Akkerbouwonderzoek gaat vaak sneller en goedkoper

Door minder collectieve middelen verandert het akkerbouwpraktijkonderzoek. 'Nu er geen geld meer is, gaan telers voor goedkoop of helemaal niet', constateert directeur Ernst van den Ende van de Plant Sciences Group van Wageningen University & Research.

Akkerbouwonderzoek+gaat+vaak+sneller+en+goedkoper
© Tony Tati

Tegelijk is er een tendens naar snel resultaat. 'Maar één jaar onderzoek is geen onderzoek. Je mist de nuances.'

Het praktijkonderzoek voor de akkerbouw is in grote lijnen in te delen in drie groepen: collectief onderzoek waarbij de resultaten voor iedereen beschikbaar komen, onderzoek in opdracht van toeleverende bedrijven en onderzoek in opdracht van groepen telers.

Verschuiving

Door minder collectief geld is er bij proefboerderijen de laatste jaren een verschuiving geweest naar de laatste twee. Daarnaast is er onderzoek in opdracht van overheden. Die uitkomsten zijn vaak voor iedereen beschikbaar, maar het onderzoek is niet altijd specifiek toegespitst op de akkerbouwsector.

De resultaten staan soms haaks op wat opdrachtgevers willen

Ernst van den Ende, Wageningen University & Research

Bij het praktijkonderzoek Akkerbouw, Groene ruimte en Vollegrondsgroenten (AGV) door Wageningen University & Research op de hoofdlocatie in Lelystad gaat het naar schatting voor een derde deel om opdrachten waarvan de uitkomsten collectief voor de sector beschikbaar komen, een derde van het onderzoek is in opdracht van overheden en een derde in opdracht van het bedrijfsleven.

Fundamenteel onderzoek

Bij Wageningen University & Research vindt naast praktijkonderzoek fundamenteel onderzoek plaats, waarbij de resultaten misschien over tien jaar beschikbaar komen. Praktijkonderzoek is nodig om de uitkomsten geschikt te maken voor het boerenerf.

De universiteit houdt steeds vast aan twee voorwaarden: wetenschappelijke criteria en onafhankelijkheid. 'In de ogen van veel marktpartijen zijn wij duur, maar met die voorwaarden willen we duidelijk maken wat we brengen', zegt Van den Ende.

Afweging maken

De kennisinstelling meldt de uitkomsten onafhankelijk van de opdrachtgevers, geeft Van den Ende aan. 'De resultaten staan soms haaks op wat opdrachtgevers willen. Als kennisleverancier vinden we het belangrijk dat we de feiten noemen die bekend zijn. De teler kan vervolgens een afweging maken welke voor- en nadelen voor hem het zwaarst wegen.'

Over het prijskaartje zegt de directeur: 'Een bepaalde kwaliteit heeft zijn prijs. Als je met buikpijn naar het ziekenhuis gaat, wil je niet dat de verpleegster je gaat opereren voor 10 euro per uur. Je wilt een arts die een studie heeft gevolgd. Je wilt dat er een bepaalde kwaliteit wordt geleverd en dat kost geld.'

Verschillen

Bij akkerbouwpraktijkonderzoek ziet Van den Ende de nodige verschillen. 'Praktijkonderzoek kun je goedkoper maken door er herhalingen uit te halen, maar een proef met twee herhalingen is geen proef. Daarom is er ook een groot verschil tussen een demo en een proef. Met één jaar, één locatie en één herhaling mis je elke nuance.'

Door minder collectief geld hebben de onderzoeksinstellingen de afgelopen jaren de tering naar de nering moeten zetten. 'In 1995 waren er in Lisse 145 praktijkonderzoekers voor de bollenteelt. Nu zijn dat er zes', vertelt Van der Ende. 'Het onderzoek is nu veel meer gefragmenteerd. Er is te weinig landelijk afstemming en daardoor veel dubbel onderzoek.'

Nieuwe opdrachtgevers

Met de afname van de collectieve financiering zijn de proefboerderijen op zoek gegaan naar nieuwe opdrachtgevers. Er zijn onderzoekslocaties die steeds meer regionaal geld ophalen of onderzoek doen in opdracht van fabrikanten van bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen.

Dat is onder andere het geval bij Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA). Op proefboerderij Ebelsheerd lagen in de periode juli 2016 tot juli 2017 43 proeven, waarvan 26 in opdracht van fabrikanten. Op proefboerderij Kollumerwaard lagen in dezelfde periode 41 proeven, waarvan 24 van fabrikanten. 'Ook bij fabrikanten gaat het om onafhankelijk onderzoek en op wetenschappelijk basis', zegt SPNA-onderzoeker Jaap van 't Westeinde.

Wie betaalt, die bepaalt

Tijdens open dagen van proefboerderijen zijn het vaak vertegenwoordigers van de bedrijven die een toelichting geven bij de proef. Want vaak geldt: wie betaalt, die bepaalt. Dat is ook het geval bij onderzoek in opdracht van een groep telers die collectief geld bij elkaar brengt om antwoorden op vragen te krijgen. Vaak zijn de uitkomsten in eerste instantie voor de telers die het onderzoek hebben geïnitieerd.

Het komt voor dat bedrijven die onderzoek neerleggen bij proefboerderijen te snel resultaten presenteren of resultaten laten zien van een andere locatie. Bij proeven waar fabrikanten op kunnen inschrijven, is de deelname soms beperkt en komt een bepaald middel te makkelijk als beste uit de bus. Daarnaast is niet altijd even helder of het gaat om een officieel onderzoek of een demonstratieobject.

Niet kritisch

Van den Ende constateert dat boeren tijdens open dagen van proefboerderijen over het algemeen maar weinig kritische vragen stellen over de proeven. 'Ik moet dat met verbazing vaststellen.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    7° / 3°
    95 %
  • Vrijdag
    10° / 7°
    90 %
  • Zaterdag
    7° / 5°
    90 %
Meer weer