Vlaamse overheid moet buren van onterecht vergund pluimveebedrijf vergoeden

Het pluimveebedrijf kreeg zes jaar geleden een vergunning voor 35.000 kippen. Omwonenden spanden enkele rechtszaken aan, want ze ondervonden hinder van geur, stof, ongedierte en verkeer. Na juridisch getouwtrek besloot de Raad van State in 2020 de vergunning te vernietigen. De vergunning had in de ogen van de rechter niet verstrekt mogen worden. Zo was deze onvoldoende getoetst op de effecten op omwonenden.

Dit was voor diezelfde omwonenden reden om in 2021 opnieuw de gang naar de rechter in te zetten, dit keer om een herstelvergoeding van de overheid te eisen voor de periode dat het pluimveebedrijf onterecht operationeel was. Deze week is bekendgemaakt dat de Raad van State die vergoeding vorige maand toekende.

Het is de eerste keer dat een dergelijke schadevergoeding tot herstel wordt uitgekeerd in een winstzaak. Dit leidt tot scheve gezichten, ook bij parlementslid Jeroen Tiebout (N-VA). 'Spijtig genoeg moet de Vlaamse overheid nu dus een schadevergoeding betalen. Het pluimveebedrijf heeft dertien jaar winsten gepakt, maar de overlast was voor de buren. Het milieu en de Vlaamse belastingbetaler betalen er nu de prijs voor', zegt hij tegen Vilt.

Deze beslissing is een precedent dat tot gevolg zou kunnen hebben dat meer omwonenden van Vlaamse bedrijven verzoeken tot schadevergoeding instellen bij de Raad van State. Dit vreest Romi Soors, juridisch adviseur omgevingsbeleid bij de Belgische Boerenbond. 'Daarnaast kan de uitspraak ervoor zorgen dat overheden nog terughoudender zijn in het verlenen van vergunningen voor industrie, ondernemingen en landbouwbedrijven.'