Wouda

‘Vertrouw erop dat boeren goede keuzes maken’

Omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering geeft antwoord op veel maatschappelijke vraagstukken, zegt boer Klaas Oevering. ‘Maar dan moet de markt van biologische producten wel meegroeien.’

Oevering is biologisch melkveehouder in het Friese Idzega. Hij houdt negentig melkkoeien op 80 hectare veengrond. Volgens hem hoort binnen een melkveebedrijf de natuur te floreren. ‘Het gebied is heel geschikt voor weidevogels en ik doe aan weidevogelbeheer, maar met de huidige vergoedingen is dat eerder een hobby dan een beroep.’

Het grootste knelpunt voor de Friese ondernemer zijn de stikstofregels, waardoor hij voorlopig geen stal met een emissiearme vloer kan bouwen. ‘Het is onverteerbaar dat je als extensief bedrijf door overheidsbeleid op slot zit. Waar is het vertrouwen dat ondernemers de goede keuzes maken?’, aldus Oevering.

De melkveehouder wil graag mest scheiden en de vaste mest als bodemverbeteraar op het land brengen. ‘Ik vind het onbegrijpelijk dat ik nu niet vooruit kan. We moeten ons niet richten op één doel, maar juist op een integrale aanpak van maatschappelijke vraagstukken’, geeft hij aan.

Dierenwelzijn onder druk

Oevering maakte zich zorgen over de voorspelde droogte de komende jaren en ziet dat thema’s als dierenwelzijn en CO2-reductie onder druk komen te staan. ‘Ik zie mezelf juist als voorloper van een integrale aanpak op het bedrijf. Maar dat vraagt om overheidssteun, een bijdrage en vooral een borging voor de lange termijn.’

De verkoop van biologische producten staat onder druk, hoofdzakelijk door de inflatie. ‘We moeten de markt niet verpesten door massaal over te schakelen’, stelt Oevering. De melkveehouder uit Idzega ziet dat zelf als een groot risico voor de sector. ‘Ik heb op tijd de omslag kunnen maken naar biologisch, maar zeker voor jonge boeren is dat niet zomaar weggelegd.’



Daan van Dinther
Daan van Dinther © Michiel Elands

‘Wat komt er de komende tien jaar nog op ons af?’

Daan van Dinther wil graag het gangbare melkveebedrijf van zijn ouders overnemen. De vraag is of dat de komende jaren gaat lukken. ‘Het totaalplaatje van wat er op onze sector afkomt ontbreekt’, vindt de jonge ondernemer.

De familie Van Dinther heeft in het Noord-Brabantse Geffen honderd melkkoeien op in totaal 35 hectare grond. Daan van Dinther runt samen met zijn ouders een vof.

Naast de dagelijkse werkzaamheden op het bedrijf voert de 30-jarige ondernemer als zzp’er drie dagen in de week maaiwerkzaamheden uit voor het waterschap, om extra geld te verdienen.

Een bijdrage leveren aan maatschappelijke doelen vindt Van Dinther een goede zaak. ‘We houden onze dieren gezond en investeren in een gezonde bodem. We hebben net akkerranden aangelegd voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit. De aanleg en het verlies aan opbrengst worden bekostigd door de plaatselijke Rotary en het betekent voor mij alleen wat inspanning.’

De Brabander twijfelt of bedrijfsovername mogelijk is. ‘De regelgeving stapelt zich op’, zegt hij. ‘In Noord-Brabant moeten we in 2024 emissiearme vloeren hebben en dat betekent nog een forse investering, terwijl het effect van deze maatregel al in twijfel wordt getrokken.’

Stikstofbeleid knelt

Daarnaast knelt het stikstofbeleid. ‘Met een grootvee-eenheid van 2,3 op grasland zouden we nog zo’n zestig koeien kunnen houden. Daar ga ik het niet mee redden.’

Van Dinther twijfelt over de stappen die hij als jonge ondernemer kan nemen. Dat houdt hem bezig. ‘De onduidelijkheid voor de sector duurt wat mij betreft veel te lang. Het totaalplaatje wat van melkveehouders wordt verwacht ontbreekt tot dusverre. Wat komt er de komende tien jaar nog op ons af? Het maakt voor mij de keuze voor bedrijfsovername erg lastig’, besluit hij.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    21° / 10°
    5 %
  • Woensdag
    25° / 11°
    60 %
  • Donderdag
    22° / 12°
    50 %
Meer weer