Preventieve basis helpt bij biologische bestrijding

De toename van groenten met resistenties, onkruidrobots, biologische zaadcoatings en aandacht voor bankerplanten is geruststellend. Maar ondanks deze oplossingen vraagt biologische gewasbescherming nog steeds extra inzet.

Preventieve+basis+helpt+bij+biologische+bestrijding
© Nely van den Oetelaar

Koppert heeft een groene oplossing ontwikkeld voor een deel van de gewasbeschermingsproblemen in landbouwgewassen. Veldonderzoeker Age Tanja van het bedrijf stond tijdens de demodagen van Bejo in het Noord-Hollandse Warmenhuizen in een stand achter een tafel met petrischaaltjes met daarop goedaardige bodemschimmels als Trianum, Cerall en Cedress.

'Kijk, dit is wat Trianum kan doen tegen fusarium als de omstandigheden in de bodem goed zijn', laat Tanja zien. 'Fusarium wordt teruggedrongen tot een fractie van de oorspronkelijke grootte. Datzelfde effect zien we bij Cerall en Cedress. Deze drie biofungiciden zijn zelf ook levende organismen. Daarmee verschillen ze wezenlijk van chemische middelen, die zelf geen behoeftes hebben.'

Trianum is een fungicide met schimmelsporen van de nuttige schimmel trichoderma. Deze schimmel werkt preventief tegen schadelijke bodemziektes als fusarium, pythium en rhizoctonia en verbetert ook de wortelontwikkeling van het te telen gewas. Cerall bevat bacteriën die een beschermende biofilm rondom het zaaizaad aanleggen. De afbraakstoffen van deze bacteriën remmen de groei van ziekteverwekkende schimmels.

Waarom krijg ik de griep wel en mijn vrouw niet? Bij planten werkt dat net zo

Chris van Laarhoven, onafhankelijk adviseur

Cedress bevat bacteriën die plantenzaden beschermen tegen schimmelziekten. Cedress legt een biofilm aan op het zaad en de wortels, waardoor ziekteverwekkers afgeremd worden. Cerall en Cedress zijn als product nog in ontwikkeling.

Tanja: 'Om een natuurlijke bescherming van de plant te bereiken, moet de teler aan meer knoppen draaien. De werking van biologische bestrijders is veel afhankelijker van de omstandigheden dan chemie. Om te beginnen heb je de weersomstandigheden. Die veranderen sneller dan wij ons kunnen aanpassen. Dat bemoeilijkt het succes. Om daar goed op in te kunnen spelen, zouden we meer onderzoek moeten doen.'

Veel chemische middelen zijn verboden of worden dat binnenkort. Maar een chemisch middel is niet een-op-een te vervangen door een biologisch middel, stelt de veldonderzoeker. 'Dat zie je bijvoorbeeld bij de bestrijding van trips in prei door Orius majusculus, een natuurlijke vijand van dit plaaginsect. Voor het slagen van deze aanpak moet het leger al klaarstaan voordat de vijand eraan komt.'


Bankerplanten zaaien

In prei kunnen telers dat organiseren door stroken bankerplanten te zaaien. Hierin worden de roofwantsen uitgezet, zodat ze zich kunnen vermenigvuldigen voordat de tripsdruk stijgt. 'Dit soort teeltmaatregelen vraagt planning en visie, niet pas actie als de infectiedruk stijgt. Dan ben je te laat', waarschuwt Tanja. 'Ook moeten telers kiezen voor minder gevoelige rassen. De meest productieve en meest gangbare rassen zijn vaak het gevoeligst.'


'Iets bijzonders wat wij dit jaar hebben geconstateerd in onze slaproeven, is dat er veel minder luis zit in de sla die biologisch is bestreden dan in de sla die chemisch wordt behandeld. Dat komt behalve door onze biologische middelen ook omdat de planten zelf weerbaarder zijn en daardoor minder aantrekkelijk zijn voor bladluizen', licht de veldonderzoeker toe.

Chris van Laarhoven herkent het effect van weerbare planten. Als onafhankelijk adviseur voor bodem en bemesting in vollegrondsgroente beschouwen veel telers en collega's hem als een 'lopende encyclopedie met kennis over de wisselwerking tussen bodem en plant'. Hij wil graag zijn kennis op een toegankelijke wijze delen.


Age Tanja van Koppert laat zien hoe goedaardige schimmels en bacteriën de kwaadaardige kunnen overwinnen.
Age Tanja van Koppert laat zien hoe goedaardige schimmels en bacteriën de kwaadaardige kunnen overwinnen. © Bernadette Kroon

'De overgang van chemische naar biologische gewasbescherming is een ingewikkeld proces. Heel wat anders dan waar je eigenlijk op hoopt, dat je gewoon verboden middel A vervangt door toegestaan middel B en de rest van je teeltmaatregelen hetzelfde kunt laten. Om te beginnen moeten we op een andere manier naar ziektes en plagen gaan kijken', vindt Van Laarhoven.


Fitheid

Veel ziektes en plagen zijn vergelijkbaar met de griep, stelt de adviseur. 'Waarom krijg ik die wel en mijn vrouw niet? Dat snappen de meeste mensen nog wel. Met planten werkt dat exact zo. We moeten leren denken en handelen vanuit de fitheid en de gezondheid van de planten. De planten liegen immers nooit.'


Die algehele gezondheid is te meten aan de brixwaarde. Daarbij geldt: hoe hoger de waarde, hoe energieker de plant is. En hoe energieker de plant, hoe beter hij bestand is tegen ziektes en plagen. Planten profiteren maximaal van de omschakeling naar mechanische onkruidbestrijding. Ook na de introductie van de spotsprayer is het opgevallen dat de teelten over het algemeen gezonder zijn.

Volgens Van Laarhoven is dat logisch: 'Alle chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn in meer of mindere mate schadelijk voor de planten. Eerder was daar niet zoveel inzicht in, maar de brixwaardes van de planten nemen af na iedere bespuiting. Daardoor is het gewas gevoeliger voor bijvoorbeeld trips.'

Het betekent dat de tripsbestrijding met roofwantsen alleen succesvol kan zijn als daarnaast kritisch wordt gekeken naar teelthandelingen die het energieniveau van de plant verlagen, stelt de adviseur. 'Als er op een gegeven moment een hoge insectendruk in het gewas is, moeten telers zich afvragen wat ze fout doen in de bemesting.'


Energie van de plant uitgedrukt in brix

Brix is een schaal waarmee de hoeveelheid opgeloste suikers en andere vaste stoffen in het plantensap wordt aangegeven. Een waarde van 12 en hoger laat zien dat de plant gezond is, met een goede fotosynthese. 'Over het algemeen duidt een lage brix-waarde op veel enkelvoudige suikers met korte ketens. Bij een hoge waarde is sprake van samengestelde suikers in lange ketens, die stabieler zijn en moeilijker te verteren door ziektes en plagen', zegt onafhankelijk adviseur Chris van Laarhoven. 'Bij hoge nitraatgehaltes in de plant is de brix laag en is de plant aantrekkelijk voor insecten.' Bij NovaCropControl kunnen telers plantsapmetingen laten doen. Een van de eerste dingen waar telers op kunnen leren sturen, is het brix-gehalte. Het is vooral de bemesting die een grote invloed heeft op het energieniveau van een plant. Dat heeft volgens Van Laarhoven te maken met het energieverlies bij de omzetting van suikers naar aminozuren. 'Als een plant stikstof moet opnemen als nitraat, dan kost deze omzetting 17 procent van de dagelijkse suikerproductie. Voor stikstof uit ammonium geldt een verlies van 8 procent, uit ureum is dat 2 procent. In een vitale bodem met veel bodemleven kan de plant de stikstof opnemen als aminozuren. Dan hoeft geen omzetting meer plaats te vinden en is er geen energieverlies. Er is sprake van een te hoog nitraatgehalte als de stikstof uit nitraat meer dan 50 procent is van het totaal.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    6° / 0°
    40 %
  • Vrijdag
    4° / -2°
    20 %
  • Zaterdag
    4° / -2°
    20 %
Meer weer