Nat voorjaar remt uitlevering van kunstmest

De uitlevering dit kalenderjaar in Nederland ligt op totaalvolume nu een derde achter op vorig jaar. 'Het lijkt erop dat boeren wachten dat de kunstmestprijzen nog verder naar beneden gaan', zegt Hagting. Op de inkoopmarkten lijkt de bodem van de kunstmestprijzen te zijn bereikt. De inkoopprijs voor boeren voor de stikstofmeststof kalkammonsalpeter noteert nu ongeveer 35 euro per 100 kilo. Dat is bijna 25 euro goedkoper dan eind februari.

De prijs van kali 60 staat op 83 euro per 100 kilo. De boer betaalt voor tripelsuperfosfaat 45% P²O5 rond 80 euro per 100 kilo. 'Het weer heeft veel invloed op de markt', constateert Hagting. 'De regen van afgelopen dagen gooit roet in het eten. Dinsdag gooide ik ruim 20 millimeter uit de regenmeter. Voordat de vraag weer begint aan te trekken, ben je zo weer twee weken verder.'

Laag pitje

Door de tot dusver natte lente staat het voorjaarswerk op een laag pitje. 'Geschikte momenten om kunstmest te strooien zijn schaars', zegt Hagting. Toch kiezen akkerbouwers volgens hem ervoor om hun granen met kunstmest te bemesten in plaats van met drijfmest.

'Het gewas is nu te groot om de sleepslang erdoorheen te trekken. Maar het land was op veel plekken in Nederland niet eerder bekwaam', zegt de Agrifirm-productmanager. Hij verwacht dat de vraag vanuit veehouders pas na de eerste grassnede weer op gang komt. 'Dan willen ze kunstmest strooien voor een volwaardige tweede snede.'

Hagting zegt dat in tegenstelling tot een paar maanden terug de leveringszekerheid van kunstmest nu wel in orde is. Dat komt mede door de achtergebleven vraag. 'Op dit moment kun je de kunstmest na bestelling snel op de boerderij hebben', verzekert hij. 'Er is op het moment voldoende transportcapaciteit door de lange periode waarin Agrifirm-klanten kunstmest bestellen.'

Verder meldt Hagting dat de kunstmestproductie in Europese fabrieken nog altijd op een lager niveau ligt. 'Niet alleen omdat de kooplust er niet is, maar ook omdat West-Europa wat betreft gasprijzen niet mee kan komen met de rest van de wereld. Door lagere energieprijzen in Rusland en in landen in Afrika en Noord-Amerika kunnen de fabrieken daar veel goedkoper kunstmest produceren.'