Eerste snede tien dagen eerder dan normaal

Dat stelt grasspecialist René Verhoeven van VisscherHolland. 'We hebben een hele zachte winter gehad. Het gras heeft nagenoeg geen winterrust gehad. Gedurende de winter groeide het gras langzaam en hoefde het zich niet te herstellen van een langdurig sneeuwdek of kale, droge vorstperiode.'

De maanden januari, februari en maart waren dit jaar warmer dan het meerjarig gemiddelde. De maand februari is uitzonderlijk warm geweest, namelijk in De Bilt 2,8 graden warmer dan het meerjarig gemiddelde en 5,4 graden warmer dan de maand februari in 2018, signaleert hij.

Gunstige omstandigheden mest

Mest is vanaf 15 februari in een korte tijd op veel percelen onder gunstige bodem- en weersomstandigheden uitgereden. 'De mineralisatie komt goed op gang en dat zien we nu al duidelijk terug in de groeifase van het gras. Daarbij komt nog de aanvullende bemesting, waarmee het gras voldoende stikstof heeft om een goede eerste snede met voldoende eiwit te gaan winnen', vervolgt Verhoeven.

De verwachting is dat de eerste snede hierdoor weleens tien dagen eerder kan zijn dan andere jaren. 'Het is belangrijk om dit te realiseren', weet hij. 'Als er gemaaid wordt op dezelfde datum als vorig jaar, kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van de opbrengst.'

Bemesting

'Er vanuit gaande dat de bemesting voor de eerste maaisnede afgestemd is op bijvoorbeeld 3.500 kilo droge stof met een eiwitpercentage van 16 procent zal het eiwit gehalte dalen tot 12 procent als gemaaid wordt bij een zwaardere snede van 4.500 kilo', geeft Verhoeven aan.