Provincie Fryslân steekt geld in onderzoek verzilting

Bij verzilting neemt het zoutgehalte van grondwater en bodem geleidelijk toe. In de noordelijke kleischil komt dat door een combinatie van de zeespiegelstijging en een toename van zoute kwel in de ondergrond. In het project Zoet op Zout wordt bekeken wat de gevolgen zijn voor de bodem, vruchtwisseling en concrete opbrengsten. Door het toepassen van slimme technieken wordt nagegaan hoe de invloed van zout grondwater zo klein mogelijk kan zijn.

Gedeputeerde Avine Fokkens (VVD) geeft aan dat de verziltingsproblematiek toeneemt in Friesland. 'De landbouwsector komt met innovatieve oplossingen. Zoet op Zout is daar een goed voorbeeld van en daar dragen wij als provincie graag aan bij.'

Veranderingen klimaat

Het beoogde resultaat van Zoet op Zout Lauwersmeergebied is dat de landbouw in de kleischil, langs de Waddenkust, betere technieken en vaardigheden in handen krijgt. Hiermee kan de sector inspelen op de veranderingen van het klimaat en de gestaag toenemende verzilting. Het project start dit jaar en zal zo'n drie jaar duren. Daarna zal de opgedane kennis en ervaring verder worden uitgerold over de Fries-Groningse kleischil.

Ruim vier jaar geleden hebben de provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen het Investeringskader Waddengebied (IKW) 2016-2026 vastgesteld. Met het IKW zetten de waddenprovincies zich in voor het realiseren van meerjarige programma's en projecten. Zoet op Zout Lauwersmeergebied is een van deze projecten en kost in totaal 3,6 miljoen euro.