Melkveehouder De Boer: 'Kuilen is noodzakelijk kwaad'

De combinatie van eiwitarme graskuilen en eiwitrijk herfstgras laat menig veehouder stalvoeren. Zo wordt het herfstgras optimaal benut. Gerrit de Boer in Britsum weet dat al meer dan 25 jaar. 'In de herfst staat er goud op het land.'

Melkveehouder+De+Boer%3A+%27Kuilen+is+noodzakelijk+kwaad%27
© Jaap Schaaf

Gerrit de Boer, die het bedrijf nu samen met zijn vrouw Renske en zoon Jelmer runt, ging in 1973 in maatschap met zijn vader. Toen het bedrijf intensiever werd en ze te maken kregen met krapte in het ruwvoer, begonnen ze met stalvoeren. 'Meestal begin ik rond 1 april. De afgelopen jaren was het iets later vanwege het koude voorjaar. Vorig jaar kon ik doorgaan tot 12 december, het jaar ervoor tot 20 november.'

Met stalvoeren heb je minimale verliezen, stelt De Boer. 'Kuilen vind ik een noodzakelijk kwaad. Als je het gras maait voor het inkuilen, ben je de volgende dag al 10 procent kwijt door verwelking.'


Laatste stukje groei meepkaken

Pas als de groei wat uit het gras is, voert de Friese melkveehouder kuil bij. 'In de herfst moet je meer maaien om aan je hoeveelheid gras te komen. Door kuil bij te voeren, kan ik het stalvoeren langer uitsmeren en ook dat laatste stukje groei nog meepakken', legt hij uit.

Naast het stalvoeren weidt De Boer de koeien. Bij slecht weer blijven ze binnen en wordt het gras aangevoerd. 'Ik ben een mooiweerweider', lacht hij. 'En dat zijn mijn koeien ook.'

In de herfst staat er met het geconcentreerde gras goud op het land, veel boeren zien dat niet

Gerrit de Boer, melkveehouder in Britsum

De koeien krijgen zo het grootste gedeelte van het jaar alleen vers gras, aangevuld met krachtvoer. 'Dat krachtvoer is voor de finetuning. En vorig jaar hadden we perspulp erbij als ruwvoervervanger, omdat we vanwege muizenschade te weinig ruwvoer hadden. Dat beviel prima en bespaarde ons krachtvoer. We hebben daarom nu ook weer een slurf perspulp liggen. De energie uit de perspulp past nu heel goed bij het eiwit in het herfstgras.'


Gerrit de Boer heeft zijn machinepark afgesteld op stalvoeren.
Gerrit de Boer heeft zijn machinepark afgesteld op stalvoeren. © Jaap Schaaf

Hoe beter de kwaliteit van het gras, des te minder krachtvoer nodig is. 'Als je echt krachtvoer wilt besparen, moet je in een jonger stadium maaien dan dat wij doen. Zeg maar om de drie weken. Wij maaien om de vier weken bij een drogestofopbrengst van ongeveer 3.000 kilo. Het gras is dan rustiger en het ureumgetal is laag, tot onder de 10 in de zomer.'


Hardnekkig misverstand

Stalvoeren is arbeidsintensief, wordt vaak gezegd. De Boer schudt zijn hoofd. Dat is volgens hem een hardnekkig misverstand. 'In de zomer ben ik twintig minuten per keer kwijt. Nu in de herfst wat meer, omdat je meer moet maaien voor dezelfde hoeveelheid.' Hij maait nu 0,7 hectare per keer.

'We zijn er ook op toegerust', erkent de veehouder. Zijn land, klei-zavel, is gedraineerd en ontsloten met kavelpaden. En zijn machinepark is afgesteld op lang stalvoeren met een zo laag mogelijke belasting voor de bodem. De trekker, een Valtra Valmet 8150 van 145 pk, en opraapwagen zijn voorzien van een luchtdrukwisselsysteem. De frontmaaier van Lely kan het gras zonder kneuzer op een zwad van 1 meter neerleggen. 'Dat kost relatief weinig vermogen en scheelt in gewicht.'


Vaker bemesten

Een nadeel van stalvoeren dat De Boer wel erkent, is dat er vaker moet worden bemest. 'Je kunt geen sleepslang bestellen voor 4 hectare. Je moet vaker kleinere oppervlaktes bemesten.' Hij heeft daarvoor zelf een tank, eveneens met een luchtdrukwisselsysteem. 'Het is de kunst het gras zo te bemesten dat het in balans is qua energie en eiwit.'


Tekst gaat verder onder kader.

Bedrijfsgegevens

De vof De Boer-Klaver in Britsum heeft 108 melkkoeien op 55 hectare land met een intensiteit van 20.500 kilo per hectare. Het rollend jaargemiddelde is 10.845 kilo melk met 4,41 procent vet en 3,80 procent eiwit. De koeien krijgen vers gras, kuilvoer in de winter. Daarbij krijgen ze gemiddeld 9,2 kilo krachtvoer per koe per dag. Sinds vorig jaar wordt ook perspulp bijgevoerd.

De eerste snede krijgt 20 kuub drijfmest, met uitzondering van het perceel dat als eerst wordt gebruikt voor stalvoeren. De vijf tot zes snedes daarna worden bemest met 8 tot 12 kuub drijfmest, aangevuld met een derde water. 'Zo krijg je een betere benutting van de mest', aldus De Boer.

Kunstmest gebruikt de melkveehouder steeds minder. Jaarlijks wordt circa 3 hectare grasland vernieuwd – na de muizenschade wat meer – en opnieuw ingezaaid met een kruidenrijk mengsel met klaver, cichorei en smalle weegbree.


Geen kunstmest

De nieuw ingezaaide percelen krijgen geen kunstmest en de andere percelen veel minder dan de toegestane hoeveelheid. 'Ik heb een bodemcursus gedaan en zit nu in een studiegroep over de bodem. Dat vind ik interessant en daar kunnen we nog veel meer mee doen', geeft De Boer aan.

Het is niet vreemd dat stalvoeren juist nu aan populariteit wint, vindt de ondernemer. 'De eerste twee snedes zijn over het algemeen eiwitarm en daar past dit herfstgras prima bij. Kuil winnen van herfstgras valt tegen en met stalvoeren kun je het gras nog tot waarde brengen.'

Als de nachten kouder worden, gaat het suikergehalte omhoog en gaat het gras trager groeien, waardoor het geconcentreerder wordt, legt De Boer uit. 'We hebben in de herfst wel eiwitgehaltes gehad van 4,11 procent met 33 kilo melk met alleen gras en krachtvoer. In de herfst staat er goud op het land, maar veel boeren zien dat niet.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer