Vet- en eiwitgehalte in melk stijgen, productie en levensduur van koeien stabiel

Het rollend jaargemiddelde van de Nederlandse koeien die deelnemen in de melkproductieregistratie (mpr) komt afgelopen boekjaar – dat loopt van 1 september 2024 tot en met 31 augustus 2025 – uit op 9.368 kilo melk met 4,48 procent vet en 3,64 procent eiwit. Vorig boekjaar lag dit op 9.354 kilo melk met 4,45 procent vet en 3,59 procent eiwit. Dit komt neer op een stijging van de melkproductie met 13 kilo, een 0,03 procent hoger vetgehalte en een 0,05 procent hoger eiwitgehalte.

Bij elkaar opgeteld komt het gemiddelde uit op een productie van 761 kilo vet en eiwit. Vorig boekjaar was dat 752 kilo, een jaar eerder 753 kilo. Het economisch jaar,resultaat is in dit boekjaar 2.179 euro. Vorig jaar was dat 2.153 euro en een jaar eerder 2.160 euro.

De geringe stijging van dit jaar en de stabiel gebleven productie van vorig jaar hebben mogelijk te maken met de blauwtonguitbraak en ruwvoerkwaliteit. Door blauwtong zijn meer koeien vroegtijdig afgevoerd en de tegenvallende ruwvoerproductie in de afgelopen natte jaren kan nadelig hebben uitgepakt voor de productie.

Blauwtong is mogelijk ook de oorzaak van het feit dat de gemiddelde levensduur van de koeien de afgelopen jaren niet verder is verbeterd. In boekjar 2023 was deze gestegen naar 1.460 dagen. In 2024 daalde die naar 1.445 dagen en in het afgelopen boekjaar naar 1.423.

De levensproductie van de afgevoerde stamboekkoeien was in het afgelopen boekjaar gemiddeld 37.977 kilo melk met 4,42 procent vet en 3,59 procent eiwit. Dat is 306 kilo melk minder en 0,02 procent vet en 0,01 procent eiwit meer dan in 2023-2024. Daarmee nam de levensproductie, uitgedrukt in kilo's vet en eiwit, licht af naar 3.040 kilo.

Record honderdtonners

De daling van de levensduur en gemiddelde levensproductie kan volgens een woordvoerder van CRV niet komen door de genetische aanleg van de koeien, want die verbetert nog steeds. Dat is ook wel te zien aan de voortdurende stijging van het aantal Nederlandse koeien dat een levensproductie haalt van meer dan 100.000 kilo melk en 10.000 kilo vet en eiwit.

Dit boekjaar heeft CRV een recordaantal van 5.602 honderdtonners en 492 tientonners bijgeschreven. Dat zijn er respectievelijk 432 en 26 meer dan in het vorige boekjaar. Terwijl het aantal honderdtonners ook vorig jaar al flink steeg met 5.168; 461 meer. En het aantal tientonners steeg toen met 466, dat is 60 meer dan het boekjaar daarvoor.

Rosegaar boven 100.000 kilo levensproductie

De lijst van bedrijven waar de aanwezige koeien de hoogste levensproductie realiseren, wordt voor het vijfde jaar op rij aangevoerd door Arie Jan Rosegaar in het Drentse Pesse. Zijn 21 koeien zijn gemiddeld 10 jaar en 5 maanden oud en hebben een levensproductie op de teller van 102.192 kilo melk met 4,24 procent vet en 3,41 procent eiwit. Dat resulteert in 7.815 kilo vet en eiwit.

Met afstand op de tweede plaats volgen de twaalf koeien van melkveebedrijf de Kruif in het Utrechtse Woudenberg. Ze waren gemiddeld 9 jaar en 10 maanden oud en behalen een levensproductie van 5.120 kilo vet en eiwit, dankzij 60.151 kilo melk met 4,92 procent vet en 3,59 procent eiwit.

Ruim 90.000 kilo bij afvoer

Het bedrijf met de hoogste levensproductie van de afgevoerde koeien is, net als twee jaar geleden, maatschap Van Zijtveld-Bos in De Glind. Deze Gelderse veehouders voerden afgelopen boekjaar vijftien koeien af met een gemiddelde leeftijd van 10 jaar en 3 maanden en een gemiddelde levensproductie van 94.343 kilo melk met 4,42 procent vet en 3,59 procent eiwit, resulterend in 7.559 kilo vet en eiwit.

De tweede plek is voor de famlie De Wit in het Noord-Brabantse Waspik. De zeventien afgevoerde koeien van dit bedrijf tekenden voor een levensproductie van 5.987 kilo vet en eiwit.

In Nederland waren er in het afgelopen boekjaar nog 11.096 gerangschikte mpr-bedrijven. Dat zijn er 404 minder dan in het boekjaar 2023-2024 ofwel een daling van 3,5 procent. Per bedrijf werden gemiddeld 117 koeien gemolken, drie meer dan in het vorige boekjaar.