Rabobank: internationale sierteelthandel groeit gestaag

Aan de handelsstromen zelf is weinig veranderd, blijkt uit de World Floriculture Map die de bank donderdag publiceerde. Het aanbod uit Colombia, Ecuador, Kenia en Ethiopië veroorzaakte tien jaar geleden grote verschuivingen op de wereldwijde sierteeltmarkt, maar sindsdien is er duidelijk minder veranderd. 'Over het algemeen komt het internationale aanbod van bloemen en planten uit dezelfde landen als in 2015', schetst de Rabobank de situatie.

Bedrijven uit Colombia en Ecuador bevoorraden de Noord-Amerikaanse markt, zoals dat vijf jaar geleden ook al was toen de Rabobank de vorige editie van de World Floriculture Map uitbracht. Telers uit Kenia en Ethiopië richten hun aanbod voornamelijk op Europa. Nederland blijft het belangrijkste centrum voor de bloemenhandel en bevoorraadt vooral Europese landen. Nederlandse bollenexporteurs daarentegen leveren bloembollen over de hele wereld.

Colombia en Ecuador

Colombia exporteert voor ongeveer 900 miljoen euro snijbloemen naar de Verenigde Staten. Het aandeel van Colombia in de Amerikaanse bloemenimport is de laatste tien jaar stabiel en ligt op ongeveer 60 procent. Vergeleken met Ecuador heeft Colombia een breder aanbod aan snijbloemen. In Ecuador wordt de snijbloementeelt gedomineerd door de roos. Colombia produceert daarentegen ook veel chrysanten, anjers en lelies.

Kenia en Ethiopië zijn de belangrijkste leveranciers van snijbloemen voor de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK). De export was in 2020 goed voor een waarde van ongeveer 1 miljard euro. Ook hier is weinig veranderd aan de stromen. Wel is de snijbloemenexport vanuit Kenia en Ethiopië gedaald in de periode van april tot augustus 2020 door een tekort aan luchtvrachttransport. Door goede prijsvorming bleef de waarde op peil.

Brexit heeft gevolgen

De Rabobank waarschuwt dat het vertrek van het VK uit de EU de komende jaren een belangrijk keerpunt kan zijn voor de internationale sierteelthandel. De Britse regering werkt aan handelsovereenkomsten met landen buiten de EU, bijvoorbeeld met Kenia.

Hierdoor kunnen de handelsstromen naar het VK de komende tien jaar veranderen. Omdat in het VK vooral boeketten worden verkocht, zal een land als Kenia - dat vooral rozen levert - moeten inzetten op een breder aanbod. Pas dan kan het Nederlandse importaandeel aan het VK onder druk komen te staan, stelt de bank.

Perzische Golf

Voor de sierteeltsector zijn de landen rond de Perzische Golf een groeimarkt. Voor 2020 was dit al zichtbaar, maar door corona is er een stagnatie opgetreden. 'Toch lijkt het vooruitzicht in deze regio positief', stelt de Rabobank.

Dat komt door een groeiende economie, de interesse van consumenten voor sierteeltproducten en de ontwikkeling van de zakenmarkt. Nederland, Kenia en Ethiopië zagen als eerste kans om hun marktaandeel in de Golfstaten te vergroten en zo in 2020 hun export naar deze landen op peil te houden.

Meer online

Onderzoeken in de belangrijkste exportlanden voor Nederland (Duitsland, VK en Frankrijk) tonen aan dat het marktaandeel van onlineverkoop van bloemen en planten toeneemt. Het VK is duidelijk de koploper. De onlinegroei is versneld door de coronapandemie.

Voor 2020 stegen de webaankopen al, maar sindsdien heeft e-commerce het tij sterk mee. 'Europese consumenten raken eraan gewend om snijbloemen en planten via onlinekanalen te kopen.' De Rabobank verwacht daarom de komende jaren een verdere groei van dit afzetkanaal.

CO2-emissies

De financiële instelling merkt verder op dat het gebruik van zeecontainers toeneemt bij het transport van snijbloemen. Dat komt doordat de kosten voor luchtvracht sterk zijn gestegen. Daarnaast zijn grote retailers gevoelig voor vermindering van CO2-emissies. Duurzaamheid wordt meer en meer een item.

De sierteeltsector heeft daarom het Floriculture Sustainability Initiative opgericht. Ongeveer zeventig grote partijen in de sierteeltketen doen daaraan mee. De ambitie was dat minstens 90 procent van hun verhandelde bloemen en planten in 2020 duurzaam gecertificeerd zou zijn. Aan het eind van 2020 waren de daadwerkelijke cijfers voor snijbloemen 73 procent en voor kamerplanten 81 procent.