'Ik zit nu aan de andere kant van de tafel'

Twan Linssen is in vorig jaar gestopt met zijn biologische melkveehouderij in het Limburgse Beegden. Hij vertelt hoe dit besluit tot stand kwam en welke maatregelen uit het project Netwerk Praktijkbedrijven bij zijn bedrijf pasten. 'Biologisch boeren in combinatie met hooimelk was voor ons de weg.'

%27Ik+zit+nu+aan+de+andere+kant+van+de+tafel%27
© Harry Kolenbrander

Linssen runde tot vorig jaar een biologisch melkveebedrijf met honderd koeien op 102 hectare, waar hij ook zijn eigen hooimelk maakte. Een bedrijfsvoering die hem goed paste. Bij de aanvang van het Netwerk Praktijkbedrijven in 2020 had hij nog niet de intentie om te stoppen met zijn bedrijf. 'Het is op ons pad gekomen.'

De Limburgse ondernemer informeerde in 2023 naar de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv). 'Ik ben 58 jaar en heb geen opvolger. Mijn zoon en dochter hebben andere ambities. Het is iets waar je je ogen niet voor kunt sluiten. Fysiek gaat het nog goed, maar hoelang houd je het vol?'

Voor Linssen en zijn vrouw gaf het aanleiding om de situatie in kaart te brengen en te kijken welke investeringen nodig zijn. 'We hebben dit op een rijtje gezet en gekeken wat het financieel betekent om te stoppen', licht de ondernemer toe.

Zolang je nog aan het boeren bent, blijf je lekker bezig en ga je er vol voor

Twan Linssen, voormalig melkveehouder in Beegden (LB)

Inmiddels is het besef neergedaald. Linssen kijkt terug op mooie jaren. 'In 2016 zijn wij omgeschakeld naar biologisch. Toen zijn we ook begonnen met hooimelk; het drogen van hooi op een Oostenrijkse manier, met bakken, dakwarmte en houtsnippers.'

Voor Linssens bedrijf was dat de juiste weg en de ondernemer zegt dat hij er nog steeds helemaal achter staat. 'Een artikel in Boerderij over hooi had mijn aandacht getrokken en ik ben me er verder in gaan verdiepen. Na een bezoek aan Oostenrijk, waar dit veelvuldig wordt gedaan, was ik om.'

Hoogwatergebied

Het bedrijf moest in die tijd worden verplaatst, omdat het in een hoogwatergebied lag met risico op overstroming. 'Voor de nieuwe locatie ging ik vergunningen aanvragen voor onder meer de hooikraan in de stal en de ruimte voor hooi. Deze bouwden we in 2015.'

Wat maakt hooi zo'n mooi ruwvoerproduct volgens de Limburgse ondernemer? 'Het is gezond voer voor dieren en het product dat zij leveren is ook gezonder voor de mens. Dit ruwvoer bestaat voor 80 tot 90 procent uit droge stof. Eiwitten zijn beter benutbaar. Om het te bewaren is bovendien geen plastic nodig.'

Het hooiseizoen was altijd erg intensief, blikt Linssen terug. 'Maar als het eenmaal voor de koeien ligt, weet je weer waar je het voor hebt gedaan. De koeien vraten naast wat brok in de robots alleen hooi. En wij hadden heel gezonde koeien, mooi blinkend en zonder mortellaro.'

Het is volgens Linssen wel lastig dat hooi niet kan worden ingevuld in de KringloopWijzer. 'Het valt gewoon onder de noemer 'graslandproduct', terwijl het een aanzienlijk ander product is. Meer bekendheid voor hooi als onderscheidend product zou mooi zijn. Het is een van de dingen waar de Vereniging van Nederlandse Hooimelkers, waar ik bij aangesloten ben, mee bezig is.'

Zijn ambitie met hooi was voor Linssen ook de reden om zich aan te melden bij Netwerk Praktijkbedrijven. 'Ik hoopte meer inzicht te krijgen in de emissies van hooi ten opzichte van gangbaar voer', verklaart hij. 'Het systeem is dermate anders, dan moeten er ook verschillen zitten in de ammoniak- en methaancijfers. Ik was nieuwsgierig wat dat zou brengen. Daarnaast heb ik een Aeromix-beluchtingssysteem in de put.'


Het hooiseizoen was altijd erg intensief op het bedrijf van Twan Linssen.
Het hooiseizoen was altijd erg intensief op het bedrijf van Twan Linssen. © Harry Kolenbrander

Ook daarvan hoopte hij resultaten te zien. 'Helaas heb ik nog steeds geen duidelijk beeld van het verband tussen het hooi en de emissies. Ik hoop dat het in de toekomst helderder wordt, ook voor anderen die met hooimelk aan de gang zijn of willen. Als je in de sector oplossingen wilt, moet je ook berekeningen doen met uitersten', stelt Linssen.

Beter beeld

'Ik heb altijd vooral op mijn gevoel gevaren, maar cijfers kunnen ook helpen', vervolgt de ondernemer. 'Zo was het een eyeopener om te zien waardoor productie van grasland uitbleef. Bijvoorbeeld wanneer je van tevoren een te zware snede hebt of je met droogte te maken hebt. Omdat wij als biologisch bedrijf geen kunstmest gebruikten, had ook dat een impact. Daar kreeg ik meer zicht op.'

Linssen paste verschillende maatregelen van het Netwerk Praktijkbedrijven toe, waaronder water toevoegen aan de mestrobot, intensiever schuiven in de stal en weidegang. 'Ik heb mijn percelen anders ingedeeld om beter te kunnen beweiden. Dat beviel goed. De koeien snapten de bedoeling eerst niet, maar dat was puur een kwestie van wennen.'

Daarnaast was het voeren van gerst een uitkomst voor de ondernemer. 'Door te kiezen voor gerst konden de kosten van het gewone krachtvoer omlaag. Ik verving bijvoorbeeld mijn maisbrok erdoor: dat scheelde zo'n 20 cent per kilo.'

Een keuze die Linssen maakte, stond haaks op de ambitie van het netwerk: bovengronds mest uitrijden. 'In theorie vervluchtigt dan meer ammoniak. Wij denken daarentegen dat het de bodem spaart. In het kader van bodemvruchtbaarheid kozen we dus daarvoor.'

Samenwerking

De samenwerking die Linssen heeft opgebouwd met een preiteler en akkerbouwer met pompoenen blijft voorlopig bestaan. 'Op een deel van mijn land werken we samen. Zij zetten het in voor hun teelt. En eerst ging mijn vaste mest naar ze toe. Ik kreeg er onder andere grasklaver voor terug. Nu heb ik geen mest meer om aan te bieden', stelt hij.

Stoppen met zijn melkveebedrijf is een goed besluit geweest, concludeert Linssen. 'Nu ben ik de 'winnaar' van alle cijfers, want mijn ammoniak- en methaanreductie zijn teruggebracht naar 0. Het is niet de insteek waarmee ik het project inging, maar wel een realiteit die ik nu onder ogen kan zien.'

Terugkijkend merkt Linssen dat hij 'altijd aan stond'. 'Op bepaalde tijdstippen was je altijd aan het bellen of moest je naar achteren. Als boer heb je constant rekening te houden met allerlei factoren. Dat automatisme in mijn systeem komt nu te vervallen. We zien de toekomst positief tegemoet.'

Nieuwe invulling voor biologisch melkveebedrijf na opkoopregeling

Het bedrijf van Twan Linssen was een van de 39 onderzoeks- en demonstratiebedrijven van het Netwerk Praktijkbedrijven. Sinds 2021 werken deze ondernemers aan een ammoniak- en methaanreductie op hun bedrijf van 30 procent. In november 2023 vroeg Linssen de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) aan. In april 2024 valt het besluit: zijn bedrijf komt in aanmerking voor de regeling. 'Belastingtechnisch zagen we dat de voordelen om te stoppen groter waren dan we dachten. En de nadelen om te blijven boeren ook. Zolang je boert, blijf je lekker bezig en ga je er vol voor. Dat heb ik ook graag gedaan. Maar toen puntje bij paaltje kwam, paste dit ons beter.' Linssen zocht uit welke nieuwe financiële invulling hij tegemoet zou gaan. 'Mijn vrouw heeft al dertig jaar een inkomen uit haar fulltimebaan, dat scheelt. Zelf behoud ik mijn land en de hooikraan. Ik wil me volledig focussen op de productie van mais en hooi voor de biomarkt, samen met het natuurbeheer op 23 hectare dat ik nog doe.' Hij heeft nog 1.200 kuub hooi liggen en gaat zich verdiepen in de verkoopmarkt. 'Eerst moest ik zelf aankopen, nu zit ik aan de andere kant van de tafel. Onlangs moest ik inschatten hoeveel ik eraan denk te gaan verdienen. Dat is nog lastig. Ik gebruikte het hooi eerder voor mijn eigen koeien; dit is een compleet ander uitgangspunt.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    16° / 9°
    10 %
  • Donderdag
    16° / 9°
    10 %
  • Vrijdag
    15° / 8°
    5 %
Meer weer