'Wij nemen de stad zoals die is'

Simon Ruiter gaat graag naar de hoofdstad, hij heeft er verschillende redenen voor. 'Mijn vrouw Carla en ik bezoeken er onze dochter die juriste is. Wij houden ervan om musea te bezoeken.' Er valt veel te beleven in Amsterdam, vervolgt hij.

'We nemen het openbaar vervoer, kijken naar de diversiteit aan mensen en we eten er een hapje. Het is een heel andere wereld. Het is een mooi verzetje, maar we zijn ook altijd heel blij als we weer thuis zijn.'

Daar waar de melkveehouder zich helemaal laat onder onderdompelen in de stadse sferen, ligt dat weleens anders bij stedelingen die naar het platteland gaan, stelt hij. 'Het platteland moet voldoen aan hun ideaalbeeld. Ze willen het naar hun hand zetten.'

Eisen

Meer en meer randstedelingen wijken uit naar het Noord-Hollandse platteland, ziet Ruiter. 'Ze kunnen hun huis in de stad heel goed verkopen en vestigen zich in een woning met land erbij. Daarna stellen ze vaak als eis dat de omgeving niet meer verandert, maar dat de landbouw biodiverser moet, bedrijven minder grootschalig en dat trekkers niet door de dorpen rijden.

Volgens Ruiter zijn open dagen een goed middel om als boer te laten zien wat hij doet. Of het de kloof verkleint, betwijfelt hij. 'Zeker voor kinderen kan dat zorgen voor een klik met het boerenleven. Maar mensen die in hun eigen bubbel zitten, bereik je er niet mee.'

De macht van Amsterdam zorgt er volgens Ruiter voor dat op politiek gebied stad en land verder van elkaar raken verwijderd. Hij zit voor het CDA in de gemeenteraad van Alkmaar. 'De provinciale linkse coalitie wil vooral een ideaalbeeld van natuurinclusieve en kleinschalige landbouw ondersteunen, maar gaat niet echt de dialoog aan met de boeren. Dat is zorgelijk.'