Dierenbescherming vindt ophokplicht voorbarig

De pluimveesector vreest voor nieuwe vogelgriepuitbraken, omdat het virus vanuit Oost-Europa oprukt. 'Uiteraard moeten bij een reële dreiging maatregelen worden genomen. Niemand wil dat bedrijven besmet raken en geruimd moeten worden. Maar maatregelen als het ophokken van al het pluimvee hebben ook nadelige gevolgen voor dierenwelzijn en moeten dus niet voorbarig worden genomen', stelt de Dierenbescherming.

De hoogpathogene H5N8-variant van het virus is aangetroffen op pluimveebedrijven in Polen, Hongarije, Slowakije en Roemenië. 'Het is aannemelijk dat het virus in Polen is geïntroduceerd door wilde vogels, die het virus bij zich kunnen dragen. De Nederlandse pluimveesector is nu bang dat het virus ook Nederland zal bereiken. Die angst is voorstelbaar, want als een bedrijf met een hoogpathogeen virus wordt geïnfecteerd, moet het worden geruimd, met alle negatieve gevolgen voor mens en dier van dien.'

Verenpikkerij

Pluimvee heeft na ophokken geen toegang meer tot vrije uitloop. 'Zo'n dergelijke plotselinge verandering kan voor veel stress bij de dieren zorgen. Dat kan vervolgens weer leiden tot problemen met verenpikkerij', benadrukt de Dierenbescherming. 'Stoppen met importeren en exporteren van en naar landen waar het virus heerst, zou wel een goede maatregel zijn.'

Landbouwminister Carola Schouten besloot vorige week donderdag om geen ophokplicht in te stellen, maar de situatie wel nauwlettend in de gaten te houden. 'Hopelijk is de aanwezigheid van vogelgriep in Oost-Europa wel een stok achter de deur om de maatregelen die worden genoemd in de Roadmap Strategische Aanpak Vogelgriep verder te implementeren', stelt de dierenwelzijnsorganisatie. Deze roadmap is in 2019 gepresenteerd door de Dierenbescherming, de pluimveesector en het ministerie van LNV.