Mineralenconcentraat dicht bij kunstmest

Dit onderzoek, het Safe Manure-project, moet criteria opleveren voor landen om kunstmestvervangers toe te staan. Hiervoor zijn producten uit dierlijke mest onderzocht en vergeleken met kunstmeststoffen.

Hoofd mestmanagement Wim Debeuckelaere van de EC stelde woensdag tijdens het congres Manuresource in het Belgische Hasselt: 'Met die criteria moeten deze producten als kunstmestvervanger ingezet kunnen worden. Ook op gronden die nog niet voldoen aan de stikstofrichtlijn van 50 milligram per liter grondwater.'

In het onderzoek werden acht soorten mineralenconcentraat, een aantal scrubzouten afkomstig uit mestverwerking en verschillende vormen van dunne en dikke fractie meegenomen. Qua stikstofwerking, zoals het aandeel minerale stikstof ten opzichte van de totale stikstof, komen mineralenconcentraat en scrubzout dicht bij kunstmest.

Met een verhouding van minder dan 3 tussen de totale hoeveelheid organische koolstof en die van stikstof, vallen deze ook onder de voorgestelde criteria. En het aandeel minerale stikstof is vaak gunstig. Bepaalde vormen van dunne fractie, met name na centrifugatie en het verwijderen van vaste delen, komen nog iets dichter in de buurt.

Te veel kwik

Debeuckelaere ziet wel aandachtspunten. De hoeveelheid kwik is met 2,2 milligram per kilo droge stof te hoog voor de maximale 1 milligram die onderzoekers adviseren. Overigens bevat drijfmest eenzelfde hoeveelheid kwik.

De hoeveelheid ammoniak bij aanwenden is ook veel hoger dan bij kunstmest. Het advies is dat lidstaten emissiebesparende maatregelen nemen om deze ammoniakemissie te beperken. Wanneer het Safe Manure-advies wet wordt, weet Debeuckelaere nog niet.

'Positief voor mineralenconcentraat'

'Het rapport is positief voor het mineralenconcentraat, waarvan de pilot onlangs met twee jaar is verlengd', reageert directeur Jan Roefs van het Nederlandse Centrum voor Mestverwaarding op dit advies. 'Met een beetje geluk wordt het aanwenden hiervan dan toegestaan.'

Ook voor andere meststoffen, zoals een stikstofconcentraat dat na strippen-scrubben ontstaat, liggen er volgens Roefs kansen. 'Voor bijvoorbeeld dunne fracties die ontstaan na mestscheiding ligt het minder voor de hand dat ze de 'einde dierlijke meststatus' krijgen.'