Melkrobot helpt fokkerij met extra data

Automatische melksystemen ondersteunen de melkveehouder niet alleen met melken, maar ook met de registratie van data. Het gaat niet alleen om de melkgift, maar ook data zoals melksnelheid. Verder wordt vaak de speenplaatsing geregistreerd om de tepelbekers goed aan te sluiten.

De animal evaluation unit van Coöperatie CRV maakt hier dankbaar gebruik van. CRV neemt via Joindata gegevens van ruim 1.400 melkveebedrijven mee in de fokwaardeschattingen. Op deze bedrijven vinden dagelijks 375.000 registraties plaats. Een derde van deze dieren krijgen geen score bij bedrijfsinspecties. De gegevens komen van bedrijven met een Lely-robot. Deze ondernemers hebben toegestemd in het delen van de gegevens met CRV voor fokwaardedoeleinden.

Op regelmatige basis worden gegevens over bijvoorbeeld melksnelheid of de plaats van de spenen meegenomen voor de fokwaardeschattingen. Bij melksnelheid gebeurt dat van iedere eerste melking en iedere twintigste melking per dier. Werd de melksnelheid voorheen bepaald door de bedrijfsinspectie, nu wordt vooral gelet op de informatie van de automatische melksystemen. Dit is het hoofdkenmerk. De gegevens van de bedrijfsinspectie worden overigens nog steeds meegenomen.

De uierdiepte en de afstand tussen de spenen gaan ook naar CRV voor fokwaardeschatting. Op basis van de melkrobotgegevens is het nieuwe kenmerk uierbalans in het leven geroepen. 'Naar dat laatste was veel vraag van melkveehouders met een automatisch melksysteem. Ze willen hier op corrigeren', vertelt Gerben de Jong, hoofd van de animal evaluation unit bij Coöperatie CRV.

De Jong is blij met de extra gegevens vanuit de melkrobots. 'Omdat we van meer koeien uierinformatie hebben, is de betrouwbaarheid bij de exterieur-uierfokwaarde voor stieren omhoog gegaan. De erfelijkheidsgraad van de uiergegevens op basis van de melkrobot is ook hoger dan die op basis van de bedrijfsinspectie. Daardoor heb je minder dochters nodig voor dezelfde betrouwbaarheid van een stierfokwaarde.'

Rangorde stieren

Om de cijfers te kunnen gebruiken, wordt eerst gekeken hoe de data worden vastgelegd en of dit overeenkomt met het gewenste kenmerk. 'De correlatie tussen bijvoorbeeld de uierkenmerken gescoord door de inspecteurs en de uierkenmerken afgeleid uit de melkrobotgegevens is zeer hoog. De rangorde van stieren op basis van beide bronnen is nagenoeg gelijk.'

De digitaal gewonnen gegevens hebben toegevoegde waarde voor veehouders, vindt De Jong. 'Bij de gegevens uit de automatische melksystemen is de erfelijkheidsgraad hoger. Dat maakt het gemakkelijker om hierop te fokken. Bij de melksnelheid is de erfelijkheidsgraad van de robotdata twee keer zo hoog dan bij vastleggen via een enquête. Daarnaast wordt de melksnelheid bij vaarzen direct aan het begin van de lactatie bepaald, zodat de informatie snel beschikbaar komt. De data is consistent en goed.'

Of CRV nog meer data van melksystemen gaat gebruiken voor fokwaardeschattingen? 'Je kunt kijken naar extra informatie rond mastitis, zoals via de celgetalbepaling', zegt De Jong. 'We kijken wel die kant op, maar het is nog niet helemaal duidelijk hoe betrouwbaar een meting is. We weten ook nog niet of dit een goede indicator is van het kenmerk waar we in geïnteresseerd zijn. Voor dit kenmerk komen ook veel gegevens vanuit de melkproductieregistratie.'