Plafond aan inkomenssteun lijkt te sneuvelen

Hogan stelde vorig jaar voor dat in de nieuwe periode (2021-2027) van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) boerenbedrijven nog maximaal 100.000 euro aan inkomenssteun mogen ontvangen. Alles wat een bedrijf op basis van aantal hectare daarboven ontvangt, moet worden herverdeeld onder kleinere bedrijven in hetzelfde land.

Daarnaast zou steun tussen 60.000 en 100.000 euro deels worden gekort, op een manier vergelijkbaar met belastingschijven.

Het hervormde GLB kan er alleen komen met steun van het Europees Parlement en de EU-lidstaten. Die laatsten zien niets in een verplicht systeem, zei Achim Irimescu eerder deze maand. De Roemeense diplomaat en ex-minister van Landbouw begeleidt dit halfjaar de diplomatieke voorbereidingen over het GLB.

Lees ook: Betere balans tussen landbouw en natuur in GLB

Vrijwillige aftopping

Irimescu zei vorige week tijdens een debat in Brussel dat zeker 23 van de 28 lidstaten alleen met een vrijwillige aftopping akkoord kunnen gaan. De Tsjechische GLB-onderhandelaar Jiri Sir is het daarmee eens. 'Als een lidstaat het wil toepassen omdat ze het nodig acht, dan moeten we dat toestaan.'

Sir wees op verschillen tussen landen. Tsjechië heeft gemiddeld de grootste landbouwbedrijven van de EU, deels een nalatenschap van communistische collectivisatie.

Ook het Europees Parlement moet akkoord gaan. De Duitse Europarlementariër Peter Jahr is ook voorstander van de vrijwillige variant.

Niet slim

Rudolf Mögele, een hoge ambtenaar van de Europese Commissie, noemde het schrappen van de maatregel 'misschien niet de slimste zet'. Deze was immers bedoeld om kritiek uit de maatschappij te pareren. Die kritiek komt voort uit onbegrip over het besteden van publieke middelen aan grote agribedrijven.

'Dit zal invloed hebben op hoe het GLB door veel mensen wordt gezien', zei Mögele. Maar uiteindelijk is het aan de lidstaten en het parlement om te beslissen.