Batch milking steeds populairder bij grote melkveehouderijen

Op melkveebedrijven met meer dan vierhonderd koeien neemt het batch milking-systeem een steeds grotere vlucht. Minder en leukere arbeid met meer zekerheid en structuurbehoud zijn de belangrijkste redenen om over te schakelen.

Batch+milking+steeds+populairder+bij+grote+melkveehouderijen
© Delaval

Fullwood JOZ lanceerde batch milking als eerste in 2018 door een aantal robots met een cirkelvormige wachtruimte te combineren. De naam is bij hen inmiddels gewijzigd van 'Batch Milking 4.0' naar het 'Meridian-systeem'. Er draaien nu zeven batch milking-systemen van Fullwood JOZ in Oost-Duitsland en in Italië zijn er twee in aanbouw. De grootte varieert van twaalf tot twintig robots per systeem. De buitenmaatse diameter ligt tussen de 25 en 31 meter.

Tijdens het melken wordt de tweede groep koeien achter het rondgaande opdrijfhek gezet dat de eerste groep door de robots drijft. Na het melken worden beide groepen weer teruggeselecteerd met poorten in de gemeenschappelijke terugloopgang.

Delaval startte in 2021 met batch milking en heeft binnenkort wereldwijd 15 systemen draaien tussen de 8 en 24 robots. Een systeem met 8 robots draait al in Nederland bij Elze Jellema in Smallebrugge. De Friese melkveehouder benut de capaciteit om tijd over te houden voor weidegang in koppels.

Dagelijks komt ongeveer 5 tot 10 procent van het personeel niet opdagen

Geert Kuijpers, productmanager van Lely

Een tweede systeem in Nederland is in aanbouw. Het Automatic Milking Rotary (AMR)-systeem met vijf robotarmen in een carrouselmelkstal draait wel in Duitsland, maar wordt in Nederland niet verkocht. Zeker in Nederland past het in 2010 geïntroduceerde systeem dat negentig koeien per uur melkt niet bij de service van Delaval, die is gericht op de enkele robotunits. Daarom heeft op dit moment alleen GEA een gerobotiseerde carrouselmelkstal op de Nederlandse markt.

Delaval is flexibel in de batchopstelling van zijn V300-serie, om rekening te houden met bestaande bebouwing. Zo zijn er enkele en dubbele rijen van acht tot twaalf robots gebouwd, maar ook in een U-vorm en halve cirkel. Het systeem is op te bouwen en uit te breiden van acht naar bijvoorbeeld dertig robots.


Arbeidsbesparing

Arbeidsbesparing is het belangrijkste argument om over te stappen. Gezinsbedrijven kopen robots om de flexibiliteit in dagindeling. Grotere bedrijven hebben moeite met bekwaam personeel vinden. Solution manager Andre de Leeuw van Delaval: 'Het is overal, in alle werelddelen, steeds lastiger om personeel te vinden dat wil melken én dat kan met een vaste routine. Elke 7 tot 8 seconden een melkstel aansluiten in een grote carrousel is ook eentonig en fysiek een belasting.'

Productmanager Jan van de Wetering van Fullwood JOZ merkt dat bedrijven zich kwetsbaar voelen door personeel dat onverwacht niet komt opdagen. 'Je wil bij een traditionele melkput of carrousel eigenlijk een klein ploegje dat zeven dagen in de week misschien drie keer daags melkt. Geen grote groep, want dan is het moeilijker de routine te bewaren. Maar een kleine groep is natuurlijk kwetsbaar voor absentie.'

Lely-productmanager Geert Kuijpers stelt dat op grote bedrijven dagelijks 5 tot 10 procent van het personeel niet komt op dagen. 'Ziekte, geen zin, het land uitgezet of een andere baan. De een is loyaler dan de ander.'


Werk wordt aantrekkelijker

De melkers uitsparen tikt financieel flink aan en er blijft afwisselender werk over; groepen wisselen, boxen reinigen, voeren. 'Er kan zelfs even pauze worden genomen terwijl er wordt doorgemolken. Het werk is zoveel aantrekkelijker', geeft Van de Wetering aan.

Uitgangspunt voor de grootte van het systeem is niet alleen hoeveel koeien er zijn, maar vooral hoeveel uur per dag je wilt melken. De meeste bedrijven die overstappen, melken uiteindelijk 4 tot 5 uur per keer. Daartussen is ruimte voor rust en ander werk of bijvoorbeeld weidegang dat dan veel meer koppelgewijs kan plaatsvinden.


In de wachtruimte van Fullwood staat de tweede groep al klaar, terwijl de eerste door de robots gaat.
In de wachtruimte van Fullwood staat de tweede groep al klaar, terwijl de eerste door de robots gaat. © Fullwood JOZ

'Een robot melkt tot acht koeien per uur. Uitgaande van een systeem met minimaal acht robots melk je dus 64 koeien per uur. Er zijn zo productiegroepen van tachtig tot negentig koeien. Grotere groepen melken kan met meer robots. Meer koeien of vaker melken kan door meer uren te melken, bijvoorbeeld drie keer 7 uur, twee keer 10 uur of een combinatie daarvan.

Het batch milking-systeem is voor bedrijven een relatief kleine stap, omdat bestaande structuren intact blijven. Zo is er één melkontvangstpunt, één centraal vacuüm- en reinigingscircuit, één separatieruimte en nog steeds één Total Mixed Ration (TMR)-rantsoen, met slechts een klein beetje lokbrok in de robots. De Leeuw: 'Bij traditioneel robotmelken wordt 4 tot 5 kilo per box gevoerd. Nu is er soms maar 200 gram per bezoek en gaat de rest via het voerhek. Liever een bijproduct aan het voerhek dan een dure brok.'

De arbeidsprotocollen en routines blijven gelijk. Het is eenvoudig voor het personeel en je weet zeker dat alle koeien twee, drie of vier keer per dag worden gemolken met vaste intervallen.


Eenvoudig bouwen

Het systeem heeft een eenvoudige bouwwijze. Wie overstapt kan doormelken in de carrousel en daarnaast een gebouw met een batch milking-systeem neerzetten, overschakelen en alle bestaande looplijnen in stand houden. 'Als je een carrousel bouwt, heb je veel meer betonwerk en putten. Dat bouw je echt voor twintig tot dertig jaar.'

Een batch milking-systeem staat op een vlakke roostervloer en is uit te breiden met meer robots. De robots kunnen apart worden onderhouden, terwijl de rest doormelkt. Wat zo'n batchopstelling kost, is niet te zeggen. Dit is afhankelijk van de grootte, structuur en wensen.



Batch milking versus vrij koeverkeer

De keerzijde van batch milking is dat pieken met hoogproductieve koeien en veel robotbezoek niet meer kan. Hoewel het geen zekerheid biedt, kan dat bij vrij koeverkeer wel. Dat is ingebakken in de visie van Lely, verzekert Geert Kuijpers. 'Wij wijzen potentiële klanten vooral op de voordelen van vrij koeverkeer en dus productiegroepen in de stal met telkens drie tot vier robots.'

Koppels van 180 koeien ziet Lely als de ideale grootte qua arbeid, afstanden (melk- en reinigingsleidingen kunnen tot 100 meter lang zijn), aansturing van rantsoen en reinigingstijden. Lely plaatste vijftien jaar geleden al 21 robots onder één dak en krijgt aanvragen voor projecten met 70 tot 80 robots onder één dak. Klanten met meer dan 40 robots verdeeld over meerdere locaties zijn er ook.

Delaval zette in 2016 al 64 robots neer bij een klant met 6.500 koeien in Chili. 'Mensen zijn bij vrij koeverkeer bang dat er veel haalkoeien komen', weet Kuijpers. 'Maar vaak is dit slechts 2 tot 5 procent van een koppel. Behalve dat die koeien het gewend kunnen zijn om te wachten tot ze worden gehaald, is er ook vaak iets mis mee. Vrij koeverkeer geeft productie en het past bij de maatschappelijke visie op dierenwelzijn. Die koe is je belangrijkste arbeidskracht. Daar moet je zo min mogelijk achteraan zitten.'

Delaval gebruikt in zijn batchsystemen geen opdrijfhekken. Alleen op het laatst stuurt de operator de koeien de robot in, weet Andre de Leeuw. 'Dit moet ook bij een vrijkoeverkeerssysteem. Daarmee is het niet veel anders of beter.' Aan de voordelen van batch milking hecht Kuijpers minder waarde. 'TMR voeren en veel weiden kunnen bij vrij koeverkeer ook.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer