Potentie tarwegewas niet volledig benut

Onderzoekers hebben uitgerekend dat het opbrengstpotentieel van wintertarwe ergens tussen de 13 en 14 ton per hectare ligt. Maar het lijkt erop dat in de praktijk een opbrengstplafond is bereikt en dat het gat tussen potentiële en werkelijke opbrengsten steeds groter wordt. Tijdens een minisymposium onlangs in Wageningen discussieerden onderzoekers en teeltspecialisten over de oorzaken.

Potentie+tarwegewas+niet+volledig+benut
© Twan Wiermans

Deze bijeenkomst werd gehouden vanwege het afscheid van onderzoeker Bert Rijk van Wageningen University & Research (WUR). Hij is verbonden aan de leerstoelgroep Plant Production Systems en heeft zich in het onderzoek onder meer beziggehouden met de factoren die invloed hebben op de teeltprestaties van akkerbouwgewassen.

In zijn bijdrage legt Rijk uit dat de productie van een gewas bepaald wordt door de genetische eigenschappen, de milieu- en klimaatomstandigheden en het teeltmanagement ofwel GxExM. Hij vertelt dat het in Nederland is gelukt om de opbrengsten van wintertarwe vanaf 1850 tot en met ongeveer 2000 te verhogen van 1,5 ton tot bijna 10 ton per hectare.

'Maar die trendlijn wordt de laatste twee decennia doorbroken', aldus Rijk. 'Het lijkt maar niet te lukken om in de praktijk structureel meer dan 10 ton te oogsten.'

Tarwe moet voldoende biomassa aanmaken voor optimale prestatie

Ton Hendrickx, innovatiemanager bij CZAV en CropSolutions

Op basis van de prestaties van afzonderlijke rassen in rassenonderzoek concludeert Rijk dat in de afgelopen veertig tot vijftig jaar de wintertarwerassen wel degelijk genetisch vooruitgang hebben geboekt. 'Als we de hoogste opbrengsten in proeven vergelijken met de praktijkopbrengsten, zien we dat het verschil daartussen oploopt van zo'n 3 ton per hectare in 1992 tot 4 ton op dit moment.' Dat rechtvaardigt volgens de onderzoeker de conclusie dat tarwetelers het genetisch potentieel niet optimaal benutten.

Om het effect van de klimaatverandering op de tarweopbrengsten in Nederland vast te stellen heeft de Portugese onderzoeker Joao Silva in voorbereiding op het symposium resultaten uit oude studies op een rij gezet. Silva is gepromoveerd aan WUR en tegenwoordig verbonden als onderzoeker aan een internationaal onderzoeksinstituut in Zimbabwe. Zijn belangrijkste conclusie is dat de stijgende temperaturen in de klimaatzone waartoe Nederland behoort, de hogere CO2-gehalten en de extra zonuren juist gunstig zijn voor de opbrengsten van tarwe.


Meer CO2 in de lucht

'Vanuit onderzoek is vastgesteld dat meer CO2 in de lucht ervoor zorgt dat de productiecapaciteit op jaarbasis met 70 tot 90 kilo per hectare toeneemt. Het betekent dus dat de klimaatverandering geen verklaring kan zijn voor het veronderstelde opbrengstplafond van tarwe, maar wellicht wel een verklaring is voor het grotere gat tussen potentiële opbrengsten en de tarweopbrengsten in de praktijk', stelt Silva.

Ton Hendrickx, innovatiemanager bij CZAV en onderzoeksinstelling CropSolutions, gaat verder in op de tarweteelt in de dagelijkse praktijk. Hij benadrukt dat het teeltmanagement op proefvelden vaak heel anders is dan op praktijkpercelen. 'In Nederland is tarwe vooral een rotatiegewas. Op proefvelden wordt meestal vroeg gezaaid en gebruiken de onderzoekers de betere gronden. In de praktijk is voor half oktober zaaien maar op 20 procent van het areaal mogelijk en is de bodemstructuur niet altijd optimaal.'

CZAV heeft zich de afgelopen jaren sterk beziggehouden met teeltoptimalisatie voor tarwe. In een langjarig project stelt de coöperatie zich tot doel om te komen tot een opbrengst van 15 ton per hectare. Dat blijkt echter geen sinecure. 'Hogere opbrengsten realiseren blijft lastig. Wel zijn we erin geslaagd het niveau van de teelt van bakwaardige tarwe naar een hoger plan te tillen. Bij CZAV is nauwelijks nog verschil in opbrengsten tussen voertarwe en maaltarwe', zegt Hendrickx.


Randvoorwaarden

Naast het eigen tarweproject heeft CZAV zich ook aangesloten bij het Yield Enhancement Network (YEN). Dit netwerk is een Brits initiatief waarbij in inmiddels vier Europese landen een groot aantal tarwepercelen in de praktijk wordt gevolgd met als doel de randvoorwaarden voor betere gewasprestaties vast te stellen. Hendrickx legt uit dat CZAV de ervaringen vanuit YEN gebruikt in teeltadviezen.

'Zaaien voor 20 oktober, minder dan 40 procent uitwintering, 220 planten en 550 aren per vierkante meter, minimaal 45 korrels per aar en oogsten na 10 augustus dragen bijvoorbeeld bij aan bovengemiddelde opbrengsten. Het is alleen geen garantie, blijkt in de praktijk. Eigenlijk moet alles kloppen om topopbrengsten te realiseren', geeft Hendrickx aan.

'Wat YEN in elk geval ook uitwijst, is dat een tarwegewas altijd voldoende biomassa moet aanmaken om optimaal te presteren. Verder is de invloed van de bodemconditie op de uiteindelijke productie en kwaliteit van de tarwe niet te onderschatten', verklaart de innovatiemanager van CZAV en CropSolutions.


Tarwe is ideaal voorgewas voor rooivruchten

Op 145 hectare verbouwt familiebedrijf Van Hilten in Slijk-Ewijk ongeveer 70 hectare tarwe. Sjoerd Rombout, voormalig WUR-student en landbouwkundige bij zaadfirma Rijk Zwaan, besteedt zijn vrije tijd op het Betuwse bedrijf en legt uit wat het belang is van tarwe als rotatiegewas. 'In een bouwplan met aardappelen, suikerbieten en uien is tarwe de ideale voorvrucht die zorgt voor een betere bodemkwaliteit en minder ziektedruk. We dorsen vroeg om genoeg tijd te hebben voor inzaai van groenbemesters, het uitrijden van organische mest en bestrijden van wortelonkruiden. Voor de beste teeltprestaties kiezen we stabiele rassen.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer