Overheid moet meer doen om geuroverlast te voorkomen
De Nederlandse staat moet meer doen om geuroverlast door veehouderijen te voorkomen. Dat blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Den Haag. Zestien burgers hadden een zaak aangespannen tegen de overheid omdat zij menen dat zij te veel geuroverlast ondervinden als gevolg van overheidsbeleid.
De rechter oordeelde dat bij acht van deze zestien burgers de Wet geurhinder en veehouderij te weinig bescherming biedt in het licht van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. In dit artikel van het Europese verdrag staat dat mensen recht hebben op een 'ongestoord woongenot'. De staat heeft de verplichting het woongenot van burgers te beschermen en doet volgens de rechter daarvoor voor deze burgers onvoldoende.
De mensen die de zaak hadden aangespannen, komen uit de provincies Noord-Brabant, Limburg en Gelderland. Meerdere zaken over geuroverlast liepen tot nu toe op niets uit bij de Raad van State, de hoogste rechtbank die een uitspraak kan doen over een geschil tussen burger en overheid. Door nu naar de burgerlijke rechter te stappen, hadden de partijen de verwachting dat ze meer succes zouden hebben.
Agrarisch gebied
Voor de industrie geldt volgens de Herziene Nota Stankbeleid uit 1994 een maximale geurnorm van 5 odour units per kubieke meter. De rechter is het met de staat eens dat deze geurnorm niet automatisch ook geldt in het agrarisch gebied als absolute bovengrens. Voor de veehouderij gelden in Nederland ruimere geurnormen omdat veehouderijbedrijven verspreid in het landelijk gebied liggen.
'De overtuigingskracht van deze redengeving heeft sindsdien echter aanmerkelijk aan kracht ingeboet', oordeelt de rechter. 'Door de intensivering en uitbreiding van de veehouderij is het aan deze redengeving ten grondslag liggende beeld van de overwegend traditionele, kleinschalige veehouderij immers voor een belangrijk deel achterhaald.'
Intense geuroverlast
Voor advocaat Nout Verbeek van de zestien burgers is dit een belangrijk argument. 'Oorspronkelijk was de bedoeling van de Herziene Nota Stankbeleid dat de geurnorm die voor de industrie geldt, uiterlijk in 2010 ook voor de veehouderij zou gelden. Sindsdien zijn veehouderijbedrijven alleen maar groter geworden en doen luchtwassers vaak niet wat ze zouden moeten doen. Het is niet dat de burgers die ik bijsta tegen veebedrijven zijn. Sommigen zijn zelf boer geweest. Het gaat echt om een intense geuroverlast, waar je niet in wilt wonen.'
Volgens de advocaat is dit niet de fout van de boeren, maar is de overheid ervoor verantwoordelijk dat deze situatie heeft kunnen ontstaan. 'Ik zie een parallel met het stikstofdossier, het Groningse gas en de toeslagenaffaire. Het economische belang om meer geld te kunnen verdienen of bedrijven te kunnen laten groeien krijgt voorrang boven het belang van het welbevinden van burgers. Een overheid dient deze belangen goed af te wegen. Dat is hierbij niet gebeurd.'
Sociaal onwenselijk
Verbeek meent dat dit beleid ook sociaal onwenselijke gevolgen met zich meebrengt. 'Buren worden op deze manier tegen elkaar opgezet omdat de ene burger last heeft van de geuroverlast die afkomstig is van het boerenbedrijf van de ander. Dit kan tot spanning lijden in een plattelandsgemeenschap.'
Voor gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de vergunningverlening, bestaat een tabel waarmee zij kunnen beoordelen hoeveel geurhinder acceptabel is. De milieukwaliteit wordt hierin als 'zeer slecht' beschouwd als de geurnorm de 19,4 odour units per kubieke meter overstijgt. De rechter ziet deze norm 'die maar liefst ongeveer viermaal de (maximale) geurnorm in industriegebieden bedraagt' als een algemeen aanvaarde norm.
Betere wetgeving
Volgens Verbeek moet de overheid 'nu echt in actie komen' om burgers via wetgeving beter tegen geurhinder te beschermen. Hij denkt bovendien dat ook gemeenten niet zomaar voorbij kunnen gaan aan deze uitspraak en in het vervolg niet meer 'zulke ruime' geurnormen kunnen hanteren. Gemeenten hebben zelf vrijheid om geurnormen vast te stellen. De advocaat denkt bovendien dat deze uitspraak een 'doorbraak' is die ook voor andere rechtszaken van belang gaat zijn.
Het is nog niet duidelijk of de staat zich neerlegt bij de uitspraak van de rechter. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft nog niet gereageerd. Mogelijk komt het onderwerp ook aan bod in de commissie Infrastructuur en Waterstaat in de Tweede Kamer op 29 september.
Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot van D66 heeft Kamervragen gesteld naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank in Den Haag. Hij wil onder meer weten wat de overheid gaat doen om burgers beter te beschermen tegen geuroverlast, wanneer en hoe geurnormen worden aangepast en hoeveel burgers en veehouderijen gevolgen gaan ondervinden van deze uitspraak.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Trioliet SOLOMIX-2 2000-VLL-B
2013, € 12.500
-
John Deere - 6170M AQ FH
2016, € 78.500
-
Krone 243CV achtermaaier
Gebruikt, P.O.A.
-
Pottinger Europrofi I
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Projectmedewerker waterkwaliteit, NIL, klimaat, bodem en agrarisch natuurbeheer
Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen - Vlagtwedde, Westerwolde
Directeur
KAVB - Hillegom
Accountmanager Binnendienst
AgriPers - Wageningen
Docent-Onderzoeker Innovatieve Plantenteelt
Hogeschool Van Hall Larenstein - Leeuwarden
Weer
-
Zondag15° / 6°20 %
-
Maandag18° / 11°70 %
-
Dinsdag18° / 12°70 %