NVWA legt opnieuw maatregelen op na vondst Meloidogyne enterolobii

Om verdere besmettingen te voorkomen start de NVWA deze week nog met een onderzoek naar de aanwezigheid van Meloidogyne enterolobii op Nederlandse tuinbouwbedrijven. Dit onderzoek wordt in samenwerking met NAK Tuinbouw opgezet. 'We richten ons daarbij in eerste instantie op de bedrijven die Ficus microcarpa telen', geeft de NVWA aan.

De instantie wijst erop dat telers verplicht zijn om bij een vermoeden van een besmetting dit direct te melden bij de NVWA. 'Snel melden, kan de impact van de maatregelen beperken. Dit omdat de besmetting zich dan nog niet of nauwelijks heeft kunnen verspreiden.'

Strengere importeisen

Als Meloidogyne enterolobii wordt aangetroffen op het bedrijf is de ondernemer verplicht om alle risicodragende delen, waaronder de wortels, van de besmette partijen te verwijderen en vernietigen. Dat geldt ook voor alle overige partijen planten die in hetzelfde watergeefsysteem staan. 'Vervolgens moet zowel het teeltsysteem als het watergeefsysteem worden gereinigd en ontsmet', meldde de NVWA onlangs nog op een informatiebijeenkomst. 'Dit is de enige betrouwbare methode voor uitroeiing van de nematode.'

Sinds 11 januari gelden ook strengere importeisen voor alle planten met wortels. 'Om nieuwe besmettingen te beperken, worden de inspecties uitgebreid met veertien risicogewassen en vijf derde landen', stelt de NVWA. Het gaat, naast ficus en philodendron uit China en Costa Rica, om amaranthus, caladium, callistemon, chlorophytum, colocasia, fraxinus, gardenia, hibiscus, ligustrum, portulacaria, sageretia, synchonium, xanthosoma en zelkova uit Indonesië, Sri Lanka, Suriname, Thailand en de Verenigde Staten.

Quarantainestatus

De nematode Meloidogyne enterolobii heeft sinds 11 april 2022 de quarantainestatus in de Europese Unie. Dit betekent dat lidstaten verplicht zijn maatregelen te nemen om de nematode uit te roeien en verdere verspreiding te voorkomen.

Telers kunnen volgens de NVWA hierin ook zelf stappen zetten, onder meer door goede garanties te vragen aan leveranciers en de planten na import minimaal tien weken fysiek gescheiden te houden van andere partijen. 'Controleer de wortels daarna goed. Een gedetailleerde administratie en labelen van de planten zorgt ervoor dat partijen van elkaar kunnen worden onderscheiden', adviseert de autoriteit.