ANLb maakt het verschil voor akkervogels in Flevoland

'We hebben meer meetpunten ingesteld en meer tellingen kunnen doen. Afgezet tegen nabij gelegen referentiepercelen blijken er aanzienlijk meer akkervogels in ANLb-percelen te zitten', zegt FAC-voorzitter Coby Dekker. 'De provinciale doelsoorten zijn de grauwe kiekendief en veldleeuwerik. Maar ook andere vogels als steltlopers profiteren mee van de maatregelen die de boeren nemen.'

Via de monitoring zijn binnen Flevoland ook nog regionale verschillen vastgesteld. Zo werden in de clusters in de Noordoostpolder meer akkervogels geteld dan in Oostelijk Flevoland. 'Al met al merken we dat na zes jaar ANLb de boeren, die in Flevoland meedoen aan het agrarisch natuurbeheer, dat steeds beter in de vingers krijgen. We zien dat ze het verschil maken', zegt Dekker.

Beperkende factor

Het aantal akkervogelclusters is in Flevoland beperkt tot zes clusters van minimaal 250 hectare. Deelnemers moeten op minimaal 5 procent van hun land maatregelen treffen, zoals het aanleggen van akkerranden. 'De deelnemende boeren zijn enthousiast en willen uitbreiden naar bijvoorbeeld 7 procent of meer clusters starten, maar geld is de beperkende factor', aldus Dekker.