POV: varkenshouders komen in de knel tussen Beter Leven en de bank

Terwijl varkensbedrijven groter worden, houdt de Dierenbescherming vast aan een maximale bedrijfsgrootte voor het Beter Leven-keurmerk. Dat is tegen het zere been van varkenshouders die investeringen in dierenwelzijn met schaalgrootte willen terugverdienen. Volgens POV-voorzitter Linda Verriet zijn het vooral de toekomstgerichte ondernemers die hier last van hebben.

POV%3A+varkenshouders+komen+in+de+knel+tussen+Beter+Leven+en+de+bank
© Koos Groenewold

Het maximumaantal dieren dat op één UBN-nummer mag worden gehouden om het Beter Leven-keurmerk te kunnen krijgen, is 1.266 zeugen of 7.551 vleesvarkens. Daaraan valt niet te tornen, zegt de Dierenbescherming als initiator van 's lands bekendste dierenwelzijnskeurmerk.

Het maximale aantal dieren is terug te voeren op de megastallendiscussie die aan het begin van dit millennium in met name Noord-Brabant voet aan de grond kreeg. 'Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn hebben we nog altijd bezwaren tegen grote stallen', zegt Bert van den Berg, programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming, gesteund door zijn achterban.

Volgens Van den Berg zijn er bij een stalbrand in een megastal meer slachtoffers en kunnen besmettelijke ziektes sneller rondgaan en makkelijker muteren. Maar hij wijst ook op 'relatieve argumenten'. 'Zo blijkt het lastig om in grote stalsystemen vrije uitlopen te realiseren en extra daglicht toe te voegen. Daarnaast is de kans groot dat je de dieren meer als een nummer gaat zien, waardoor de zorg tekort kan schieten.'

Het is of een beter prijsmodel voor het concept of schaalvergroting toelaten

Linda Verriet, voorzitter POV

Volgens voorzitter Linda Verriet van de Producenten Organisatie varkenshouderij (POV) is het dierenwelzijn in een stal met duizend zeugen niet beter gewaarborgd dan bij vijftienhonderd of meer. 'Als het om het verzorgen van dieren gaat, heb je gewoon een aantal medewerkers dat daarvoor nodig is', beargumenteert de POV-voorzitter. 'Daar zou je, onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek, wel afspraken over kunnen maken. We hebben namelijk hetzelfde belang: een goed dierenwelzijn en goede verzorging van de dieren.'

De stalbranden en dierziekten vindt Verriet 'vraagstukken van een andere orde'. 'Dat heeft niets te maken met de grootte van bedrijven. Die thema's gaan over biosecurity en bijvoorbeeld bouw en materialen in de stal. Net als aan dierenwelzijn, werken we hard aan deze thema's. Laten we daarbij wel in ogenschouw nemen dat veehouders gewoon zo goed mogelijk voor hun dieren zorgen.'

Volgens de POV-voorzitter zijn het met name jonge en toekomstgerichte varkenshouders die nu last hebben van de Beter Leven-eis. 'Zij luisteren naar de roep vanuit de maatschappij om meer dierenwelzijn en vinden de bank op hun pad die vraagt om bedrijfsgrootte, om rendabel te zijn. Dat knelt.'


Tekst gaat verder onder kader.

Ruimte-eisen verder verscherpt

Sinds het Beter Leven-keurmerk in 2007 door de Dierenbescherming is geïntroduceerd geldt een maximale bedrijfsgrootte. Aan de basis van die rekensom ligt de Nederlandse grootte-eenheid (nge) als maatstaf om de bedrijfsomvang uit te drukken. Bij 330 nge spreekt de Dierenbescherming over een megastal waarvoor het keurmerk niet kan gelden. Ook binnen het concept worden de ruimte-eisen verder verscherpt. Bij nieuw- en verbouw, maar uiterlijk vanaf 1 januari 2025 moeten varkens in groepen worden gehouden van twintig of meer. 'Wie dat niet kan of wil realiseren, mag zeugen ook in een kleinere groep houden. Maar dan moet wel het oppervlak per dier wat omhoog', zegt Bert van den Berg van de Dierenbescherming. De herziening van de Europese dierenwelzijnswetgeving, gepland voor 2023, raakt met name zeugenbedrijven. Zo zal het kraamhok met de zeug ingesloten in een kraambox plaatsmaken voor vrijloopkraamhokken. 'Daarnaast willen we ook het couperen van de staart verder terugdringen', aldus Van den Berg. 'Samen met varkenshouders willen we laten zien dat dit met voldoende ruimte, een goed stalklimaat en verrijkingsmateriaal mogelijk is.'

In de kern hoeven ondernemers niet groter te worden, als er maar een goede boterham is te verdienen, redeneert Verriet. 'Dus het is of schaalvergroting toestaan of een beter prijsmodel aan het concept.'

De POV vindt het tijd om het keurmerk opnieuw tegen het licht te houden. Verriet: 'Het is richting consument een succes, maar op de markt kelderen de prijzen van Beter Leven-vlees net zo hard mee met de reguliere varkensvleesprijzen. We willen graag een bodemprijs zien of meer garanties over de afzet binnen het concept. Kortom: dat Beter Leven meer als keten gaat opereren. En waar open wordt gediscussieerd over voorwaarden en terugbetaling daarvan. De markt moet meer leidend zijn.'


Beter verdienmodel

De Dierenbescherming erkent dat het een uitdaging is om binnen ketens te komen tot welzijnseisen die ook leiden tot een betere inkomenspositie voor varkenshouders. 'Gelukkig zien we dat supermarkten in de ketensamenwerking een volgende stap zetten. Ze willen een vaste groep veehouders als leverancier en maken daarmee onder andere afspraken over het verdienmodel. Een positieve ontwikkeling', concludeert Van den Berg.

Maar de schaalgrootte-eis is niet zomaar van tafel. 'Meer verdienen met minder dieren, dat willen wij en dat willen veehouders ook best', geeft Van den Berg aan. 'Gelukkig zijn veel ondernemers trots dat ze het Beter Leven-keurmerk mogen dragen. Daarnaast nemen we ook onze verantwoordelijkheid om criteria waar varkenshouders aan moeten voldoen elke keer economisch door te laten rekenen.'

Verdere schaalvergroting vindt de Dierenbescherming 'een verkeerde vluchtweg uit de neerwaartse spiraal van steeds meer produceren tegen minder kosten'. Van den Berg: 'Zo blijkt uit een enquête van Kantar Public uit 2018, uitgevoerd in opdracht van de Raad voor Dierenaangelegenheden, dat 60 procent van de bevolking de volgende stelling onderschrijft: 'In een megastal kan nooit voldoende aandacht zijn voor gezondheid en welzijn'.'


Bovenwettelijke eisen voor dierenwelzijn

De verkoop van vers varkensvlees via supermarkten voldoet minimaal aan de eisen van het programma Varken van Morgen. De welzijnseisen binnen dit programma zijn vergelijkbaar met de eisen voor 1 ster van het Beter Leven-keurmerk. Het keurmerk met 1, 2 of 3 sterren geeft consumenten inzicht in het niveau van dierenwelzijn. Volgens de Dierenbescherming draagt op dit moment 90 procent van al het verse varkensvlees in de supermarkt het Beter Leven-keurmerk. Vooral vleesvarkens krijgen binnen het concept meer ruimte, van 1 vierkante meter per varken bij 1 ster tot 1,3 vierkante meter per varken bij 3 sterren. Vanaf 2 sterren krijgen de zeugen ook meer leefruimte: 2,5 vierkante meter. Vanaf 2 sterren hebben fokberen, drachtige zeugen en vleesvarkens ook uitloop. Bij 3 sterren krijgen drachtige zeugen weidegang. Volgens data van Wageningen University & Research worden in Nederland naar schatting 4 tot 5 miljoen varkens per jaar met 1 ster of volgens het Varken van Morgen geproduceerd. Anno 2019 waren er slechts een paar bedrijven met het predicaat Scharrel (2 sterren) en er worden naar schatting 130.000 biologische slachtvarkens (3 sterren) per jaar geproduceerd.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer