'Aardbeienteelt zonder chemie komt dichtbij'

Met opkweek uit zaad, sterke rassen, natuurlijke roofvijanden, UV-C-belichting en teelt op steenwol lukt het om vrijwel zonder chemie aardbeien te telen. Het bijbehorende teeltsysteem is ontwikkeld in een langjarig onderzoeksproject.

%27Aardbeienteelt+zonder+chemie+komt+dichtbij%27
© Haijo Dodde

'Kijk, deze luizen zitten op de artemisia-planten en zijn voedsel voor volwassen galmuggen', wijst Kirsten Leiss. 'De larven van deze galmuggen eten op hun beurt de bladluizen in het aardbeiengewas. Door voldoende voeding te bieden, vestigen de biologische bestrijders zich al in een kas voordat de plaaginsecten binnenkomen. Dankzij deze preventieve aanpak voorkomen we schade in de aardbeien.'

Onderzoeker Leiss en haar collega Johanna Bac leggen in de onderzoekskas van Wageningen University & Research in het Zuid-Hollandse Bleiswijk uit wat de meerwaarde is van de bankerplanten onder de aardbeienstellingen. Het gebruik van natuurlijke vijanden en de inzet van bankerplanten vormen een van de pijlers van een nieuw teeltsysteem voor aardbeien dat is ontwikkeld om het middelengebruik te verminderen.

Het onderzoek naar het teeltsysteem is onderdeel van het overkoepelende project Kennisimpuls Groene Gewasbescherming dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LVVN. Doel van het achtjarige project is om minder afhankelijk te zijn van gewasbeschermingsmiddelen en ervoor te zorgen dat middelen die staan op de lijst van Candidates for Substitution helemaal niet meer nodig zijn.

Van onze opdrachtgevers kregen we de ruimte om out of the box te denken

Johanna Bac, onderzoeker Wageningen Univeristy & Research

Naast aardbeien is in dit project ook gewerkt aan nieuwe teeltsystemen voor appels, lelies en enkele akkerbouwgewassen. Later is het onderzoek uitgebreid naar onder meer prei, tomaten en potplanten.


Luizen op artemisia-planten zijn voedsel voor volwassen galmuggen die nodig zijn voor de predatie van bladluizen.
Luizen op artemisia-planten zijn voedsel voor volwassen galmuggen die nodig zijn voor de predatie van bladluizen. © Haijo Dodde

Voor het aardbeiendeel van het onderzoek is Kirsten Leiss de projectleider en Bac was vrijwel de hele projectperiode erbij betrokken als onderzoeker. Beiden zijn enthousiast over de resultaten die in het onderzoek zijn bereikt. 'Wij hebben een reductie op het middelengebruik van meer dan 90 procent gerealiseerd. Dat is gigantisch. Met dit systeem komen we dicht in de buurt van een aardbeienteelt zonder chemie', verklaart Leiss.

Vier pijlers vormen de basis voor de weerbare aardbeienteelt zoals nu wordt uitgevoerd in de onderzoekskas. De pijler hygiëne is gebaseerd op de teelt van aardbeienplanten rechtstreeks uit zaad. De pijler robuuste rassen betreft volgens Leiss vooral het uitsluiten van rassen die vatbaar zijn voor specifieke ziekten.


Bankerplanten zorgen ervoor dat preventief al voldoende biologische bestrijders aanwezig zijn tussen de aardbeienplanten.
Bankerplanten zorgen ervoor dat preventief al voldoende biologische bestrijders aanwezig zijn tussen de aardbeienplanten. © Haijo Dodde

In de pijler optimale groeiomstandigheden is gekozen voor een teelt van aardbeien op steenwol. De inzet van bankerplanten en natuurlijke vijanden is onderdeel van de pijler omgevingsfactoren. Hiertoe behoort ook de inzet van UV-C-licht om meeldauw te beheersen.

Bac: 'We zijn bij de ontwikkeling van het teeltsysteem steeds met losse onderdelen aan de slag gegaan. Daarbij hebben we ons laten inspireren door een denktank met telers en andere vertegenwoordigers vanuit de sector. Het was heel mooi dat we van onze opdrachtgevers de ruimte kregen om out of the box te denken. Dat heeft mooie elementen opgeleverd die we later in het systeem aan elkaar hebben kunnen koppelen.'

Essentieel volgens de onderzoeker is dat vanaf het begin is gekozen voor aardbeienplanten die rechtstreeks uit zaad zijn opgekweekt en voor de teelt op steenwol.


Leiss vertelt dat acht jaar geleden de vermeerdering van planten uit zaad nog in de kinderschoenen stond, zeker voor de professionele teelt. 'Met de opkweek uit zaad kunnen we bij aardbeien de fase van de vermeerdering op trayvelden overslaan', legt ze uit. 'Het is vergelijkbaar met zaaien in pluggen, zoals bij tomaten. De hele opkweek gebeurt in een beschermde omgeving.'

Bac zegt dat een schone start van belang is om de druk van ziekten en plagen laag te houden. Zij noemt als voorbeeld phytophthora. 'Dat is op deze manier vrijwel onder controle zonder chemie en zonder uitval. Voordeel verder is dat we in een vroeg stadium al natuurlijke vijanden kunnen uitzetten in de jonge plantjes.'

De bewuste keuze voor steenwol heeft alles te maken met het beter stuurbaar maken van de teelt en ook om veenvrij te kunnen telen, vertelt Leiss. 'Het afstemmen van de juiste watergift en de juiste voedingsschema's was voor ons een leerproces. Teelt op steenwol is schoon en volgens ons een goede basis voor verdere verduurzaming. Daarnaast kijken we ook naar de mogelijkheden van het gebruik van hernieuwbare organische substraten.'


Preventief onderdrukken

Belangrijk voor het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is de beheersing van meeldauw. Leiss en Bac vertellen dat ze bij voorkeur in hun teeltsysteem rassen gebruiken die minder gevoelig zijn voor de schimmel. Verder laten ze in de onderzoekskas de UV-C-robot zien die ze een aantal keren per week door het gewas laten gaan om de meeldauw preventief te onderdrukken.

Leiss: 'Dat lukt goed en we zien dat deze methode ook al in de praktijk veelvuldig wordt toegepast. Techneuten zijn nu bezig met het ontwerp van een horizontale UV-C-robot om te gebruiken bij de opkweek voor een nog schonere start.'


Een UV-C-robot rijdt in de onderzoekskas een aantal keren per week door het gewas voor de bestrijding van meeldauw.
Een UV-C-robot rijdt in de onderzoekskas een aantal keren per week door het gewas voor de bestrijding van meeldauw. © Haijo Dodde

De onderdrukking van de bladluizen en trips gebeurt bijna volledig met natuurlijke bestrijders. Voor de galmuggen die bladluizen eten, worden de plantenbakken met artemisia opgehangen. In de kas hangen ook bakken met lobelia. Deze plant is vooral aantrekkelijk voor de Orius-roofwantsen die trips eten. Volgens Bac is het ook mogelijk om roofmijten uit te zetten.

In een vervolg op het onderzoek wordt komend jaar nog getest in hoeverre de druk van bladluizen en meeldauw wordt beïnvloed door het nitraatniveau in aardbeienplanten.


'Wij vervullen vooral een soort voortrekkersrol'

Onderzoeker Kirsten Leiss verwacht niet dat het teeltsysteem voor aardbeien met minimaal gebruik van chemie zomaar een-op-een wordt overgenomen door de praktijk. 'Ik denk dat wij met dit onderzoek vooral een soort voortrekkersrol vervullen en laten zien wat mogelijk is. Telers zullen geleidelijk verschillende elementen hieruit op hun bedrijf gaan toepassen. We kunnen wel stellen dat de basis met de vier pijlers staat.' Haar collega Johanna Bac wijst op de factoren die ervoor zorgen dat telers niet zomaar overstappen op het nieuwe teeltsysteem. 'Het kostenaspect moeten we niet onderschatten. Een nieuwe kas en UV-C-apparatuur zijn duur. Dat geldt ook voor de inzet van biologische bestrijders. Daarnaast speelt mee dat het systeem voorlopig alleen geschikt is voor doordragers omdat junidragers nog niet uit zaad kunnen worden opgekweekt. Ook is er behoefte aan meer rassen met de juiste resistenties.'

Lees ook

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    13° / 9°
    60 %
  • Maandag
    13° / 6°
    40 %
  • Dinsdag
    14° / 10°
    15 %
Meer weer