Aardappelareaal EU4-landen daalt 4,7 procent

In Nederland en België ligt het aardappelareaal dit seizoen zelfs beneden het vijfjarig gemiddelde. Volgens NEPG is sprake van een historische gebeurtenis, omdat het aardappelareaal in de EU4-landen de laatste twee decennia alleen maar is gestegen. De organisatie wijst er overigens wel op dat de totale aardappeloogst uiteindelijk meer afhangt van de productie per hectare dan van het areaal.

De daling van het areaal is naar verhouding het grootst in België met 8,2 procent, tot net iets meer dan 89.000 hectare. Dit is voor onze zuiderburen het laagste areaal van de afgelopen vijf jaar. Voor Nederland gaat NEPG uit van 71.730 hectare. Dit is gebaseerd op de voorlopige CBS-cijfers voor 2021. Het gaat om een daling van 6 procent ten opzichte van vorig jaar.

Lichte daling Duitsland en Frankrijk

In Duitsland en Frankrijk is de afname van het aardappelareaal naar verhouding kleiner. In het eerstgenoemde land daalt het areaal met 3,5 procent tot 183.000 hectare. Franse aardappeltelers hebben dit voorjaar nog bijna 154.000 hectare gepoot. Dat is 3 procent minder dan in 2020. In beide landen is het areaal wel hoger dan het vijfjarig gemiddelde.

Over de opbrengsten van vroege aardappelen en de hoofdoogst is nog veel onduidelijk, meldt NEPG. De organisatie gaat ervan uit dat de hevige regenval van de laatste weken de snelle opbouw van droge stof in de knollen kan remmen. Dit kan vanwege de verminderde bakkwaliteit zorgen voor een vertraagde aanvoer van de eerste vroege aardappelen van het seizoen.

Verder hebben aardappelplanten in alle EU4-landen veel loof ontwikkeld, maar zijn de knollen kleiner dan gemiddeld. De goede knolzetting van de hoofdoogst is volgens NEPG een aanwijzing voor een potentieel grote aardappeloogst. Maar een voorwaarde is wel dat de aardappelgewassen in de maanden augustus en september dan goed kunnen doorgroeien.